Testen, thuisblijven en terugvechten

Testen, thuisblijven en terugvechten

Enige anarchistische gedachten rond corona – een longread

Inhoud

  • 1 Testen
  • 2 Thuisblijven
  • 3 Een ethiek van de onbekende derde
  • 4 Verantwoordelijkheid en overheidsbeleid
  • 5 Lockdown? Shutdown!
  • 6 Doen wat Rutte zegt?

Laten we de boel eens op een soort van rij zetten. Er woedt een levensgevaarlijke epidemie. Cijfers check je maar even ergens anders, tegen de tijd dat je die leest, lopen ze op wereldschaal toch al weer duizenden doden en tienduizenden besmettingen achter. Regeringen rivaliseren in onmacht en lafhartigheid, en geven de schuld aan stoute mensen die niet binnen blijven als ministers dat zeggen. Mensen zelf zijn verdeeld – soms binnen dezelfde persoon – tussen ‘regering, doe iets!’ en ‘ik maak zelf wel uit wat ik doe’. Beide impulsen drukken iets reëels uit: de regering oproepen ‘iets te doen’ drukt het gevoel van urgentie uit dat de nood hoog is en ingrijpen vereist. ‘Ik maak het zelf wel uit’ drukt een vrijheidsdrang uit die tegenover een oppermachtige overheid niet misplaatst is, maar wel onprettig neoliberaal vormgegeven. Maar tegenover elkaar geplaatst leiden ze allebei tot meer rampzaligheid, tot de valse tegenstelling tussen politiestaat enerzijds en sociale onverschilligheid anderzijds. Waar moet dat heen? En vooral: wat doen we – ja, we, niet Rutte of het RIVM maar we – er aan?

Mensen worden ziek door het huidige coronavirus. Sommigen gaan dood vanwege de ziekte die dat virus veroorzaakt. Het is zaak dat we dat virus de weg versperren. Daaraan kan iedereen bijdragen, daarin hebben we allemaal een verantwoordelijkheid. Het feit dat Rutte en consorten dat woordje ‘verantwoordelijkheid’ gebruiken, is geen reden om dat woord achterwege te laten. We kunnen elkaar besmetten. We kunnen dat proberen te voorkomen. Dat is noodzaak, daarmee redden we mensenlevens. Als we uitwerken hoe we dat zelf doen, dan hebben we een stuk strategie tegen de pandemie.

1. Testen!

Maar het helpt als we weten waar de pandemie woedt, waar het virus uithangt en wat het uitspookt, hoe de verspreiding verloopt. Dat is een professionele taak, een taak van medisch personeel in ziekenhuizen en GGDs en dergelijke. Het is echter geen taak die vanzelf goed verloopt. Het vergt ingrijpen vanuit de maatschappij, van jou en van mij, om goed beleid gebaseerd op verstandig inzicht op de rails te houden, en deels – zo ernstig is de situatie – te krijgen.

Essentieel daarbij is: testen! De Wereld Gezondheids Organisatie WHO dringt daar op aan. In landen waar het min of meer lukt de pandemie af te remmen – Zuid-Korea bijvoorbeeld – wordt zeer uitgebreid getest. Ze testen mensen met symptomen die op besmetting wijzen, niet pas als ze doodziek het ziekenhuis binnenkomen maar veel eerder. Is iemand volgens de test besmet met het coronavirus, dan worden alle mensen die in de periode daarvoor met deze persoon in aanraking geweest zijn achterhaald en ook getest. Wie besmet is, wordt geïsoleerd zodat verder besmetting wordt tegengegaan. Op deze manier lukt het om zicht op de besmetting en de epidemie te houden. Op deze manier wordt verdere verbreiding van de epidemie ook tegengewerkt want contact tussen besmette en niet besmette mensen wordt zo veel mogelijk tegengegaan. Het is een intensief en ongetwijfeld kostbaar proces. Het is niet zonder problematische kanten voor de privacy van mensen. Maar het redt mensenlevens. Doe je dat niet, dan weet je nauwelijks waar de epidemie in welke mate woedt, en is het tegengaan van verspreiding ervan veel moeilijker. Bovendien merk je dan pas in een laat stadium dat mensen ziek zijn van het virus, en begint adequate behandeling ook veel later dan bij vroegtijdig en wijdverbreid testen mogelijk zou zijn.

Zolang gezondheidszorg nog niet in handen is van vrije gemeenschappen van gelijkwaardige en solidaire mensen, zolang we niet zelf gezamenlijk kunnen regelen dat er adequaat getest wordt, is het nodig om te eisen van degenen die er nu voor die zorg verantwoordelijk zijn dat ze die zorg ook op orde hebben. Die verantwoordelijken zitten in ‘onze’ regering. Dat betekent bij corona dat we van die regering eisen dat ze testen en nog eens een keer testen. Verzuimt een regering zo’n intensief testbeleid, dan is zo’n regering crimineel nalatig. De Nederlandse regering is crimineel nalatig, want in Nederland wordt als deel van het regeringsbeleid maar heel spaarzaam getest.

Het verhaal achter dat spaarzame testen is: onvoldoende capaciteit. Het verhaal is echter ook: eigendomsrecht en winstbejag, al wordt dat minder rechtstreeks gezegd. Chantal Reusken, als viroloog werkzaam in het RIVM, zegt over bepaalde zaken die voor dat testen noodzakelijk zijn: ‘We kunnen bijvoorbeeld niet zelf de extractiematerialen maken, omdat de samenstelling hiervan niet openbaar is. Dat is bedrijfsgeheim van de producenten’.(1) Wat die ‘producenten’ feitelijk zeggen: Wij weten hoe we levens kunnen helpen redden, maar we vertellen het lekker aan niemand want anders doen jullie het ook en maken wij minder winst. Het zijn producenten van dood en verderf. Waarom er nog geen met machinegeweren bewapende groep mensen is langs geweest bij de betreffende ‘producenten’ om dat ‘bedrijfsgeheim’ at gunpoint openbaar te maken en open source beschikbaar voor iedereen? Ik heb geen idee, maar het wordt hoog tijd.

