Hoog tijd voor Containment Van Onderop
Een longread. Wie haast heeft, de cijfertjes wel gelooft, weet wat er in dit verband met Containment bedoeld wordt maar vooral gefascineerd wordt door dat ‘Van Onderop’, kan meteen door naar hoofdstukje 4, dat niet voor niets de titel Containment Van Onderop! Heeft meegekregen.
1. Schapen zijn we
Schapen zijn we, ongetwijfeld, met onze mondkapjes waar mensen ons belachelijk om maken, en onze pogingen afstand te houden die alom worden weggewuifd of erger. Schapen zijn we, omdat we bang zijn voor een virus dat onze gezondheid en levens sloopt. Schapen zijn we. Maar let maar eens op als we boos worden, en allemaal jouw kant op komen rennen. Berg je dan maar, Willem Engel… maar ook Hugo de Jonge, Mark Rutte, Sjaak de Gouw en Jaap van Dissel. Jullie zijn de vijand, we zullen jullie als zodanig behandelen, met onze harde koppen.
Er is reden voor ‘schaapachtige’ angst. De cijfers: snel toenemende besmettingen, oplopende ziekenhuisopnames, meer mensen op de IC, meer mensen die overlijden. En vergis je niet: de IC-opnames van deze week vloeien voort uit de besmettingen van drie weken terug, toen het RIVM nog ruimschoots onder de duizend positieve corona-tests per dag doorgaf. Op 23 september was het aantal positieve tests echter 2357, en het aantal mensen dat met corona op de Intensive Care (IC) ligt is 104.(1) Drie weken geleden was het aantal besmettingen 734, en dat was een uitschieter naar boven wegens een technisch probleem.(2) In werkelijkheid is het contrast met de aantallen van 23 september dus nog groter.
Als de toestand van 734 besmettingen drie weken terug tot die 104 mensen op het IC leidde, hoeveel mensen op de IC gaan de 2357 bestemmingsgevallen opleveren? Je kunt de overbelasting van de ziekenhuizen gewoon zien aankomen met het blote oog. Maar regering en RIVM grijpen kennelijk pas stevig in als die overbelasting een feit is. Dat heet dan ‘zorggestuurd beleid’. Ik noem het een moorddadige vleesmolen, met Jaap van Dissel en Sjaak de Gouw als afdelingschefs, Hugo de Jonge als directeur en Mark Rutte als voorzitter van de Raad van wanbestuur.
Er is reden voor de angst die ons tot ‘schapen’ maakt, maar ook voor een draaikolk van frustratie en woede. Frustratie: je kunt zien dat het verkeerd loopt, maar het is alsof er niets aan te doen is. Woede: wegens de criminele nalatigheid en erger die het regeringsbeleid en de beleidsadviezen van het RIVM. Een draaikolk, want onze woede draait maar eindeloos rond in een cyclus van machteloosheid die ons nog kwader maakt, maar op zich niet minder machteloos. Dus twitteren we verbitterd verder en delen we ons o zo terechte maar o zo weinig productieve sarcasme op Facebook, Signal en wat we maar als communicatiemiddel gebruiken. Zelfs opluchten doet het nauwelijks meer. We zijn bange, boze schapen, opgesloten in een schaapskooi waarvan degene die doen alsof we schaapsherder zijn, de kooi in brand hebben laten vliegen en de brand weigeren te laten blussen want dat geeft maar ‘schijnveiligheid’ en er zijn ook ‘capaciteitsproblemen’.
Het is hoog tijd dat we uit onze dodelijke schaapskooi breken. Het is tijd dat wij, al die bange schapen samen, elk spoor van makheid van ons afschudden en boos onze koppen vooruit steken, met hoorns en al, en opkomen voor onze levens. Terugvertaald naar mensenland: regering en RIVM gaan ons niet redden van de pandemische verschrikking. Dat gaan we zelf doen, als we willen en als we weten hoe.
