Telegraafrellen II: de Leopardtank op de Overtoom

Opletten, allemaal: daar komt de Leopardtank de Eerste Constantijn Huygensstraat oprijden. Het was eigenlijk geen tank, er zat geen kanon op, maar schuivers. Er lag op die dag, 3 maart 1980, een krakersblokkade op de Vondelstraat, vanwege een berucht kraakpand daar.

De gemeente wilde het ontruimen, lees: uitvechten, en de marechaussee kwam dat even regelen. Mensen in de buurt mochten urenlang simpelweg hun huizen niet eens uit – ik was er vlak bij. Dat was ook een opstoot waar die van vrijdag zielig van wordt. Iets van Urk zesde klasse speelt per ongeluk in het Ajax-stadion. De Maccabi-opstootjes stellen niets voor: voetbalhooligans en wat scooterjeugd.

Ik werkte daar 300 m vandaan, vlak achter het Leidschebosje, het Leidseplein en het Marriott-hotel. Ik was redacteur-verslaggever van twee vakbladen, Foodpress, en supermarktblad Distrifood. Het Vondelpark is daar vlakbij, en daar gingen we tussen de middag vaak even lopen.

Maar de lijnen 1, 3, 6 en 12 liepen die dag anders. Het verkeer op de kruising eerste Constantijn Huygensstaat – Overtoom lag een paar uur stil, niet de hele dag. Ik sprak bewoners van de Vondelstraat, op 200 m van de kraking en de veldslag die dat werd, die uren hun huis niet uit mochten, omdat er een zeer agressieve, gehelmde en beschilde marechaussee voor de deur stond, bij elke vier huizen, met wapenstok. Die schreeuwde: ‘Deur dicht’!’ Dat was in één woord: onstellend. Onbegrijpelijk. Onaanvaardbaar. Dat je in een vrij land niet je eigen huis uit mocht. dat was dus in alle acht de straten binnen 200 m van de kraakslag-met-Leopard.

Bij de Telegraafrellen in 1966, waar ik bij onbegrijpelijk toeval middenin zat omdat ik in Amsterdam kwam solliciteren als 17-jarige, was dat effe anders. In het centrum van het CS tot het Rembrandtplein, reed geen enkele tram, of bus, of auto. Ik herhaal: geen enkele tram. En het CS ging die vrijdag 17 juni 1966 zelfs midden op de dag geheel dicht. Nee, je kon ook niet aan de achterkant…

Ik moest terug naar Leiden omdat ik toen op het station daar die middag moest werken als vertrekbordjeshanger. Maar ik kon er niet komen en had het benul niet even te bellen. De volgende dag werd ik ook nog ontslagen, omdat ik niet was komen opdagen! Ja, en wiens schuld was dat, ja? Maar ik kreeg die baan in Amsterdam dan weer wel.

De burgemeester van toen, Gijs van Hall, werd ontslagen. Terecht, zoals je nu simpel kan vaststellen vanwege de 80 gewonden – 20 politiemensen – en de in brand gestoken Telegraaf-vrachtwagens. Van Hall had het aanvankelijke bouwvakkersoproer geheel onderschat en uit de hand laten lopen. Eerder dat jaar in maart 1966, was al de rookbom van de provo’s ontploft bij de stoet tijdens het huwelijk van Bea & Claus in de Westerkerk.

Dat werd toen geen grote rel, behalve in de pers. Maar er was die onrust in de stad van de volwassen wordende nieuwe generatie. Dat was overal in Europa, en vooral te zien in de Parijse beroerte van ’68. Oftewel de Telegraafrellen op Parijse schaal. Ik had toen een vriendinnetje in Parijs, studente Engels, waar ik dan af en toe een weekend heen liftte en bij haar ouders in de logeerkamer mocht slapen. Haar moeder is nu 103, en woont nog in die flat, hoorde ik een paar weken leden van haar. Helaas was ik er niet tijdens die opstand.

Dan even de Telegraaf.
Hé, let op, jullie daar achterin! De jarenlange eigenaar van de Telegraaf, ‘Hakkie’ Holdert, was lid van de NSB, daarna van de SS.

