Blaricum de ramp, maar daar blijft het niet bij – de dode korrel en de rijke vrucht deel 3

Wat voorafging: modernistische theologen ontdekten in de laatste decennia van de negentiende eeuw de sociale quaestie. Velen kozen voor het gemoderniseerde liberalisme, anderen kwamen bij het socialisme van diverse pluimage uit.

Radicale dominees klaagden er over dat de ideeën van Tolstoy niet genoeg ruimte kregen in het modernistische tijdschrift De Hervorming. Zij braken met dit blad en de Nederlandsche Protestantenbond in 1897, en begonnen hun eigen tijdschrift, Vrede genaamd. Dit heeft onder verschillende namen een kwart eeuw bestaan. De directe aanleiding tot de breuk wad de weigering van J.K. van der Veer om opnieuw dienst te doen in de militie. Hierbij deed hij een beroep op Tolstoys visie op het evangelie, wat Tolstoy op zijn beurt er toe leidde Les temps sont proches (Het einde nadert!) te schrijven. Van der Veer werd uitgever en redacteur van Vrede, dat officieel het orgaan van de Christen-anarchisten ging heten.

Tegelijk met de start van Vrede schreef de belangrijkste christen-anarchist die géén theoloog was, Felix Ortt, een boek getiteld Christelijk anarchisme, dat evenwel spoedig hertiteld werd tot Het beginsel der liefde – een pleidooi voor vrijwillige en volledige weerloosheid. Ortt werkte voro Rijkswaterstaat en had een methode ontwikkeld om het getij voor de Nederlandse kust te voorspellen, die tot 1985 in gebruik is gebleven. Deze civiel ingenieur en waterstaatkundige vertrok bij de diens in 1899, toen duidelijk werd dat hij onvermijdelijk ingezet zou worden bij het werk aan de nieuwe marinehaven van Den Helder.

De mensen die zich in die dagen christen-anarchist noemden koesterden het idee van een eigen binnenlandse kolonie, waar men zou samenwonen en het land bewerken, in de geest van Christus of de eerste christenen. Het is nog enigszins de vraag waar dit idee vandaankwam, maar waarschijnlijk lijkt mij de diverse socialistische experimenten, ook utopisch genoemd, in Noord-Amerika. Schrijver/filosoof/psychiater Frederik van Eeden had zijn eigen kolonie in Laren (N.H.), genoemd naar Walden van Thoreau. 1) Van Eeden was sinds hun schooljaren bevriend met Felix Ortt. De invloed van Van Eeden op het Nederlands christen-anarchisme is moeilijk te overschatten. Zijn belangstelling voor spiritisme, zijn visie op het socialisme – de nieuwe maatschappij opbouwen in en tegelijk buiten de bestaande maatschappij – en wellicht ook zijn symbolisme als romanschrijver en dichter, hadden grote invloed. Hij kan evenwel noch als anarchist noch als christen-anarchist beschouwd worden.

In Blaricum, dicht bij Van Eedens Walden, kocht een rijke sympathisant met het christen-anarchisme, Jac. van Rees, professor in de histologie (weefselkunde), een stuk land van zeer slechte kwaliteit voor de christen-anarchistische kolonie. De eerste die er gingen wonen waren ds. Anne de Koe, die de Kerk verliet omdat hij niet in de marinehaven Den Helder wilde dienen, en ds. S.C. Kijlstra, spoedig gevolgd door de student theologie Lod. van Mierop. De uitgever Van der Veer trad ook toe, maar vertrok al spoedig naar Engeland, waar het christen-anarchisme meer uitgesproken geïnspireerd was door Tolstoy. Achteraf kan het makkelijk gezien worden dat dominees die in boeren op arme grond wilden veranderen, zonder enige ervaring op landbouwgebied, een recept voor een ramp waren. Zij werden aangevuld door meer ervaren werkers, maar die deelden niet noodzakelijk hun hoge idealen. De kolonie trok mensen die toen zowel als nu als problematisch gezien konden worden, evenals Walden – psychiater Van Eeden trok patiënten aan die genezen hoopten te worden door het landelijk leven.

Om professor Van Rees niet te belasten met de formele verantwoordelijkheid voor de kolonie moest zij een eigen wettelijke vorm krijgen, de vereniging “Internationale Broederschap”, die eind 1899 koninklijke erkenning kreeg. De naam moest de universaliteit van het christen-anarchistische ideaal uitdragen en het streven naar broederschap. Misschien was er broederschap, maar zusterschap zeker niet: de echtgenotes van de dominees bleken niet al te bereidwillige deelneemsters aan de kolonie. Dit doorkruiste het algemeen beleden ideaal van gelijke rechten, een belangrijk onderdeel van het christen-anarchisme. Maar ook aan de broederschap ontbrak het een en ander. Mensen die onwaardige leden werden geacht kregen te horen dat zij moesten vertrekken, hetgeen zelfs wel eens in de vorm van briefjes op de muur van de gemeenschappelijke eetzaal gedaan werd. Felix Ortt kwam tamelijk laat bij de kolonie, waar hij als natuurgeneeskundige, drukker en redacteur van de uitgeverij fungeerde. Van der Veer was spoedig vervangen als redacteur, omdat hij te fanatiek tolstojaans was; en na verblijf bij geestverwanten in Engeland zei hij het christen-anarchisme in zijn geheel vaarwel, waarbij hij er geen geheim van maakte dat hij de Engelse tolstojanen stapelgek vond. Dit is een van de redenen dat de Internationale Broederschap nooit echt internationaal is geworden in de letterlijke betekenis.