2. Het pandemische probleem
Wat is de kern van het pandemische probleem? Er spookt een gevaarlijk virus rond. Dat strooien mensen rond, door uit te ademen, te hoesten en te niesen en daarmee virusdeeltjes in de lucht te brengen. Virusdeeltje de ene long, neus en mond uit, virusdeeltje de andere long, neus, mond in, virusdeeltje vermenigvuldigt zich tot het ook via de andere mond, neus en dergelijke weer verder wordt verspreid. Intussen wordt de ontvanger van virusdeeltjes ziek – maar al voor het zover is, verspreidt ook de nieuwe drager het virus weer verder. Wil je het corona-virus tegenhouden? Dan dien je dus de aantallen als de intensiteit van contacten tussen mensen stevig terug te brengen. Afstand houden! Minder ontmoetingen! Minder samenkomsten! De logica is doodsimpel. De uitvoering ervan kennelijk iets minder.
De verspreiding gaat door de lucht, via druppels die niet zo heel ver komen. Anderhalve meter, misschien twee, bij niezen en heftig hijgen wat meer. Dat maakt afstand houden tussen mensen dus al zinnig. Het virus verspreidt zich ook via veel kleinere deeltjes in de lucht, zogeheten aerosolen, die vooral in slecht geventileerde ruimte tijden blijven hangen en waartegen louter afstand houden weinig helpt. Dat maakt adequate ventilatie van binnenruimte noodzakelijk. Dat betekent: niet alleen rondpompen van lucht, maar de vieze lucht er onophoudelijk uit, schone lucht en continu in. Hou je twee meter afstand en vermijd je slecht geventileerde binnenruimte, dan ben je zelf een stuk veiliger, maar dan is de kans dat je andere mensen besmet als je dat zelf bent ook veel geringer. Het helpt sowieso erg om groepsvorming tegen te gaan, want bij die groepsvorming schiet het afstand houden er vrijwel onvermijdelijk snel bij in. Samen komen, of het nu in de kroeg is voor je plezier, of op je werk omdat je wel moet, verhoogt het verspreidingsrisico. Hoe groter en meer opeengepakt de groepen, hoe groter het risico. Een volle klas is nog wat riskanter dan een kantoor met ruim uit elkaar geplaatste bureaus en computers.
De kans op besmetting wordt nog weer veel kleiner als je voorkomt dat virusdeeltjes je neus en mond uitvliegen en je mond en neus binnenkomen. Doek ervoor! Dat is de, wederom doodeenvoudige, logica achter het dragen van een eenvoudig mondkapje. Nee, het houdt niet alle aerosolen tegen. Ja, er komen soms virusdeeltjes doorheen. Maar aanzienlijk minder dan bij een onbeschermd gezicht Er is reden om aan te nemen dat minder virusdeeltjes uiteindelijk leiden tot een minder ernstig ziektebeeld. Allemaal een mondkapje op doen betekent een aanzienlijke rem op de verspreiding van het virus. Een zeer aanzienlijke rem.(3)
Het praatje dat mondkapjesdracht tot ‘schijnveiligheid’ leidt – wie er eentje draagt, houdt dan geen afstand meer en heft daarmee het eventuele gunstige mondkapjeseffect op – is verkeerd. In de eerste plaats erkent het argument dat het mondkapje zelf dus wel bescherming biedt: alleen de vermeende gedragswijziging heft dat effect weer op, maar dat kan het mondkapje natuurlijk niet helpen. In de tweede plaats blijkt uit onderzoek dat mondkapjesdracht mensen eerder meer bewust maakt van de noodzaak tot voorzichtigheid. Mensen worden niet nonchalanter van het dragen van zo’n ding, maar eerder minder nonchalant. Het argument dat mondkapjes vaak verkeerd worden gedragen en dan niet goed werken, klopt en is tegelijk onzinnig. Je gaat de werking van een medicijn ook niet ontkennen door te vertellen wat er gebeurt als mensen zich niet aan de gebruiksaanwijzing houden.
Afstand houden, ventilatie, en met ons allen een mondkapje op. Dat zou al enorm helpen. Zelfs zonder dat mondkapjesgebruik leidde het drastisch terugbrengen van onderling contact via de anderhalve meter-regel en het tegengaan van samenkomst van grotere groepen in april en mei tot een gestage afname van corona-besmettingen. Dat is goeddeels losgelaten, en hoplakee, de besmettingen nemen weer gestaag toe.