In Groningen leggen ze gelukkig het landelijke beleid naast zich neer en wordt wel veel uitgebreider getest.(2) Hulde! Maatschappelijke druk verandert weer eens zaken ten goede tegen het officiële beleid in. De bewering vanuit regering en RIVM dat er onvoldoende capaciteit is voor al dat testen, wordt overtuigend bestreden: in Groningen hebben ze meerdere leveranciers van tests, en weten ze aan benodigde spullen te komen. Het UMGG in Groningen heeft zich ook goed op de situatie voorbereid, zoals ook Ann Vossen, een viroloog uit het Outbreak Managementsteam dat de regering adviseert, erkent.(3) In Groningen hebben ze hun zaakjes op orde, en dat kan het landelijk verantwoordelijke RIVM ze klaarblijkelijk niet nazeggen.

Intussen is er zich beweging aan het organiseren om dat testbeleid landelijk te maken. Aan ons de taak om die beweging te versterken en de druk maximaal op te voeren. Petities zijn zowat het zwakste wapen dat we daarvoor hebben, maar een zwak wapen dat vaardig gehanteerd wordt, is beter dan helemaal niets. De petitie heet: ‘Testen, testen, testen: waarom wij de GGD’s vragen om te breken met het RIVM’(4). Tekenen is veel en veel beter dan niet tekenen, van een door zeer velen in korte tijd getekende petitie gaat tenminste nog enige symbolische druk uit. Laten we ons intussen, als de petitie en vooral het voorbeeld uit Groningen nog geen beleidswijziging op gang krijgen, beraden op de vraag hoe er meer, hardere druk gezet kan worden om het testbeleid in noodzakelijke, levensreddende richting uit te breiden.

2 Thuisblijven

Testbeleid kunnen we beïnvloeden door maatschappelijke druk. Die kunnen we zelf organiseren, dat werkt stukken beter dan bedelen bij politici. Maar uiteindelijk zijn het experts en vaklieden die de tests uitoefenen en de organisatie erom heen verzorgen. Er zijn echter ook aspecten aan de pandemie waar we veel rechtstreekser invloed op kunnen hebben. De enige expertise die er voor nodig is, is een geweten, enig inzicht in hoe de verspreiding van het virus plaats vindt en de bereidheid om zelf stappen te zetten. Wat we samen zelf kunnen doen is essentieel: de verspreiding van het virus stuiten.

Belangrijk startpunt daar is dat we snappen wat er gebeurt. Je leest wel eens zinnen als ‘het virus verspreidt zich snel’. Dat is verkeerd geformuleerd. Het virus verspreidt zich eigenlijk helemaal niet. Het verspreidt zich niet snel en het verspreidt zich niet langzaam. Het virus wordt verspreid, door mensen om precies te zijn. Mensen verspreiden dat virus, door te niesen en te hoesten waardoor druppeltjes met virus in de lucht komen en door andere mensen kunnen worden ingeademd. Mensen verspreiden het virus doordat ze oppervlakken aanraken waar druppeltjes met virus zijn geland, waarna het virus aan hun handen komt en vervolgens via het gezicht in de luchtwegen wordt gebracht. Dat doet het virus dus allemaal niet, daar heeft het virus professionele vervoerders en distributeurs voor nodig. Het virus verspreiden, dat doen wij. Natuurlijk doen we het niet met opzet. Natuurlijk doen we het niet bewust. Maar we doen het wel. Deden we het niet, dan was het virus nooit zo ver gekomen.

De verspreiding van het virus stuiten betekent: ophouden het virus te helpen zich te verspreiden. En het aardige is: dat kunnen we ook. Niet helemaal, maar wel in aanzienlijke mate. Die verspreiding is vatbaar voor gericht menselijk gedrag, waar iedereen een bewuste en positieve rol in kan spelen, uit zichzelf en vanuit eigen verantwoordelijkheidsbesef. Dat klinkt VVD-ig liberaal, maar dat komt doordat het liberalisme, zelfs de VVD-verminking ervan, soms de goede woorden hanteert – om die vervolgens ondergeschikt te maken aan kwade daden. Niet de taal is dan verkeerd, maar het contrast tussen woord en daad, de hypocrisie.

Terug naar onze verantwoordelijkheid. Hoe stoppen we die verspreiding van het virus dan wel? Natuurlijk niet door niet meer te niesen en te hoesten, want dat hebben we niet in de hand, en maar deels in de holte van onze elleboog. Het kan wel door fysiek afstand te houden van mensen, zodat de resultaten van je niesbui en gekuch geen andere mensen bereikt. Het kan door handen wassen, zodat je vingers het virus niet verspreiden. Het kan door oppervlakten waar je met je handen aan bent geweest, of waarop nies- en hoestdruppels geland kunnen zijn, schoon probeert te houden. Basishygiëne helpt.

Gedragsverandering helpt ook. Vandaar de oproep die ik op internet vrij hardhandig aan mensen opdring: #staythefuckhome. Blijf thuis, hou ruim afstand, ook van huisgenoten, mijd plekken waar groepen dicht bijeen zijn, mijd fysieke nabijheid met andere mensen, ook vriendinnen, vrienden en bekenden, ook collega’s en klasgenoten en medestudenten, ook kameraden. De exacte grens trek je zelf. Maar wil dit werken, dan is het zaak dat iedereen die grens wel streng, nauwsluitend en met flink wat persoonlijke en gezamenlijke zelfdiscipline trekt. Het is altijd niet leuk, maar wel goed en nodig, om daarover ook met elkaar in gesprek te gaan. Mijn grens? Een of twee keer per week voorzichtig naar de supermarkt. Een keer in de week een vaste eetafspraak waar een vriendschappelijk maar ook een mantelzorgaspect aan zit. That’s it. Geen afspraken met vriendinnen en vrienden, geen spannende ontmoetingen in de nacht, geen politieke overlegjes en vergaderingen, zelfs niet met twee of drie. En al helemaal geen demonstraties, manifestaties, lezingen en wat je maar kunt bedenken.

