Toys for the boys, overeenkomsten tussen het onderwijs- en JSF-debacle

Onderwijs is mensenwerk. Wat overdreven gezegd, als je een goede leraar hebt dan heb je daarnaast niet zo heel veel meer nodig om kwalitatief goed onderwijs neer te zettten. Als u wilt weten wat een goede docent is kijk dan eens hier of hier . Bestuurders en managers in het onderwijs bleken soms andere prioriteiten te hebben dan professionalisering van hun docenten en vonden het soms boeiender om ondernemertje te gaan spelen met belastinggeld. Dit heeft, overigens net als in de zorg, tot een aantal vervelende debacles geleid. Mede om te benadrukken dat de ongewenste gang van zaken rond mislukte investeringen in de onderwijssector niet zo heel veel verschilt van debacles die elders plaatsvinden is het interessant om een vergelijk te trekken met de JSF-perikelen. Ik zie de volgende overeenkomstige zaken:

  • Onnodig luxe hardware met verkeerde specificaties en verkeerde aanschafargumentatie
    De JSF is een middel dat helemaal niet past bij de strategische opgave waar Nederland voor staat. Op dezelfde wijze heeft het onderwijs helemaal geen behoefte aan luxe protsgebouwen op de duurste locaties maar voldoet een “doos in de wei” ook prima, mits er een bus voor de deur stopt en er ruimte is om de scooter te parkeren. Een belangrijk argument voor de aanschaf van de JSF is de werkgelegenheid die het zou meebrengen. Over de ratio hiervan is elders genoeg gezegd en Nederland doet in andere gevallen trouwens helemaal niet aan industriepolitiek. Het doet allemaal heel sterk denken aan de argumentatie van de brave huisvader die echt vindt dat hij een zoveelste dure racefiets of iPad nodig heeft. Toys voor de boys dus, en dat geldt ook voor onderwijsbestuurders die graag willen meedoen met de andere grote jongens en meisjes.
  • Verkeerde focus
    De JSF is het antwoord op de vorige oorlog. Als we door muggen belaagd worden hebben we niets aan een kanon. In het onderwijs moeten we ons concentreren op het primaire proces en de professionals die daar acteren. Facilitaire zaken zoals gebouwen en ICT zijn weliswaar niet onbelangrijk maar zeker niet primair.
  • Onnodig risicovol gedrag met de portemonnee van iemand anders
    Ondernemend gedrag is goed maar elke goede ondernemer zal niet verder gaan dan “calculated risks” want anders wordt het speculeren. Met de JSF heeft Nederland zichzelf bewust in een fuik geplaatst waarbij er gaandeweg geen terugtocht meer mogelijk is. Dat wordt door voorstanders vervolgens ook als strategie en argument gebruikt “stoppen is duurder dan doorgaan”. Dat is speculeren met belastinggeld.Op dezelfde wijze hebben onderwijsinstellingen, die als het goed is verstand van onderwijs hebben, zich op het gebied van projectontwikkeling begeven waar ze iets minder kaas van gegeten hebben. ‘Schoenmaker blijf bij je leest’ is blijkbaar een vergeten volkswijsheid.
  • Regeren is vooruitzien
    Het onderwijs is jarenlang verwend met tijdelijke extra subsidiepotjes (b.v. “innovatiebox” of “stagebox” in MBO) die jaar in jaar uit werden gebruikt om de exploitatie sluitend te krijgen. Als deze middelen vervolgens niet leiden tot efficiencywinst of strategisch voordeel (en dus extra leerlingen c.q. meer inkomsten) en na jaren gestopt worden is Leiden in last. Sterker nog, de overheid draait het inmiddels om, minder presteren (b.v. meer voortijdige schoolverlaters) leidt straks tot minder inkomsten. Als de financiële middelen grotendeels vastzitten in vastgoed of te grote en verkeerd opgebouwde personeelsformaties loop je als instelling langs de rand van de afgrond waarbij onverwachte windvlagen fataal kunnen zijn. Dat er tegenwind is opgetreden is gebleken en was ook voor een groot deel te voorzien.
  • Het toezicht heeft gefaald
    In de JSF-kwestie is gebleken dat de Tweede Kamer zich buiten spel heeft laten plaatsen. Toekomstig onderzoek zal wel duidelijk maken hoe de stakeholders gemanipuleerd en bewerkt zijn.
    In onderwijsland blijkt op dezelfde wijze dat de Besturen en Raden van Toezicht eerder een lam dan een leeuw zijn. Dat is niet verwonderlijk omdat deze raden slechts een paar keer per jaar bijeenkomen. Zelfs als er sprake is van welwillende en deskundige specialisten op deelgebieden zullen deze meestal niet opgewassen zijn tegen professionele bestuurders die elke dag met de materie bezig kunnen zijn. Bovendien zijn toezichthouders voor hun informatievoorziening volledig afhankelijk van de bestuurders die ze geacht worden te controleren. De onderwijsinspectie blijkt bovendien onvoldoende effectief te zijn. Dit leidt er toe dat “checks and balances” ontbreken en slechte bestuurder hun gang kunnen gaan totdat de “shit” de “fan” raakt en dan is het meestal te laat.
  • De gevolgen zijn desastreus
    Het JSF-debacle leidt er toe dat Defensie een groot deel van haar missie straks niet meer kan uitvoeren omdat een onevenredig deel van het budget wordt opgeslokt door deze molensteen. Bij onderwijsinstellingen waar het kapitaal vastzit in betonnen of menselijke formaties worden dezelfde gevolgen zichtbaar. De “collateral damage” is aanzienlijk en kan aanleiding geven tot kettingreacties. Waar destijds argumenten van groei en werkgelegenheid werden gebruikt om de investeringen te rechtvaardigen blijken de gevolgen in het tegendeel te verkeren. De JSF-aankoop leidt tot extra bezuiniging en afbraak elders binnen Defensie. Datzelfde zie je bij onderwijsinstellingen die als gevolg van slecht financieel beleid (extra) moeten snijden in de reguliere exploitatie.

Gastbijdrage van Jodocus.

3 gedachten over “Toys for the boys, overeenkomsten tussen het onderwijs- en JSF-debacle”

  1. Het een word bestuurd door managers die eigenlijk schoolmeesters zijn .Het andere door lobyisten die partij prominenten vleien .Het kost beide geld .

  2. JSF is in dezen een lobby item.

    Het vertegenwoordigt in geen enkele zin de Nederlandse interessen maar deze van een klein groepje lobbyisten die hopen erbij grote winsten te kunnen maken.

    Het hele steun voor dit project is volkomen irrationeel.
    Het heeft niets met normale, gezonde redenering te maken.

    Daarom is het ook erg moeilijk om met rationele argumenten daar tegen in te gaan.

  3. Het is afwegen, of een JSF of het oplossen van het feit dat voedselbanken nodig zijn in dit land. Kiezen of delen, en tsja, dan is die JSF toch belangrijker?

Reacties zijn gesloten.