Stiekem weten we dit allemaal. De regering weet het, en het RIVM weet het. Viruswaanzin, tegenwoordig heel misleidend Viruswaarheid genoemd, wil het niet weten, maar overschreeuwt zichzelf. Jij weet het, ik weet het ook. Maar de logische stappen die er uit voortvloeien – het organiseren van de onderlinge afstand, het organiseren van massale mondkapjesdracht, het organiseren van ventilatie, het ontmoedigen van samenkomsten en intensief sociaal contact. Het maximaal stil leggen van werk waarbij afstand houden onmogelijk is, in de allereerste plaats de scholen – het gebeurt of helemaal niet of zo tegenstrijdig en halfslachtig dat elke geloofwaardigheid zoek raakt. In het voorjaar hadden we een zogeheten ‘intelligente lockdown’. Mensen werkten vooral thuis, scholen waren dicht – overigens na zichtbare tegenzin van kabinet en RIVM – , ‘we’ hielden anderhalve meter afstand, het aantal mensen dat tegelijk de supermarkt in mocht werd beperkt, horeca was dicht en het uitgaansleven lag plat. Dat hielp.
Maar intussen bleven slachthuizen en nertsenfokkerijen open, evenals allerlei andere bedrijfstakken die als essentieel werden aangemerkt. Van afstand houden tussen zorgverleners en patiënten/cliënten kwam logischerwijze weinig terecht, maar mondkapjes werden niet verstrekt, en het dragen ervan eerder ontmoedigd dan aangeraden. Zo gingen duizenden vooral oudere mensen nodeloos dood, in verpleeghuizen en ook thuis. Het virus werd dus maar zeer gedeeltelijk de weg versperd.
Omdat het afstand houden van bovenaf werd opgelegd en met BOA’s en boetes afgedwongen, terwijl dus hele bedrijfstakken buiten de lockdown werden gehouden, groeide de wrevel. Het werd nog gekker toen geleidelijk aan de boel weer open ging. We mochten het OV weer in, ook als we niet naar werk hoefden. Dat zou meer reizigers en dus minder onderlinge afstand houden betekenen – dus daar werd opeens een mondkapje – weet je wel, schijnveiligheid, niet doen, nergens voor nodig… – verplicht. Afstand houden in het vliegtuig kon je ook vergeten, maar ja, om nu twee van de drie zitplaatsen leeg te laten zou wel een erg duur vliegkaartje opleveren, dus vooruit maar. Heel makkelijk, maar niet onterecht, was de kritiek: waarom wij wel en zij niet?
Wrevel over het opgelegde karakter voegde zich bij de evidente tegenstrijdigheden van het beleid, en zette de deur wagenwijd open voor Viruswaanzin en soortgelijke campagnes tegen de lockdown. Mensen die de tegenstrijdigheden zagen, werden vatbaar voor het idee dat het hele virus een hoax was. Ze keerden zich niet enkel tegen de tegenstrijdigheid van beleid, niet alleen tegen overheidsdwang. Ze keerden zich tegen het hele idee achter de lockdown zelf: het virus afremmen. De noodzaak daarvan werd doodleuk ontkend, we moesten vooral allemaal ‘knuffelen’.
Deze protesten werden aangeblazen vanuit een overduidelijk economisch belang. De middenstand, vooral de horeca maar ook de ‘cultuursector’, wilde dat het geld weer ging rollen, uit handen van klanten en bezoekers, in de handen van kleine en middelgrote ondernemers. Het waren de kleine en middelgrote kapitalisten die het beetje lockdown dat er in mei nog was, weg wilden hebben. Ze kregen van Rutte hun zin. Het land ging open, van kroeg tot theater. Meer dan wat vrome praat dat we toch vooral De Maatregelen moesten blijven naleven, wist Rutte niet meer voort te brengen terwijl mensen in Tilburg alweer naar de kermis konden. En na de zomervakantie gingen de scholen doodleuk weer open, maar al te vaak met te weinig bescherming en in slecht geventileerde gebouwen. Zo werd de kiem van de huidige catastrofe gelegd. Want hoe meer mensen weer samenkwamen, hoe meer het virus weer kon worden verspreid. We zijn dus aan het virus blootgesteld om de horeca van omzet te voorzien en de kinderen uit huis te houden zodat de ouders ‘gewoon’ naar hun werk kunnen en winst kunnen helpen genereren voor hun bazen.