En over die ene vaste eetafspraak heb ik goed na moeten denken, het sprak niet helemaal vanzelf dat ik ermee door ging. Maar veel mensen hebben – gelukkig! – zo’n Significant Other,(5 ) of dat nu een partner is, een hele goede vriend, een familielid, voor wie je er gewoon bent, en andersom. Die persoon blijven zien – maar ook met de noodzakelijke afstand – is niet verkeerd, zo goed als bijeen blijven als gezin of een vergelijkbare zeer kleine groep ook niet verkeerd is. Als mensen zelfs van dit type contact – nogmaals, met zeer weinig mensen – zouden moeten afzien hebben we straks misschien wel overlevenden, maar geen daadwerkelijk levende mensen meer, en dat kan ook de bedoeling niet zijn. Speciaal een groep vormen voor dit type contact, zoals CrimethInc. in een op zich interessant artikel(6) bepleit, spreekt me minder aan. Dan breid je dus juist je fysieke sociale contacten juist weer uit, en vergroot je risico’s en niet uitsluitend voor jezelf. Het gaat er echt om de fysieke nabijheid met mensen drastisch terug te brengen tot een minimum. Alweer: niet louter voor elkaar, maar vooral ook voor die onbekende derde over wie ik het later ga hebben. Maar oordeel zelf, en lees dus dat stuk vooral ook

Doe ik dat allemaal uit angst, die zelfbeperking? Jazeker. Angst en voorzichtigheid. Angst om besmet te raken. Maar vooral ook angst om anderen te besmetten. Je zou het ook zorgzaamheid en solidariteit kunnen noemen. Zorgzaamheid en solidariteit, met anderen die besmet kunnen raken, in het vertrouwen dat zij een soortgelijke houding naar mij en anderen innemen: elkaar vrijwaren van besmettingsgevaar, omdat we om elkaar geven. Voor mij staat dit in het hart van de anarchistische ethiek: wederkerige hulp, mutual aid. Ik ben verbijsterd dat niet meer anarchisten dit wezenlijke punt veel luider naar voren brengen: je kunt iets bijdragen, zonder staatsinmenging en zonder de markt, gewoon helemaal zelf, en waar het kan ook samen. Gewoon door zoveel mogelijk thuis te blijven. Ik beweer niet dat het makkelijk is, want dat is het niet. Elkaar opbeuren terwijl we fysieke afstand zoeken hoort bij het verhaal, bij die wederkerige hulp. Het is soms zwaar. Nodig is het echter ook. Om mensen van nodeloos gevaar te helpen vrijwaren.

3 Een ethiek van de onbekende derde

Dat gaat dus verder dan alleen de mensen die ik ken, waarom ik geef, met wie ik afspraken maak. Want daar zit het punt dat vaak terzijde gelaten wordt. Mensen zien vaak wel het gevaar voor zichzelf en voor de mensen waarmee ze intensief omgaan. Maar onze verantwoordelijkheid reikt verder. Ik heb het recht om mezelf te grabbel te gooien en die nare ziekte te riskeren. Ik heb het recht om, in samenspraak met jou, een gedeeld risico te lopen omdat jij natuurlijk precies hetzelfde zelfbeschikkingsrecht hebt als ik. Ook dat is anarchisme: mij gaat niets boven mij, zei Max Stirner al eens.

Maar ik heb niet het recht om iemand ongevraagd met het virus op te zadelen, of zelfs maar om serieus aan de kans daarop bij te dragen. Ik heb niet alleen met de eerste en tweede persoon, met jou en mij, te maken. Ik heb ook met anderen te maken, met wie ik niet overleg maar voor wie mijn gedrag risico’s mee kan brengen in deze coronatijd. Ik pleit hier voor een ethiek van de derde persoon: die andere, in principe totale onbekende persoon, met wie je toch rekening hoort te houden, en van wie je dat andersom ook mag vragen.

Dat gaat nog verder: ik heb weliswaar het recht om mezelf aan deze ziekte bloot te stellen, om dezelfde reden dat ik het recht heb om mezelf van kant te maken: persoonlijke zelfbeschikking, autonomie. Maar heb ik ook het recht daarvoor een plek in te nemen op de intensive care, en de aandacht van toch al overwerkt personeel op te eisen? Is daar ook weer niet die onbekende derde – die dat bed ook nodig heeft, maar ziek geworden is niet uit eigen laksheid maar bijvoorbeeld vanwege mijn achteloosheid, niet omdat die persoon er zelf voor heeft gekozen de ziekte te riskeren?

Ja, het achterliggende probleem is hier de schandalig lage capaciteit van de zorg, waar dezelfde Rutte die ons nu zo vermanend toespreekt een zware verantwoordelijkheid voor draagt. Maar, terwijl we vechten voor uitbreiding van die capaciteit, vinden de keuzes die ik maak en de consequentie voor derden wel plaats binnen die gegeven situatie. En aan het aantal bedden zit altijd ergens een grens, dus het ethische punt blijft. Als er een IC-plek is, en ik heb dat nodig omdat ik willens en wetens dat virus oploop, dan pak ik die plek feitelijk af van die ander die het virus buiten eigen schuld heeft opgelopen. Dat is onethisch. Mensen horen hun best te doen om deze ziekte niet te krijgen, want iedere extra zieke betekent extra risico voor derden, niet alleen voor jezelf. Ik doe dat ook voor anderen: mensen geen onnodige zorgtaak bezorgen, andere mensen geen hoognodig IC-bed ontzeggen. Zo helpen we elkaar. Wederom het ethos van mutual aid, van wederkerige hulp aan het werk. Daar hebben we dus geen Anarchistische Beweging Zoals Die In Barcelona In 1936 Bestond voor nodig – alsof die de overwinning bracht, trouwens – en al helemaal geen koninklijke toespraak of persconferentie van de premier. Daar kunnen we allemaal geheel op eigen initiatief zelf aan beginnen.