Nieuwe alinea om de vorige te laten indringen. Ja van de SS, de moordenaarsbende, en ja, hij vocht aan het Oostfront. Ja, hij ging de bak in na de oorlog.

Daar konden ze – en dat deden ze dan ook – straffeloos iedereen vermoorden die hen in de weg liep. Joden natuurlijk eerst. Die zaten daar veel: in alle dorpen wel wat . (Zie ‘Fiddler on the roof’ oftewel in het Nederlands: ‘Anatevka’. Met het lied ‘If I were a Rich Man’. En met Barbra Streisand. Jaja: ‘Barbra’.)

De krant werkte vrolijk mee met de nazi’s en de inpandige drukkerij op de Nieuwezijds in Amsterdam, 300 m van het paleis op de Dam, drukte zelfs de officiële nazikrant. De Telegraaf publiceerde ook SS-verslagen in zijn eigen kolommen. Dat werd dus hommeles na de oorlog en de krant werd verboden van 1945 tot 1949. Het idiote is dat er in dat laatste jaar dus kennelijk weer of nog lezers voor waren. Hoe kan dat?

De krant verzette zich tegen de nieuwe generatie en toonde zich in zijn volle conservatieve, beschuldigende en opruiende karakter – dat in de laatste PVV-jaren alleen maar sterker is geworden. Ongelofelijk dat deze krant in november 2012 een foto met een correct verslag van onze protestdemo tegen de naziherdenking op de nazibegraafplaats Ysselsteyn publiceerde. En dat een verslaggever mij kwam interviewen, helemaal in Bussum, vanwege ons verzet tegen de naziherdenking bij nazigraven, uitgerekend op 4 mei, in Vorden (bij Deventer).

De opening van de krant op zaterdag 9 november: vijf koloms breed maar ÉÉN term: ‘WALGELIJK’. En verder: ‘Geweld tegen Joden schokt hele wereld’. Maar de krant vermeldt even niet hoeveel oproerkraaiers er dan wel meededen. Of hoeveel Israëlische fans gewond raakten. Of hoeveel auto’s er vernield waren (nul). Of hoe lang de trams niet reden (geen enkel oponthoud). De krant voedde, gesteund door Wilders, volaan en vooruit de opruiing. termen als ‘Jodenjacht’ en ‘pogrom’- idioot ongepast bij die Israëlische hooligans – dat mochten ze willen!

Toen ik bij de Volkskrant werkt, had je daar ook Bram Brakel, absoluut geen links-woke of intellecto type, maar gewoon een journalist van en voor de straat. Stadsverslaggever dus: misdaden en branden. Dat deed hij goed, en hij sprak wat plat (vond ik toen dan). Ik besefte niet dat dat zijn grootste asset was.

Maar hij ‘verried’ die prachtige linkse krant, die net de term ‘katholiek volksdagblad’ had geschrapt, onder de progressieve, sympathieke en vrouwlustige Jan van der Pluijm – de eerste doctorandus die hoofdredacteur werd. Bram Brakel vertrok naar de… Telegraaf. Vanaf dat moment was hij een melaatse met aids en cholera en de vliegende tering. Onaanraakbaar. Hij werd door iedereen geminacht. Niemand had dát verwacht. Een klap in ons gezicht: naar de Telegraaf – die jongens groette je niet op persconferenties, dat was de tegenpool. En toch hadden ze soms primeurs die de Volkskrant niet had – nog steeds.

Wat wil ik nou eigenlijk? De oplage is al gedaald van ruim 800.000 naar 400.000, terwijl Trouw bijvoorbeeld, een verzetskrant, groeit en de Volkskrant ook weer iets. Terzijde: de Volkskrant – toen nog een vakbondskrant – stopte met verschijnen begin 1941.

En nu schreeuwt de telegraaf hoe zielig het is voor al die ‘Joden’. Dat deden ze echter helemaal niet in 1940, 41, 42, 43…. toen waren de Joden de ‘vijanden van de mensheid’. Fijne krant.

Wat ik wil is dat iedereen dat beseft, vooral de Telegraaf-lezers, die hier zelden komen. Zucht.

– Uitgelichte afbeelding: Door Rob Croes / Anefo – http://proxy.handle.net/10648/ad896c86-d0b4-102d-bcf8-003048976d84, CC0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=66711290