Het is denkbaar dat de regering, als de IC’s echt weer volstromen – binnen een paar weken – toch weer een lockdown doorvoert. Die zal leiden aan dezelfde bezwaren: dwang van bovenaf wekt weerstand; inconsequenties wegens economische belangen ondermijnen zowel de effectiviteit als de geloofwaardigheid ervan. Ruim voordat we allemaal onze kapitalistische plicht in de vorm van kerstinkopen mogen doen, zal de middenstand wel ‘versoepelingen’ hebben weten af te dwingen en begint de hele ellende weer van voren af aan. En waar mensen in maart en april het punt zagen van al dat thuisblijven en afstand houden – volhouden, ‘samen krijgen we het virus onder controle’ – daar zal de motivatie nu veel minder zijn, omdat het vooruitzicht van blijvend resultaat zo mager is. Waarom zou een tweede lockdown immers meer bereiken dan het halve en tijdelijke resultaat van de eerste?
3. Strategische opties
Waar wortelt deze oppervlakkig gezien zo halfslachtige regeringsaanpak in? De middenstand wil ‘aan de slag’ – lees: hun personeel aan de slag. Het kabinet wil de economie aan de gang houden en dus zo min mogelijk beperkingen. Scholen dicht is zo’n beperking, want dan moeten ouders iets regelen voor al die thuisblijvers, en misschien zelf wel thuisblijven. De gezondheidszorg zelf – de ziekenhuizen, maar ook de GGD’s – moeten hun werk verrichten met eindeloos afgeslankte budgetten, wegens aanhoudend bezuinigingsbeleid. Dat de GGD’s het testen en het bijbehorende contactonderzoek niet aan kunnen, heeft daar mee te maken. Maar er is meer aan de hand.
Het kabinet en de gevestigde gezondheidszorg hanteren een beleidsmodel waarin niet het verslaan, maar hooguit het beheersbaar houden, van de pandemie de doelstelling is. In jargon: kabinet en RIVM willen mitigatie (verzachting), geen containment (indamming) van het virus, en al helemaal geen eradicatie en eliminatie (verregaande uitbanning) ervan. Het idee achter mitigatie is dat het onmogelijk is om het virus echt de kop in te drukken. Dat idee zal te maken hebben met de door bezuinigingen uitgeholde capaciteit van de gezondheidszorg: als je maar weinig wapens hebt, zoek je een oorlogsdoel dat met slechts weinig wapens kan worden bereikt, tenzij je bereid bent heel veel geld aan meer wapens uit te geven. Mitigatie is te doen met de huidige zorg. Voor echte indamming is veel meer nodig, en de bereidheid om daar afdoende hulpbronnen voor uit te trekken, ontbreekt. Maar de keus voor mitigatie is een eigen leven gaan leiden, voorbij de puur neoliberale wortels ervan. Anders zou er vanuit GGD’s en RIVM allang een schreeuw zijn opgeklonken: geef ons wat we nodig hebben, verdrievoudig onze budgetten, dan verslaan we dat virus voor u. Die schreeuw klinkt niet. Van Dissel wil het virus dus niet verslaan. Ze geloven niet dat het kan, en hebben een stevig stukje als wetenschap vermomde cherrypicking bedreven om te ‘bewijzen’ dat het ‘niet kan’. De ‘schijnveiligheid’ van de mondkapjes is er een voorbeeld van.