Wij kunnen dus zelf iets doen, als autonome, moreel verantwoordelijke mensen die zorgzaam zijn naar elkaar toe. We kunnen ervoor kiezen de kans op besmetting van, maar vooral via ons zo klein mogelijk te houden. Daarvoor is dat afschuwelijke woord ‘social distancing’ bedacht. Maar het is geen sociale afstand waar het om gaat. Het is fysieke afstand, niet meer dan dat. We hebben elkaar veel te hard nodig om ons een nog verder groeiend sociaal isolement te kunnen veroorloven. Maar van fysieke nabijheid dienen we nu – uit zorgzaamheid juist voor elkaar, uit solidariteit – wel degelijk verregaand af te zien.

4 Verantwoordelijkheid, overheidsbeleid, gezondheidsveiligheid

Het belangwekkende is dat we dit zelf kunnen, dat we dit in eigen hand hebben. Het is diep beschamend, maar ook gevaarlijk, dat mensen hiervoor zo op de overheid leunen en bijvoorbeeld om een lockdown roepen, om zo de fysieke maar dus niet de sociale afstand tot stand te brengen. Het is beschamend, omdat we ermee zeggen: we kunnen dit niet zelf, we hebben orders en bevelen en een harde hand nodig om ons ertoe te brengen. Wat een abdicatie van onze eigen vermogens en verantwoordelijkheid!

Maar het is ook gevaarlijk, want mensen laten zich er mee in slaap sussen: de overheid beschermt ons wel. Nee dus. De overheid stelt beperkingen in, om ons zo veel mogelijk thuis te houden, samenkomsten van groepen – en dus besmettingsgevaar – tegen te gaan, te zorgen dat winkels, treinen en bussen niet te vol raken zodat de onderlinge afstand te klein wordt en de besmettingskans dus te groot. In het uiterste geval kan de overheid een lockdown instellen: niemand mag meer zonder toestemming naar buiten. Dat is feitelijk een uitgaansverbod, iedereen heeft dan huisarrest. Het gaat me hier niet eens op de gevaarlijke inbreuk op onze vrijheid die dit betekent: in noodsituaties zullen mensen helaas zulke inbreuken verdedigen. Er moeten immers mensenlevens gered worden, zo zullen mensen redeneren. Alsof dat niet op andere manieren zou kunnen.

Mijn probleem ligt echter nog ergens anders: door de beslissing waar mensen zich bewegen en met wie, uit handen van mensen zelf te halen, ondermijnt de regering het vrije en slechts daardoor ethisch handelen van mensen. Dat leidt tot rampen. Nu al zag je dat mensen afgelopen weekend en ook eerder allerlei dingen ondernamen die nog niet verboden waren maar duidelijk wel onverstandig. In groepen naar het strand of de markt gaan bijvoorbeeld. Feestjes organiseren, ‘waar maar 99 mensen binnen mochten’, want 100 mocht al niet meer. Alsof honderd mensen besmettingsgevaar opleveren maar 99 niet. Zulke mensen redeneren niet vanuit verantwoordelijkheidsbesef. Zulke mensen reageren vanuit de voorschriften en de regels. Omdat ze gewend zijn aan voorschriften en regels, en derhalve denken: geen regels? Dan mag het! Alsof het geweten al op lockdown staat voordat de lockdown zelfs maar is begonnen.

Omdat het hele debat gesteld wordt in termen van ‘dit mag wel’ en ‘dit mag niet’, gaan mensen verstandig gedrag vereenzelvigen met toegestaan gedrag, en onverstandig gedrag met verboden gedrag. De logica wordt dan: het is toch niet verboden? Dan zal het toch wel niet gevaarlijk zijn? Anders zouden ze het toch wel verboden hebben? Het mag, dus het kan ook. Het idee dat mensen zelf nadenken over verantwoord, zorgzaam en solidair gedrag is mensen vrijwel afgeleerd. Alles mag immers in dit neoliberale paradijs, tot de neoliberale autoriteiten iets verbieden. En als autoriteiten iets verbieden, dan wijzen ze natuurlijk naar ons onverantwoordelijke gedrag – een gebrek aan verantwoordelijkheidsbesef dat ze zelf dag in en dag uit in de hand werken. Regels opleggen en afdwingen voedt deze dynamiek van onverantwoordelijkheid en onethisch gedrag.

En natuurlijk gebruikt de overheid het voorkomen van riskant, maar nog niet verboden gedrag om vervolgens te zeggen: dat riskante gedrag moet ook worden verboden, compleet met boetes en al. Dat werd in de publieke discussie de functie van de op zichzelf wel degelijk stuitende beelden over drukke stranden en bossen afgelopen weekend. Door dat te belichten – en het niet te hebben over alle stranden en bossen die niet druk waren, alle mensen die keurig afstand van elkaar hielden – werden de geesten verder rijp gemaakt voor nieuwe stappen en nieuwe verboden. Nogmaals, die plaatselijke drukte wees op onverantwoordelijk gedrag. Maar het beeld dat bij wijze van spreken half Nederland bezig was elkaar op te zoeken met hooguit dertig centimeter afstand, was misleidend en misplaatst en zeer onrechtvaardig jegens al die mensen die allang hun best deden om afstand te houden, zo veel mogelijk thuis te blijven, zo veel mogelijk rekening te houden met elkaar en met besmettingsgevaar.

