Ieder voor zich en nationalistische reflexen zijn net wat we nu als de pest kunnen missen

Historici zijn het eigenlijk gewoon om in lockdown te zitten om doctoraten, boeken of artikels te schrijven. Voor een aantal onder ons gaat het gewone leven dus door, met dat pijnlijke verschil dat je familie en vrienden niet meer kan zien.

Je kan van de gelegenheid gebruik maken om klassiekers te lezen of te herlezen, zoals het bekende boek van William McNeil, Plagues and Peoples. Maar het is vooral ook het ideale moment om na te denken over wat ons allemaal overkomt, en om de pandemie die we nu meemaken in een breder historisch kader te plaatsen. Een dergelijke biologische catastrofe kan je op verschillende niveau’s bekijken, van heel lokaal – wat gebeurt er met mij, met mijn familie, met mijn buurt of stad – naar de wereldschaal. Het ene niveau is even belangrijk en relevant als het andere, maar ik wil het nu even hebben over dat heel algemene niveau.

Epidemieën hebben altijd een grote opstoot gekend wanneer verschillende menselijke samenlevingen met elkaar in contact zijn gekomen, maar het is vooral de globalisering, vanaf de 16de eeuw, die in dat opzicht een keerpunt is geweest. Dan zijn de Europeanen voor het eerst over de oceanen gaan varen om maatschappijen in Amerika, in Afrika, in oceanië en in Azië te gaan koloniseren en plunderen. Dat heeft enorme ravages veroorzaakt.

De witte mensen hebben in die andere continenten ziektekiemen verspreid waartegen de plaatselijke bevolking niet bestand was en dat heeft reusachtige sterftes veroorzaakt. In Latijns-Amerika bijvoorbeeld is de oorspronkelijke bevolking in de loop van de zestiende en zeventiende eeuw teruggebracht tot ongeveer één vierde – hoewel geweld en opzettelijke uitroeiing ook een rol heeft gespeeld in die demografische terugval.

De opbouw van de wereld die we vandaag kennen is dus gepaard gegaan met grote epidemische sterftes – maar dat aspect waren we eigenlijk “vergeten” want we hebben van de globalisering een groot hoera-verhaal gemaakt, een toonbeeld van vooruitgang.

Onze coronapandemie herinnert ons aan die donkere kant van de zaak: globalisering betekent ook grotere kwetsbaarheid. Een virus dat in China plots op de mens is overgegaan, is op enkele weken tijd over de hele wereld verspreid: we betalen de tol van onze grote mobiliteit.

Het kapitalistisch systeem wilt altijd zo goedkoop mogelijk produceren om zoveel mogelijk winst te maken, maar dan merken we plots dat we een hele reeks levensnoodzakelijke producten niet meer “bij ons” kunnen maken. Technologie brengt dus niet altijd of alleen de oplossing, maar is voor een deel ook de oorzaak van de problemen.

De klok terugdraaien gaat natuurlijk niet en met de globalisering moeten we op de ene of de andere manier verder. Ze moet vooral beheerst en gereguleerd worden.

En het is vooral totaal onzinnig om te denken dat elke natie het voor zichzelf wel zal redden. Ieder voor zich en nationalistische reflexen zijn net wat we als de pest kunnen missen.

– De Belgische historicus Guy Vanthemsche, oorspronkelijk voor De Wereld Morgen