Angela Merkel heeft haar orakel uitgesproken: “Der Nationalstaat alleine hat keine Zukunft.” Ze deed die uitspraak in het kader van een Frans-Duits initiatief om de Europese economie uit het coronadal te halen. Haar statement heeft een zware lading, het betekent misschien zelfs een kwalitatieve omslag. Het houdt veel meer in dan een oproep tot samenwerking in Europa. Daarmee zijn we intussen al 70 jaar bezig. Samenwerking kan vele gedaanten aannemen maar zegt niets over de positie van de natiestaat in dat proces. Wanneer je zegt dat de natiestaat in zijn uppie geen toekomst heeft, spreek je je daarover evenwel duidelijk uit. Ik ben uiteraard blij met Merkels verklaring. Over de honderd keer, denk ik, heb ik op Krapuul betoogd dat de EU verder geïntegreerd en gedemocratiseerd dient te worden opdat we als burgers zeggenschap kunnen krijgen over de politieke ontwikkelingen en niet tegen elkaar uitgespeeld worden met (nep)argumenten als ‘nationaal belang’ en ‘soevereiniteit’. Als het plan van Angela Merkel en Emmanuel Macron meer Europese integratie teweegbrengt, is dat waarschijnlijk positief nieuws voor links, zoals ik drie jaar geleden heb opgemerkt in Kan de Mercron-machine een voertuig voor links worden? Toen schreef ik over Europese integratie à la Mercron: ‘Profiteert ook links daarvan? Niet meteen. Op termijn zullen er evenwel mogelijkheden ontstaan om in de EU gezamenlijk socialer beleid te ontwikkelen.’
Vooralsnog wil Mercron natuurlijk niets weten van een socialere EU. Hun plan is bekritiseerd door Herman Michiel op Ander Europa. Hij geeft aan: ‘Het ‘revolutionaire’ van het plan is dat het gros van deze 500 miljard niet als lening, maar als subsidie naar lidstaten zou gaan die er om vragen… Waar er geen twijfel over bestaat is dat het krijgen van een subsidie gepaard zou gaan met strikte voorwaarden voor economische ‘hervormingen’.’ Zonder meer heeft Michiel een punt. Deze ‘hervormingen’ zullen ongetwijfeld asociaal zijn. Maar met betrekking tot subsidies, met andere woorden belastinggeld, is er gegronde aanleiding om beargumenteerd te eisen dat de bevolking van de EU democratische zeggenschap krijgt over de besteding. Het Europees Parlement dient er derhalve toezicht op te houden. De subsidies kunnen zo een breekijzer vormen om hervormingen van de EU af te dwingen. Dat ‘gevaar’ ziet Mark Rutte samen met enkele andere rechtse regeringsleiders, onder wie de sociaaldemocratische premiers uit Zweden en Denemarken respectievelijk Stefan Löfven en Mette Frederiksen, natuurlijk ook. Met de Oostenrijkse bondskanselier Sebastian Kurz verzetten deze vier zich tegen Mercrons plan.
Ook Anatole Kaletsky op Project Syndicate maakt gewag van de vier vrekken en ze zullen zorgen voor het nodige nachtelijke Europese gekibbel. Maar Macron en Merkel hebben zich al zozeer gecommitteerd aan hun plan dat terugkrabbelen geen optie is. Voorts ziet hij drie transformerende aspecten aan hun voorstel. De eerste twee punten betreffen de verandering dat Mercrons herstelfonds put uit eigen bronnen, belastingen, in plaats van dat nationale overheden de benodigde gelden genereren. Ten derde stelt het de EU in staat in de huidige economische omstandigheden met rente rond het nulpunt om nagenoeg gratis enorme sommen geld te lenen teneinde de Europese economie aan te zwengelen. Kaletsky noemt Mercrons plan een Hamiltonaans moment, naar de deal tussen Alexander Hamilton en Thomas Jefferson over overheidsleningen die de VS van een confederatie in een echte federatie manoeuvreerde. Zijn argumenten spreken aan, ofschoon Kaletsky zeker te hard van stapel loopt. Een progressief Europees vergezicht is evenwel zeer welkom tussen alle extreemrechtse hang in diverse lidstaten naar een nooit bestaand groot verleden. Maar traagheid als bij een Poolse Landdag is nu eenmaal een kenmerk bij uitstek van de EU.
(Foto: By © Raimond Spekking / CC BY-SA 4.0 (via Wikimedia Commons), CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=79701670)