Zo zet de staat dus steeds nieuwe stappen richting lockdown – en zo leren mensen nooit iets, hoe hard ministers ook orakelen over eigen verantwoordelijkheid. Want precies die eigen verantwoordelijkheid wordt ons afgepakt, door lockdowns en door stappen in die richting zoals samenscholingsverboden en bevoegdheden van burgemeesters om stranden te sluiten. De tragiek is dat – los van het verbodskarakter – de inhoud van het beleid grotendeels zinnig is: samenkomsten zijn riskant, dat kun je beter laten. Groepen kun je beter mijden, met ons allen naar het strand of op verjaarsvisite is nu echt geen goed idee, en dat bijpraten en wandelen met een goede vriendin of vriend kan wachten. Voor dat inzicht heb ik echter geen Rutte en geen Grapperhaus nodig, jij wel? Sterker: omdat het beleid door Rutte wordt verwoord en gepushed, wordt de inhoud ervan beroofd van geloofwaardigheid. Waarom zou een premier die de waarheid niet kan vinden en verwoorden over een bombardement op Irak, nu immers opeens op zijn woord geloofd dienen te worden?

Dit leunen op overheidsbeleid kan fataal worden, omdat de insteek van regeringen voor hun lockdowns en andere beperkingen bepaald niet alleen onze gezondheid is. Kijk naar de scholen! Als het aan de regering had gelegen, waren die open gebleven, want de maatschappelijke kosten van dichtgooien waren te hoog. Kijk naar het eerdere besluit om het openbare leven in Brabant maar gedeeltelijk stil te leggen en de horeca aanvankelijk open te houden. Waarom? Burgemeester Mikkers van Den Bosch: ‘We willen ook de economie en maatschappij laten draaien, dat mensen boodschappen kunnen blijven doen, voor elkaar blijven zorgen, elkaar ontmoeten’. Daarom deden ze niet wat ze wel hadden overwogen: ‘alle stations, openbare gebouwen, cafés en restaurants sluiten’, de invulling van wat hij eerder ‘het beste besluit op het gebied van besmettingsrisico’ noemde’.(7) Dus werd niet het beste besluit genomen voor onze gezondheid, maar wel het beste besluit voor ‘ de economie en maatschappij’. Die economie, daar gaat het kennelijk om. Komt, laten wij aanbidden, het grote geld!

Bestuurders als Mikkers wegen hier vrijwel openlijk onze gezondheid af tegen het verdienmodel in deze maatschappij: winst maken door spullen of diensten te verkopen. Dat moet doorgaan, en als daarvoor kroegen open moeten blijven terwijl de besmettingen – enkele weken na carnaval! – om zich heen grijpen, dan is de overheid bereid die prijs te betalen. Te laten betalen vooral, en de valuta waar de prijs in wordt uitgedrukt heet ‘mensenlevens’. Uiteindelijk bleek dat niet vol te houden. Scholen gingen dicht, wegens onstuitbare druk uit de maatschappij zelf, min of meer tegen de zin van de regering in.

Die druk belichaamt iets goeds. Maar hoe zal het over een week of wat gaan, als de ergste fase hopelijk achter ons ligt en de besmettingscijfers dalen? Een houding van zorgzaamheid zegt dan: rustig aan, blijf allemaal nog vooral thuis want als we te snel weer feestjes gaan bouwen vliegen de besmettingen zo weer omhoog. Maar ‘de economie’ zal druk uitoefenen op de regering om de beperkingen snel op te heffen, mogelijk sneller dan voor onze gezondheid verstandig zou zijn, even aangenomen dat die beperkingen zich daar echt op richten. En die regering zal toegeven aan ‘de economie’, want daar is de regering – elke regering – op ingericht en Rutte op afgericht.

Je ziet het in de VS nu al! Daar spreekt Trump openlijk van het opheffen van lockdown-maatregelen. ‘De artsen, als het aan de artsen ligt dan zouden ze zeggen, “laten we de hele wereld platleggen”’.(8) En dat kan natuurlijk niet, want volgens hem zou het stilleggen van het land wel eens erger kunnen zijn, dat wil zeggen meer kunnen kosten dan de pandemie zelf: geld is immers meer waard dan mensen. ‘We zullen snel weer als land in business zijn’ zegt hij. Pasen, is de suggestie. Want: ‘We kunnen het medicijn niet erger laten zijn dan de kwaal’, volgens weer een presidentiële tweet. ‘Over 15 dagen nemen we een beslissing over welke kant we op willen’.(9) Alles in hoofdletters, er is duidelijk een genie aan het woord. Je moet er niet aan denken dat dan iedereen weer op het werk verschijnt, in de metro zit, restaurants en cafetaria bezoekt, feestjes houdt, in business is. De pandemie zwelt juist in de VS tot volslagen catastrofale proporties aan, en wie denkt dat dit binnen een paar weken over is, leeft onder een steen. Trump dreigt mensenlevens, honderdduizenden mensenlevens, op te offeren aan ‘de economie’. En aan zijn herverkiezing, want die gaat boven alles.

Als we de timing en vormgeving van het stilleggen van de maatschappij in handen van de staat laten rusten, dan zijn ze onderworpen aan precies die afweging: als het teveel gaat kosten, als winst maken te lastig wordt, dan ‘mogen’ we weer bewegen, want dan ‘mogen’ we weer aan het werk. Waar regeringen de regie hebben, daar zijn wij aan dit soort afwegingen uitgeleverd, met potentieel dodelijk gevolg. Nee, een lockdown, een uitgaansverbod, curfew, collectief huisarrest, wordt gedaan uit naam van onze gezondheid. Maar ons daarop verlaten, is bloedriskant, precies vanwege onze gezondheid. Nu pakken ze onze vrijheid af door ons thuis te laten blijven. Straks pakken ze onze vrijheid wederom af door ons weer naar buiten te laten zodat de economie weer kan draaien, met ons als personeelslid en/of klant. Nu heeft staatsrepressie de overhand. Straks is het weer de oppermacht van de ondernemers die het leven dicteert, een oppermacht die onze relatieve bewegingsvrijheid prima kan gebruiken, want dan kunnen we weer naar de winkel en naar het werk en naar de horeca. Dan zullen veel mensen zeggen: kust veilig, we mogen weer! Terwijl het helemaal niet gezegd is dat de kust dan veilig is. Want economie, niet volksgezondheid, heeft dan vermoedelijk voorrang gekregen. Van hun lockdowns en stappen in die richting kunnen we dus helemaal niet op aan voor onze gezondheidsveiligheid.

