Uit dit voorafgaande zou u kunnen concluderen dat men in Huize Van der Kluft trouw kijker is naar de BBC-serie Who do you think you are?. Niet uit interesse naar die bekende Britten die wij al net zo min kennen als de Bekende Nederlanders (nou, misschien enkelen iets meer, omdat we echt nooit nooit nooit naar de Nederlandse reclametroep kijken). Genealogische naspeuringen zijn een blik op de sociale geschiedenis die ons verder maar spaarzaam of niet gegund zou worden. In Groot-Brittannië komt men nog wel eens uit in de semi-slavernij van Ierland, of bij de semi-slavenhouders daar (een persoon had beiden in haar voorgeslacht; dat kan ook); of in het armenhuis/werkhuis waar mijn Gade ook voor haar voorzaten naar speurt. Bij de gewone boerenlul komt er niet de historicus v/m die al bijna alles heeft uitgezocht want ja het is televisie. Je moet het zelf maar uitzoeken, eindigt in de wildernis van een begraafplaats waar een steen niet terug te vinden is, een werkhuis dat tot Leuke Appartementen voor rijke luitjes is verbouwd of simpelweg gesloopt.
Bij zwarte Britten met een Britse achternaam kun je het bij dit programma zien aankomen. Het spoor eindigt in een lijst van te veilen mensen. In een geval kwam de hoofdpersoon er achter dat een voorzaat verkracht was door haar “eigenaar” en dat hij er niet zou zijn geweest zonder die verkrachting. Frederick Douglass beschreef het al, het vreemde idee dat hij werd afgeranseld door iemand die eigenlijk zijn broer was. In de situatie in het verleden terechtkomen waarin je de grondslag van jouw bestaan nu moet haten.
Hoe dan ook houdt het spoor op bij zo’n lijst. Mensen hebben geen achternaam en van de kinderen, die automatisch ook slaaf worden – zie Douglass – wordt geen vader vermeld, want wie weet is het die brave witte christelijke huisvader.
In de vroege ochtend vandaag was het weer eens raak. De oorspronkelijke uitzending hebben we niet kunnen zien, ook al waren we in Engeland en is Gade Engels: je moest ook kijkgeld betaald hebben om televisie te kunnen kijken op je tablet.
De mij niet of nauwelijks bekende Neil Clarke (hij heeft onder andere in Dr. Who gespeeld, verneem ik) kwam terecht op Trinidad, bleek al gauw op andere eilanden terecht te moeten en eindigde op Carriacou, dat staatkundig bij Grenada hoort. Grenada, dat heel moedig in 1983 is bezet door de Verenigde Staten omdat er een links bewind was.
Het begint al bij de naam van het eiland, die Frans aandoet, maar in feite inheems is – maar van de inheemsen geen spoor meer, behalve die naam.
En dan de lijsten. Clarke komt er achter dat hij heel wat familie heeft rondlopen op het eiland. Het eiland is bekend om zijn Big Drum muziek, en een proeve hiervan brengt ons onmiskenbaar naar het Afrika waar de onvindbare voorouders van de meeste Carriacouanen vandaankomen. Akan, noemt een van zijn familieleden, een groot volk, verspreid over Ivoorkust en Goudkust (nu Ghana geheten) – de volgende historische schanddaad, landen genoemd naar het product dat ervandaangeroofd werd.
(Ja, er was ook een Slavenkust, die werd later Nigeria genoemd, wat nog wel eens werd uitgesproken door de kolonialen alsof het met twee g’s gespeld wordt).
Clarke zegt – ik ken dit programma, en ik zie die mensen die hun voorgeslacht tot 1066 kunnen volgen (het jaar waarin Engeland overweldigd werd vanuit Normandië maar dat wordt dan weer anders uitgedrukt in de geschiedenislesjes). 1066 is ver, maar in de buurt komt men vaak wel, via het Domesday book. En bij Clarke houdt het op bij de lijst zonder vaders en zonder vermelding van de herkomst van de handel in mensen. De woede en plaatsvervangende schaamte die ik voelde toen ik het zag is wel alweer wat gezakt. Zo zit de wereld nu eenmaal in elkaar nu, en het komt er op aan dat te veranderen.
Ik ben niet medeschuldig, maar tegen wil en dank medeplichtig, hier en nu.
De muur van een voormalig armenhuis in Londen zegt het hierboven raak. Wees deel van de oplossing, niet van het probleem.
Tot slot wat Big Drummuziek van Carriacou.