Mitigatie dus, geen containment. Hierbij is het dus zaak om, terwijl het virus wordt verspreid, maatregelen te nemen zodat de vaart van de verspreiding er uit gaat. Dat mensen ziek worden en doodgaan, wordt geaccepteerd, zolang de zorg maar het vermogen behoudt om de stroom van patiënten aan te kunnen. Niet allemaal tegelijk ziek worden, alstublieft! Aanvankelijk schermden Rutte en Van Dissel hier met een eng begrip, de zogeheten groepsimmuniteit: als voldoende mensen het virus hadden gehad, dan zouden die mensen er voor zorgen dat het virus zich niet verder kon verspreiden en waren we ervan af. Snelle rekenaars lieten zien dat je daarmee honderdduizenden zieken en tienduizenden doden op de koop toe nam.(4) Bovendien staat helemaal niet vast dat je weerstand tegen het virus hebt en vooral voor hoe lang, als je het eenmaal hebt gehad. Het woord verdween snel goeddeels uit de toespraken van Rutte en uit de presentaties van Van Dissel. Maar het beleid veranderde niet wezenlijk: het virus werd voldoende afgeremd om de ziekenhuizen en ICs overeind te houden. Toen dat – met onbetaalde hulp van Duitsland, waar ze de boel wel tijdig op orde hadden gebracht (5) – was gelukt, werd het virus opnieuw de ruimte geboden via een reeks ‘versoepelingen’. Mitigatie is de strategie, ook al is Hugo de Jonge slim – of verward – genoeg – om hier en daar zinsneden die duiden op indamming te gebruiken.
Als je ziet dat regering en RIVM niet bezig zijn met het verslaan van corona, maar hooguit met het wat stroomlijnen en spreiden van de gevolgen, wordt meteen ook duidelijk waarom het op alle fronten zo’n inconsistente bende is. Systematisch testbeleid, gevolgd door stevig contactonderzoek en isolatie van besmette mensen, is nodig als je het virus echt wilt terugdringen. Zulk beleid is veel minder nodig als je het virus alleen maar wat wil afremmen. Bij mitigatie wordt verdere besmetting immers niet erg gevonden, zolang het maar niet al te snel gaat. Dus hoef je besmettingen niet zo snel en drastisch de kop in te drukken, en is stevig testbeleid niet urgent. Bij containment is het dat wel. Je wil dan immers elke opleving meteen uitdoven, en wilt dus weten waar precies het virus zich bevindt en wie je dus zou moeten isoleren. Bij mitigatie is die urgentie er niet.
Dus kunnen de ‘capaciteitsproblemen’ eindeloos voortduren, evenals de zoektocht naar steeds merkwaardiger excuses en schijnoplossingen. En als bepaalde bedrijven en instellingen het zat zijn en zelf toch tests willen regelen, dan is er altijd nog de vrije markt waar ze op terecht kunnen. Commerciële laboratoria hebben om een of andere curieuze reden veel minder last van die ‘capaciteitsproblemen’. Maar ja, die willen ook een doel bereiken: winst. Maar in de mitigatiestrategie die Nederland hanteert is het niet-bereiken van een evident gezondheidsdoel zelf tot doel verheven. Inmiddels heeft het er veel van weg dat ook die mitigatiestrategie goeddeels is losgelaten. Een beleid dat in getroffen regio’s de sluitingstijd van kroegen met een uur vervroegt, is niet serieus te nemen. Bestuurders die zoiets in alle ernst doorvoeren, willen het virus helemaal niet echt afremmen. Ze willen de schijn ophouden dat ze iets doen, om vervolgens wanneer het volstrekt uit de hand is gelopen, ons weer de schuld te geven van de ellende. Hadden we ons allemaal maar aan De Maatregelen moeten houden, nietwaar?
Dat is de situatie. Een aanzwellende pandemie. Een beleid dat er niet op gericht is om die pandemie de nek om te draaien. Een middenstand die omzet wil. Een kapitalistenklasse die de hand op de knip houdt en daarmee serieuze gezondheidszorg knevelt. Nog niet vermeld: grote ondernemers die zich anderzijds zorgen maken, nu Duitsland en België mensen uit Nederlandse zwaar getroffen provincies in quarantaine willen doen. Misschien dat daar, onder de exportsector van het Nederlandse grote kapitaal, een kwartje valt: pandemiebestrijding is misschien duur, maar als allerlei landen voor Nederland de grenzen dicht gooien, dan hangt ook daar een prijskaartje aan in de vorm van afzetverlies en dergelijke. Dat maakt deze ondernemers niet tot onze vrienden: ook zij streven immers naar lage belastingen, waarmee ze de gezondheidszorg karig houden en echt ander beleid blokkeren. Maar het beeld dat ‘de kapitalisten’ allemaal het huidige beleid toejuichen, klopt vermoedelijk niet.