5 Lockdown? Shutdown!

Tegelijk blijft het zinnig en dringend nodig om veel van de dingen die via lockdowns worden afgedwongen, wel zelf te doen. Samen, indien enigszins mogelijk. En dat gaat verder dan individueel gedrag, dat gaat richting sociale strijd. We willen niet dat mensen elkaar blootstellen aan besmettingsgevaar? Dat betekent dan: niet naar je werkplek! Bespaar elkaar het besmettingsgevaar! Dat betekent dus: je werk neerleggen. Dat betekent: staken. Het is absurd dat een regering zegt dat we allemaal thuis moeten blijven, dat we niet in groepjes op een plein bij elkaar mogen komen …. maar dat we van die regering wel naar de lopende band moeten om auto’s in elkaar te sleutelen, naar het callcenter voor de klantenservice van die spullen, naar de kassa om de spullen te verkopen. De regering dwingt ons naar huis, maar stuurt ons feitelijk tegelijk naar ons werk, met alle risico’s van dien. Om besmettingsgevaar te voorkomen zou het werk moeten worden stilgelegd, afgezien van onmisbare productie en dienstverlening: de zorg, het openbaar vervoer, de voedselproductie en -verdeling.

Waar doorwerken nodig is, vanwege die onmisbaarheid, daar geldt: maximale veiligheidsmaatregelen, ruime onderlinge afstand, hygiënische voorzieningen in de kantine, ruime pauzes voor het noodzakelijke handen wassen, fatsoenlijke mondkapjes, alles op kosten van de baas. In Italië is al flink gestaakt voor dit soort zaken. Welk werk arbeiders doen, onder welke voorwaarden: dat horen de betrokken werkenden zelf te bepalen. Arbeiderszelfbestuur op de werkplek is zelden zo dringend noodzakelijk geweest als nu, al was het maar om die werkplek stil te leggen. Er hangen letterlijk mensenlevens vanaf, want juist doordat zoveel mensen ‘gewoon’ aan het werk blijven, want ‘de economie’ vereist het, ontkomen mensen er niet aan dat virus verder te verspreiden – op de werkplek maar ook bijvoorbeeld onderweg heen en terug in een OV dat lang niet altijd vrijwel leeg is, en dus besmettingsgevaarlijk.

Ondernemers en instellingen bieden soms een alternatief, en sommige werkende mensen dringen daar zelf ook op aan: thuiswerken. Het kan soms, maar er zitten grote gevaren aan. Mensen worden teruggeworpen op zichzelf, contact met collega’s op de werkplek wordt minder. Dat vermindert besmettingsrisico, maar het vermindert ook de gezamenlijke kracht die arbeiders juist nu tegen de baas nodig hebben. Chefs, bedrijfsleiders, managers en directeuren komen veel sterker te staan als ze tegenover eenlingen thuis staan, dan als ze tegenover een kantine vol boze arbeiders staan. Het is nu wegens besmettingsgevaar te verkiezen, maar het blijft een noodmaatregel. Bij zaken als onderwijs moet je helemaal uitkijken! Onderwijs is iets levends. Apps en internet zijn hulpmiddelen, maar het idee dat dit net zo ‘interactief’ en daadwerkelijk sociaal werkt als leren in elkaars fysieke aanwezigheid is een heel karig idee van onderwijs. Thuiswerk, in onderwijs en in productie, wordt maar al te makkelijk een verdere, neoliberale herstructurering van arbeidsverhoudingen die niet in het voordeel van arbeiders is. Ook niet van leerlingen en studenten, trouwens.

Het is zaak dat dit hooguit iets tijdelijks is, en dat bazen van deze noodmaatregel geen permanente nieuwe situatie maken. In verreweg de meeste gevallen zou ik nu eerder zeggen: leg het werk gewoon plat. Samen met al die andere werkenden in productietakken die je onmogelijk als thuiswerk kunt organiseren, van winkelpersoneel tot en met schoonmakers en vuilnisophalers. Met doorbetaling van het volledige loon, en dat wordt dus een gevecht. Zo veel mogelijk thuis blijven, en als er werk verzet dient te worden: samen beslissen over wat en hoe.

Als we op deze manier met de leus #StayTheFuckHome omgaan, als we er een handvat uit smeden, niet om angstig en eenzaam thuis te zitten maar om vanuit die angst en het fysieke maar niet sociale isolement te duwen richting het stilleggen van grote delen van het maatschappelijk leven, dan komen we ergens. Alweer: anarchistische opvattingen sluiten hier naadloos aan. Immers: werk weigeren dat gevaar oplevert, omdat het gevaar oplevert is directe actie, rechtstreekse druk, en de zeggenschap erover hebben werkende/stakende mensen in eigen hand. Zelforganisatie, netwerkvorming, vormgegeven van onderop en zonder te wachten op het Signaal van Hogerhand. Zelf het heft in eigen hand. Het anarchisme dus, want dat is een politieke stroming en strijdtraditie die deze houding belichaamt of dat althans probeert. En de algemene staking – dat is waar ik het feitelijk over heb – staat niet voor niets in die traditie als strijdvorm hoog aangeschreven.

Leesgrage mensen kunnen de anarchistische klassieken van de negentiende en vroege twintigste eeuw eens raadplegen, zich in- of bijlezen over strijdbewegingen met anarchistische inslag zoals de International Workers of the World (IWW) in de VS en de CNT in Catalonië, hun historisch besef opfrissen of verse inzichten opdoen en zich laten inspireren door in een strijdtraditie die we goed kunnen gebruiken, juist nu. Het is deze radicale en collectieve dynamiek, toegepast op nieuwe verhoudingen: gezamenlijke kracht, tegenover bazen die leven van ons werk en een regering die ons naar dat momenteel levensgevaarlijke werk stuurt terwijl ze mensen die ‘samenscholen’ aanhoudt, beboet en erger.