Hooggestemde Anne de Koe verliet de kolonie teleurgesteld, om zich te voegen bij Walden waar hij nog teleurgestelder raakte. Hij sloot zich aan bij de sociaal-democraten en had later grote invloed bij de jeugdbeweging.
Het rampenverhaal eindigt hier niet mee. De kolonie bood vergaderruimte bij de voorbereiding van de algemene staking van 1903. Dit werd niet gewaardeerd door de meeste dorpsbewoners, die toch al argwanend stonden tegenover de vegetarische reformkleding dragende (“grasetende naaktlopers”) kolonisten. Op de kermis van Blaricum, altijd een goed excuus voor zuipen, verzamelde zich een bende die de kolonie ging aanvallen voor koningin en vaderland. De meeste kolonisten vluchtten angstig, maar Lod. van Mierop ging weerloos en demonstratief voor het raam de bijbel zitten lezen, zodat hij een brandbom naar zich geworpen kreeg. De kolonisten moesten gered worden door de marechaussee, wat zowel praktisch als moreel een zware nederlaag was. Toen kolonisten hierna bespraken hoe zij zich konden verdedigen tegen herhaling van deze aanval en er sprake was van bewapening, was dit het bittere einde van de kolonie als gemeenschap in de geest van Christus.

Verstrooid en bedroefd hadden de aanhangers nog wel hun centrale punt in de vorm van het blad Vrede. Maar het idee van blijvende eenheid werd weggeblazen toen Van Rees een minnares bleek te onderhouden, wat niet op rein leven wees. De Internationale Broederschap werd feitelijk ontbonden. Toen het laatste, zoniet het enige proletarisch lid, S. van den Berg (“Jan Boezeroen”) – een zeer opmerkelijk christen-anarchist, joods en syndicalist – om steun vroeg voor de staking in de Rotterdamse haven in 1906 kreeg hij geen antwoord op zijn verzoeken. Dit betekende het einde van de illusie dat het christen-anarchisme een rol speelde in de arbeidersbeweging.

Dit mag klinken als een rampenverhaal, maar dit is slechts de spectaculaire kant van de Broederschap die er nooit echt geweest is. De werkelijk belangrijke rol van de Nederlandse christen-anarchisten lag in het strijdperk der gedachten. Zij organiseerden dienstweigering, en voerden actie voor iedere jonge man die weigerde het uniform te dragen, verplicht sinds 1901. Het pleiten voor rein leven werd gecombineerd met seksuele voorlichting voor zowel zogeheten heteroseksuelen als voor homoseksuelen, op welk gebied zij beslist pioniers waren, hoe men nu ook over die teksten mag denken. Zij hadden hun onmiskenbare invloed op de gedachte van dierenbescherming, zodanig dat Nederland op dit punt nog steeds een voorloperland is met zijn Partij voor de Dieren.
Louis Bähler vertaalde een boeddhistische oproep toto zending onder de christelijke barbaren in Europa – een falsificatie. Dit leidde tot een schering tussen modernisten en anti-modernisten in de Nederlandse Hervormde Kerk in 1906, een breuk die nog steeds niet geheeld is. Bähler kon aanblijven als dominee doordat de modernistische vleugel de strijd om zijn plaats had gewonnen. Toch vertrok hij uit het ambt na een conflict met zijn gemeente, in 1909.
Ook het idee van het beginnen van een eigen bedrijf met zelfbeheer, als middel tegen het kapitalisme, sloeg aan en is blijven voortbestaan tot nu toe.
Dus ondanks wat meen zou kunnen denken over het rampenverhaal, zou ik zeggen dat het verhaal van het Nederlandse christen-anarchisme er een is van kleine maar belangrijke successen. Waarmee het ideaal en zijn verkondigers een gewicht hebben dat ver boven het verhaal van de nederlaag of mislukking van de Blaricumse kolonie uitgaat.

1) Ortt probeert het boek te recenseren maar slaagt er niet in en schrijft dat hij niemand kent die het helemaal heeft uitgelezen. Dus blijkbaar ook Van Eeden niet…

– Dit is een aflevering van een lopende serie over het Nederlands christen-anarchisme, een vertaling van een artikel hierover van mijn hand in het boek Religious anarchism.
Voorgaande afleveringen in de serie:

1. Preambule.
2. Wieuwerd en de Labadisten
3. Van Woerdense Verlaat tot en met De Wilp
4. Van de profeet van Coevorden tot Tolstoys Naderend Einde