Wat wel klopt is dat noch de regering, noch de ondernemersklasse van groot tot klein, noch de managementsstructuren van de gevestigde gezondheidszorg, ons van deze pandemie gaan verlossen. Dat betekent dat we dit zelf zullen moeten doen. Hoe? We hebben een tweeledige switch in strategie nodig. We dienen mitigatie nu eindelijk eens te vervangen door containment, op weg naar eradicatie en eliminatie. Dat is de eerste draai, eentje waar de actiegroep Containment Nu zich al maanden met grote vasthoudendheid en kracht van argumenten voor inzet.(6) We dienen echter tegelijk de ‘agency’ achter de pandemiebestrijding te verschuiven: van regering en bestuurders naar onszelf. We – jij en ik en miljoenen mensen zoals jij en ik – dienen niet alleen te pleiten voor een strategiewijziging. We dienen die wijziging eigenhandig door te drukken en door te voeren. Dat kan deels door het kabinet met stevige actie onder druk te zetten om te gaan doen wat het kan doen en wijzelf nog niet: adequaat testbeleid faciliteren, organiseren en financieren. Maar het kan vooral ook door zelf het afstand houden, het afremmen of stilleggen van veel onderlinge contacten, het beschermen van elkaar en onszelf via mondkapjes en dergelijke georganiseerd rechtstreeks ter hand te nemen. Ja, het is tijd voor Containment Nu. Maar het is vooral de hoogste tijd voor Containment Van Onderop.
4. Containment Van Onderop!
Hoe zie ik dat voor me, die Containment Van Onderop waar ik al geruime tijd voor pleit als strategie tegen de corona-pandemie? Het bevat de logica van containment, maar dan ter hand genomen door mensen onderaan in deze hiërarchisch georganiseerde, autoritaire en van kapitaalsbelangen doordrenkte maatschappij. Het is een poging om de pandemie te bestrijden met anarchistische vormen van organisatie en actie, in de geest van wederkerigheid en solidariteit die door de regering wordt vertrapt en door Viruswaanzin beschimpt, maar die ook door een van hogerhand afgedwongen lockdownbeleid wordt miskend en erger. De aanpak stoelt op de volgende overtuiging. Mensen kunnen zelf wat regeringen en andere autoriteiten niet kunnen, en wat die regeringen en autoriteiten wel kunnen, dat kunnen mensen zelf altijd nog een stuk beter.
Laat ik concreet worden. We willen de verspreiding van het virus dwarsbomen. We houden dus ruim afstand, niet omdat we De Maatregelen naleven en geen boete willen, maar omdat we zelf de noodzaak zien. Waar we die afstand niet kunnen houden, daar doen we simpelweg niet mee. Jazeker, staken! Waar dat laatste niet kan – omdat het om werkzaamheden gaat die echt niet gemist kunnen worden, in de zorg bijvoorbeeld – daar zorgen we voor mondkapjes. Zo simpel is het – maar hoe doen we dat?
Afstand houden kunnen we zelf. Het lukte in april, er is geen reden waarom het nu niet meer zou kunnen. Maar de omstandigheden werken niet altijd mee, dus dienen we ons met die omstandigheden te bemoeien. Werkruimtes met te veel personeel in te nauwe gangen? Weigeren om die ruimte binnen te gaan als er meer dan een verantwoord aantal mensen binnen is. Die weigering organiseren, met collega’s: laten we onderling afspreken dat we zorgen dat er niet meer dan X mensen binnen zijn. Daarbij voor elkaar opkomen. De weigering aan de chef laten weten. Niet accepteren dat er – omdat er dan minder productie kan worden behaald – ook het salaris wordt gekort. Te veel mensen in een te kleine ruimte brengt de gezondheid van personeelsleden in gevaar, en dient dus te worden aangevochten.
