VS-president Donald Trump wil Groenland inlijven. Zo’n idee betekent een omslag in de geopolitiek van westerse kapitalistische landen. Tot nu toe werd inlijving van landen toegedicht aan ondemocratische staten – denk aan Ruslands president Poetin die Oekraïne wil annexeren – terwijl het Westen soevereiniteit van landen propageert. Soevereiniteit in naam wel te verstaan. Zo’n tien jaar geleden schreef Leo Schmitt op Krapuul over Noorse soevereiniteit en kwam tot een vernietigend oordeel erover: het land loopt aan de leiband van de VS en EU. Het is slechts een voorbeeld van tal van stukken over afbrokkelende soevereiniteit die in de loop der tijd op dit platform zijn verschenen.
Een grote mate van soevereiniteit is slechts voor een beperkt aantal landen weggelegd, maar wat doet juist het meest soevereine land van koers wijzigen? Een gemakkelijk antwoord is dat Trump een machtswellusteling is en pakt wat hij pakken kan. Belust op macht is de Amerikaanse president zeker maar er speelt een dieperliggende factor mee. Die heeft te maken met neoliberalisme. Neoliberalisme veronderstelt onder andere dat welvaart voortvloeit uit mondiale, vrije kapitalistische concurrentie en dat staten slechts hoeven te zorgen dat ondernemingen geen monopolies krijgen. Zolang dat concept de machtigste staat ter wereld ten goede komt, blijft neoliberalisme ondersteund.
Maar langzamerhand keert de neoliberalistische idee zich tegen de VS. Het einde van de geschiedenis, zoals verondersteld door politicoloog Francis Fukuyama, waarbij landen zich uiteindelijk tot ‘liberale democratieën’ ontwikkelen, laat voorlopig nog op zich wachten. Met name China vormt een economische bedreiging voor de VS. De aldaar door de Chinese staat gesteunde grote ondernemingen overvleugelen geleidelijk aan de Amerikaanse op veel gebieden. Veel Amerikanen voelen zich economisch bedreigd, vooral die in de maakindustrie. Als er dan iemand MAGA (Make America Great Again) roept, voelt een meerderheid zich daartoe blijkbaar aangesproken.
Niet alleen ervaren inwoners van de VS zich onmondig in de neoliberale wereld, sterker nog en niet zonder reden, ervaren EUropeanen (inwoners van EU-landen) zich nietig. In tal van EU-landen wint extreemrechts terrein met hun versie van MAGA, bijvoorbeeld door te pleiten voor een exit uit de EU teneinde weer eigen baas te zijn. Op de onzinnigheid van een EU-exit zal hier niet worden ingegaan.
Trump probeert MAGA te verwezenlijken door enerzijds met zware importheffingen de effecten van neoliberalisme te matigen en anderzijds het idee van een groot Amerika niet te beperken tot de huidige VS. Als het land zijn heersende positie verliest, is de door de VS traditioneel bevorderde fictie van soevereiniteit van landen gedoemd te verdwijnen. Want de VS kan groter en sterker worden door uit te breiden. Tenslotte is de VS goot geworden als land van immigranten. Nog enkele ‘vreemden’ erbij maakt de VS hoegenaamd niet anders. Annexatie van Groenland is in die gedachtegang maar een klein eerste stapje, Canada kan volgende in de rij zijn.
De politieke ontwikkelingen in de VS en in de EU tonen de opkomst van extreemrechts overduidelijk. Er wordt door links dan ook naar alternatieven gekeken. Zo onderzoekt politicoloog Jan Zielonka op Social Europe in Why Populists Are Winning: The Broken Promise of Liberal Democracy er een aantal. Hij meent dat de voornaamste verklaring voor de opkomst van extreemrechts ligt in de erosie van de liberale democratie. De de door internet gegenereerde interconnectiviteit tussen mensen maakt volgens hem dat de bestaande natiestaten slecht uitgerust zijn voor de nieuwe uitdagingen. Bestuur met meerdere niveaus (is er natuurlijk al) en beslissingen met transnationale en lokale actoren (gebeurt al) geeft hij als remedies aan. Tussen haakjes is aangeduid dat wat hij bepleit niets nieuws is. Hoewel hij een mismatch bemerkt tussen de natiestaten en de uitdagingen voor ze, noemt hij neoliberalisme in combinatie met de huidige opvatting van soevereiniteit niet als veroorzaker van de malaise. Daarentegen voelt Trump intuïtief aan dat de actuele vorm van natiestaten zijn langste tijd heeft gehad. Links zou er goed aan doen de tijdgeest te volgen. Zo is het met betrekking tot Groenland raar dat slechts 60.000 inwoners zouden kunnen beslissen over een land met de grootte van half de EU.