Echt dom kan Herman Cain niet geweest zijn, hij had immers toch een behoorlijke opleiding en carrière.
Maar hij werd wel ten eerste Republikein en ten tweede ook nog eens Tea Partier, en ook iemand zo weerzinwekkend als Donald Trump deed hem de Republikeinse Partij niet de rug toe keren. Wat je daar als Afro-Amerikaan te zoeken hebt is me om te beginnen een raadsel.
Zijn ideeën pasten er wel bij: als voorzitter van de National Restaurant Association pleitte hij immers ooit tegen verhoging van het minimumloon, tegen verplichte ziektekostenverzekering, tegen anti-rookmaatregelen en tegen het verlagen van het toegestane promillage van alcohol waarbij je nog mag rijden. Je reguliere rechtse, egoïstische klootzakkenstandpunten, zeg maar.
Dat hij afgelopen juni besloot de rampzalig slecht bezochte campagnerally van Trump in Tulsa te bezoeken – als verhoogd-risico persoon na in 2006 kanker te hebben overleefd – pleit nog minder voor zijn beoordelingsvermogen. Hij tweette er nog over dat mensen nu wel klaar waren met die maatregelen en maskers niet verplicht waren. Elf dagen later bleek hij besmet te zijn met het coronavirus, en nu, een maand later, is hij aan de gevolgen ervan overleden.