Hetzelfde kan gelden voor bezoekersaantallen: als het te druk wordt, dan wordt het onveilig. De bezoeker kan dan weer weg, maar het personeel zit er de hele dag. Het is dan ook het personeel dat hier de beslissingsmacht dient af te dwingen: wij vinden meer dan tien bezoekers tegelijk niet verantwoord, wij laten er niet meer binnen – en we accepteren niet dat de omzetdaling die daar uit volgt omgezet wordt in een salariskorting voor ons. Dit kan in musea, maar even goed in supermarkten. Dit vergt zelforganisatie op de werkplek. Moeilijk? Jazeker. Niemand zei dat het verslaan van een pandemie een makkie zou worden.
In het verlengde hiervan ligt natuurlijk de staking! Dat de horeca open is, brengt mensen in gevaar, en omdat de mensen in de bediening langdurig aan dat risico zijn blootgesteld, staan zij in hun recht als ze sluiting van die horeca afdwingen, met doorbetaling van loon. Of de ondernemers dan bedelend naar de regering gaan om de inkomstenderving gecompenseerd te krijgen, of dat ze het uit bedrijfsreserves halen, is niet het probleem van het personeel. Staken legt het werk stil en is tegelijk het drukmiddel om doorbetaling los te krijgen.
Waar werk en contact met collega’s en bezoekers niet te vermijden is, daar geldt: mondkapje op, allemaal! Ook dit biedt een handvat voor organisatie. Collega’s kunnen een mondkapje opdoen, collega’s daarin aanmoedigen, en voor elkaar opkomen als de chef – die de risico’s doorgaans niet deelt en dus weinig recht van spreken heeft – moeilijk doet. Collega’s kunnen ook weigeren om te werken in een winkel of dienstverlenende instelling zolang ook bezoekers niet een mondkapje dragen.
Ik geloof niet in mondkapjesplicht die van hogerhand, van overheidswege, wordt opgelegd. Een door arbeiders op de werkplek afgedwongen of beter nog zelf doorgevoerde mondkapjesplicht in alle bedrijven en instellingen waar bezoekers, publiek, klanten, cliënten komen, is echter een heel andere zaak. Zoiets kan gezamenlijk van onderaf worden doorgevoerd. Je kunt nog verder gaan: allemaal mondkapjes, op kosten van de baas! Mondkapjes voor het personeel zelf. Maar ook verstrekking van een mondkapje als je de winkel binnenkomt zou prima kunnen. En ook hier zou je kunnen zeggen: als bedrijfsleidingen en directies niet meewerken en daarmee personeel en bezoekers aan het virus blijven blootstellen, daar is georganiseerde werkweigering een passend antwoord.
Voor al dit soort dingen is een soort klassieke anarchosyndicalistische aanpak heel gepast. Al dit soort dingen vallen onder arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden. Al dit soort dingen – afstand houden op het werk, of anders het werk stilleggen; adequate beschermingsmiddelen zoals mondkapjes, op kosten van het bedrijf, of anders staken – kunnen langs de weg van organisatie en solidariteit en directe actie worden bereikt. Natuurlijk zou het helpen als er organisaties waren – vakbonden, herinneren we ons die nog? – die zoiets ter hand zouden kunnen nemen. Maar we moeten ergens beginnen, en wijzelf en onze directe collega’s vormen niet het slechtste startpunt.
Het bovenstaande geldt in bedrijven en instellingen die niet stilgelegd kunnen worden zonder dat er grote ellende ontstaat. De zorg zelf, maar ook de voedselvoorziening en het vervoer, en voor zaken als energie- en waterleverantie. Er zou waarschijnlijk heel veel pandemiebestrijding worden gewonnen als de rest van de economie gewoon wordt stilgelegd. Dan hoeven mensen niet naar te drukke werkplekken, dan hoeven mensen niet in te drukke bussen en treinen te stappen, en dan hoeven mensen ook geen vrij te vragen als ze hun kinderen op moeten vangen wegens scholen die dichtgaan. Natuurlijk brengen mensen dit alleen op als ze hun inkomen dan niet kwijtraken. Dat hoort als eis bij grootschalige werkweigering dan ook gesteld te worden, en afgedwongen ook.
Containment Van Bovenaf, van regeringswege doorgevoerd, zal neerkomen op grootschalige tijdelijke lockdownmaatregelen, het stilleggen van grote stukken van de economie met een vorm van compensatie van inkomensverlies. Containment van Onderop zou betekenen: een vrijwel algemene staking tegen corona, met doorbetaling van lonen en salarissen. Het lijkt een dagdroom. Maar wie dit soort dromen niet koestert, uitspreekt en er naar begint te handelen, zal de droom in ieder geval nooit realiteit zien worden.