Ik hoor mensen zeggen: dat is allemaal erg ver van hoe we er nu in Nederland voor staan. Maar we kunnen stapjes zetten. En hoe gek het ook klinkt: zo veel mogelijk thuisblijven uit zorgzaamheid en solidariteit is zo’n stap. Elkaar daartoe aanmoedigen is zo’n stap. Elkaar moreel ondersteunen is zo’n stap, tegenover het gevoel van desolate eenzaamheid, maar ook tegenover de stress van op elkaars lip leven als gezin terwijl je tegelijk anderhalf meter van elkaar weg moet blijven. Zodat fysieke afstand precies niet overeenkomt met die inmiddels gangbare maar zo misplaatste term ‘social distancing’, sociaal afstand-nemen. Want precies door lichamelijk een zelfgekozen afstand te houden, drukken we nu uit dat onze sociale band onmisbaar en onbreekbaar is: we besmetten elkaar niet, we kiezen voor elkaars levens.

Alle verdere stappen, richting het stilleggen van instellingen en bedrijven, richting het platleggen van in ieder geval de niet direct onmisbare bedrijfstakken en voorzieningen in de maatschappij, vloeien feitelijk uit deze logica voort. Kern van dit alles: we doen het zelf, en we doen het zo veel mogelijk samen. Waar dit op neerkomt is geen lockdown die ons wordt opgelegd. Waar dit op neerkomt is een shutdown die wij van onderop de ondernemers en de politici opleggen. Tegenover hun lockdown: onze shutdown!

6 Doen wat Rutte zegt?

Wat doen we intussen met de specifieke maatregelen die momenteel in Nederland van kracht zijn? Ik zou denken: ons eigen plan trekken. Komt dat overeen met wat Rutte verordonneert, dan is dat best. Dan doen we ogenschijnlijk ‘wat hij ons vraagt’, en dan vermomt hij dat als ‘wat we samen hebben afgesproken’. We hebben niks afgesproken met de regering, en wat mij betreft doen we dat ook niet. Maar: we blijven wel thuis. We gaan niet in groepen de straat op zonder zeer urgente, levensreddende reden. We houden ontmoetingen tot het uiterste beperkt, of het nu ontmoetingen in de openbare ruimte zijn of bij elkaar thuis. Waarom? Niet uit respect voor de wet, niet omdat we Rutte gehoorzamen of zelfs maar serieus nemen, om over Grapperhaus maar te zwijgen. We doen die dingen uit onszelf en voor elkaar. Uit zorgzaamheid en solidariteit, niet als onderwerping aan een lockdown maar als bouwsteen aan een shutdown.

Ik vind dus niet dat het aan Rutte is om ons te vertellen dat we beter thuis kunnen blijven. Ik vind wel dat we beter thuis kunnen blijven. Zijn beleid en wat ik noodzakelijk vind, lopen parallel. Het komt inhoudelijk momenteel overeen. Maar het opgelegde karakter van het beleid dienen we af te wijzen: het ontbreekt hem aan het recht om ons op te sluiten. We doen misschien wat hij ons aanraadt. Maar we doen het niet omdat hij het ons aanraadt. En onder bepaalde omstandigheden doen we ook wel weer niet wat hij ons aanraadt. We trekken maar beter altijd ons eigen plan, of dat nu eventjes lijkt op dat van Rutte, ja of nee. Aan dat plan van Rutte verleen ik geen enkele steun.

Specifieke elementen van de maatregelen verdienen wel scherpe afwijzing. Ik accepteer bijvoorbeeld categorisch geen boetes in dit verband. Ik accepteer ook niet het recht van de politie om bij mensen thuis te checken of het maximum van drie aanwezigen niet wordt overschreden. Ik zie er niets in om expres met vier mensen samen te komen, of zomaar op straat in groepen ons te verzamelen, puur om de maatregelen te trotseren. Maar ook nu, nu we er beter voor kiezen de straten leeg te laten, ook nu zijn die straten van ons en niet van het gezag. Honderd keer liever een onverstandige overtreder van lockdown-maatregelen – of misschien wel een zeer verstandige, er kunnen goede redenen zijn! – dan een handhaver die zo’n overtreder wel eens even tot de orde roept met boetes. Repressie accepteren is repressie verder normaliseren, en dat is gewoon geen optie.

In Italië worden de straffen al verzwaard, daar kunnen ‘coronapatienten die zich niet aan de quarantainemaatregelen houden’ voor vijf jaar in de cel verdwijnen.(10) Vijf jaar, omdat je uit wanhoop je opgelegde isolement probeert te doorbreken. Vijf jaar, in cellen van gevangenissen waar corona niet aan voorbij gaat trouwens. Als ze willen dat coronapatienten een op zichzelf heel verstandige zelfisolatie toepassen, dan zorgen ze maar extra goed voor die mensen zodat het te verduren is. Straffen is onzin.

Wat voor de straten geldt, geldt ook voor onze woningen, als we die al hebben. Geen betredingsrecht voor de autoriteiten, en zeker niet zonder gericht huiszoekingsbevel. De staat het recht geven om binnen te komen en te kijken met hoeveel mensen we bijeen zijn, is levensgevaarlijk. Als we hier aan gaan wennen, als we dit normaal gaan vinden, dan is na het einde van de pandemie het eind zoek. Met volksgezondheid als excuus, juist omdat het zo welwillend en menslievend klinkt, kunnen staten heel veel kanten op, en ze zijn allemaal verkeerd. Ik vind dat mensen ook kleine samenkomsten het beste kunnen schrappen, ook thuis. Maar ik vind ook dat de afweging aan mensen zelf is, en ik kan me hele legitieme redenen voorstellen voor een kleine samenkomst die zich niet aan het maximum van drie houdt. Als mensen geen internet of telefoon hebben of extreem privacygevoelige zaken het liefst in person willen bespreken bijvoorbeeld. Hoe dan ook, die mensen hebben groot gelijk als ze de politie buiten de deur houden. We dienen de politie niet van nog een extra bevoegdheid te voorzien.

Het is ook oneerlijk. Een samenkomst van man, vrouw en 2 komma 3 kinderen mag immers gewoon doorgaan, zolang de man, de vrouw en de kinderen tenminste een gezin of huishouden vormen. En het besmettingsgevaar is via een gezin niet perse kleiner dan via bijvoorbeeld een vaste groep vriend(inn)en. Je gaat gezinnen of vergelijkbare samenlevingsverbanden niet controleren en verbieden, dus doe je dat met soortgelijke vriendschapsverbanden ook niet. De aard van het vriendschapsverband gaat de staat al helemaal niets aan. Op dit soort punten geldt dus niet de houding dat we de instructies weliswaar in grote lijnen naleven, maar vanuit onze eigen beweegredenen en op eigen initiatief. Voor deze dingen – boetes en samenkomsten in eigen woning – geldt dat de maatregelen expliciet afgewezen dienen te worden.

Voor de meeste andere dingen – geen samenkomsten in de openbare ruimte, niet in groepen de straat op, zoveel mogelijk thuisblijven – zeg ik: Rutte, spaar je de moeite en hou je agenten bij ons weg, or else. We bleven al thuis, we cancelden al optredens en demonstraties en samenkomsten, we blijven dat doen zolang we het zelf nodig vinden. En waar we kunnen doen we nog veel meer om de maatschappij echt stil te leggen en de besmettingskansen maximaal in te perken. Tegen de lockdown vanuit hogerhand werken wij maar beter aan de shutdown vanaf de onderkant.

Die hele shutdown heeft als inzet: elkaar beschermen tegen dat virus. Maar als het ons lukt dan kan er meer. Werkende mensen die sterk genoeg zijn om gezondheid en veiligheid door te zetten, tegen business as usual en daarmee winstbejag in, zijn tot veel meer in staat. De vraag wordt dan al snel: voor wie draaien die fabrieken eigenlijk, en wie gaat er over vragen van veiligheidsmaatregelen en sluiting? Hoe richten we onze maatschappij in: ten bate van medemenselijkheid en vreugde van allemaal? Of ten bate van de winst en de macht?

Het zou niet voor het eerst zijn dat een extreem bedreigend maatschappelijk probleem van onderop beantwoord werd met een extreem en noodzakelijk revolutionair antwoord. Met opstanden, revoltes en revoluties zijn eerder oorlogen beëindigd en fascistische staatsgrepen teruggeslagen. Met opstand, revolte en revolutie kunnen we ook de pandemische-annex-kapitalistische catastrofe die aanzwelt, terug slaan en de maatschappij waar de catastrofe in wortelt, grondig op de kop zetten, totdat geen kapitalist ons meer naar wat voor gevaarlijke werkplekken dan ook kan sturen, geen regering ons meer aan gevaarlijke virussen ten prooi kan laten vallen en geen politieagent ons meer boetes geeft omdat we een tot wet ingevroren gedragsregeltje overtreden. Alles staat op het spel, onze geliefden en vriendinnen en vrienden. Die derde persoon voor wie ook wij een derde persoon zijn, wederzijds onbekend maar daarom niet minder onze solidariteit waard.

Noten:

1 ‘Nederland test alleen kwetsbare mensen om tekort te voorkomen’, Nu.nl, 23 maart 2020

2 Jop de Frieze, ‘Noordelijke provincies laten landelijk beleid los en testen massaal zorgmedewerkers’, Groene Amsterdammer, 22 maart 2020

3 ‘UMCG kan kritiek van minister pareren door te schermen met een goede voorbereiding’, Groninger Internet Courant, 24 maart 2020

4 ‘Testen, testen, testen: waarom wij de GGDs vragen om te breken met het RIVM’. Op de website Grutjes.nl staat een grondig onderbouwd artikel over de noodzaak van dat testen en de onzin achter het regeringsverhaal over de zogeheten groepsimmuniteit. Zie Bas Grutjes, ‘COVID-19: Stoppen of afremmen?’ Grutjes.nl, 16 maart 2020

5 Dat begrip ontleen ik aan een mooi pleidooi om zelfs ontmoetingen met allerlei vrienden een-op-een nu achterwege te laten. Zie Brittany Wong, ‘Why You Shouldn’t GO To You friend’s House While Social Distancing’, Huffington’s Post, 20 maart 2020. Spijtig dat ook in dit artikel het akelige woord ‘social distancing’ wordt gehanteerd voor iets dat gene sociale, maar hooguit fysieke, lichamelijke afstand beoogt. Verder een aanrader, niet om letterlijk na te volgen maar wel om de urgentie van die fysieke afstand tot je door helpen laten dringen.

6 ‘Surviving the Crisis – an Anarchist Guide’, CrimethInc., 18 maart 2020

7 ‘Corona treft ook verkiezingscampagne en “Brabant op slot?”’, NOS liveblog 10 maart 2020

8 Jake Johnson, ‘“All About Power”: Ignoring Experts, Trump Reportedly Moved to Lift Coronavirus Restrictions over Reelection Fears’, Common Dreams, 24 maart 2020

9 Jake Johnson, ‘“Going to Get Millions of People Killed”: In All-Caps Tweet, Trump Again Undermines Expert Warnings on Coronavirus’, Common Dreams, 23 maart 2020

10 ‘Noodtoestand Nieuw-Zeeland, Zuid Korea schiet VS te hulp’, NOS liveblog, 24/25 maart 2020

– Ook verschenen bij: PeterStormt