Ik noemde ze al even: de scholen! Die zijn momenteel verspreidingshaarden. Ook hier geldt: stilleggen door te gaan staken is volstrekt redelijk. Hier kunnen ouders en verzorgers een grote rol spelen, door de kinderen hoe dan ook thuis te houden, uit veiligheidsoverwegingen en om druk op de ketel te zetten richting schoolsluiting. Feitelijk ging het in maart 2020 ook zo. Ouders en verzorgers krijgen dan meteen een probleem: de kinderen moeten thuis worden opgevangen, zodat ouders niet naar het werk kunnen. Precies hierom is het belangrijk dat de stakingen tegen besmettingsgevaar niet tot de scholen beperkt blijven. Als ouders op hun beurt immers ook hun werk neerleggen tegen het besmettingsgevaar, dan kunnen ze tevens bij hun kinderen blijven. De noodzaak van zulk thuisblijven kan op zich alweer een argument zijn om het werk neer te leggen. Het valt, direct of indirect, allemaal onder een motto dat ik graag alom gepropageerd en in actie vertaald zou zien: Staken Tegen Corona. Tegenover een lockdown van hogerhand stellen we dan een shutdown vanuit onszelf. Dit alles in het teken van die Containment Van Onderop, de aanpak die we zo kei- en keihard nodig hebben.
Tot nu toe had ik het vooral over de rol van mensen die arbeid verrichten, en die zich dus op de werkplek kunnen inzetten tegen besmettingsrisico, en voor voldoende veiligheidsmaatregelen, tot en met het stil leggen van bedrijven en instellingen. Wie werkt, kan staken! Nee, dat is allemaal niet makkelijk. Ja, dat vergt organisatie, zelforganisatie. Het vergt vooral ook initiatief, van mensen die een eerste stap zetten, collega’s enthousiast krijgen om samen in beweging te komen, dat kan al heel in het klein. Mondkapje op, extra mondkapje mee, en je favoriete collega’s er ook eentje aanbieden, met uitleg waar het goed voor is. Velen zullen weigeren. Een enkeling gaat misschien meedoen, en zo komen balletjes aan het rollen.
Maar wat doen mensen die niet in deze situatie zitten? Die niet op hun werkplek iets kunnen bijdragen, omdat ze er geen hebben? Hoe zorgen we ervoor dat Containment Van Onderop in de hele maatschappij gaat rondzingen, niet alleen op en rond het werk? Georganiseerd en gemotiveerd mondkapjes dragen is een uitstekend handvat. Georganiseerd, zodat je je minder alleen voelt, en de druk om niet aan ‘die onzin’, ‘die muilkorf’ mee te doen, beter kunt weerstaan. Gemotiveerd, zodat anderen mee gaan doen omdat ze het punt zien.
Studenten die perse naar college moeten, zouden doelbewust een mondkapje op kunnen doen, ook waar dit niet verplicht is. Scholieren idem dito. Ze zouden groepjes kunnen vormen van mondkapjesdragers, misschien wel met een eigen logo op het kapje, goed gepromoot op sociale media. Leden van verenigingen kunnen het dragen van mondkapjes in verenigingsverband aankaarten, ervoor pleiten dat op verenigingsactiviteiten het dragen ervan de regel wordt. Bezoekers van sociale centra, van buurthuis tot en met kraakcafé, zouden het dragen van mondkapje in zulke plekken aan de orde kunnen stellen en zelf het goede voorbeeld kunnen geven. Vaste bezoekers van bepaalde winkels en instellingen zouden aan het personeel daarvan kunnen vragen of daar het mondkapje minstens gestimuleerd, en misschien door winkel en instelling zelfs verplicht kan worden gemaakt, liefst vanuit dat personeel zelf zodat niet de managers weer de dienst uit maken.
Je zou je in allerlei plaatsen van de maatschappij actiegroepjes van mondkapjesdragers-tegen-corona kunnen voorstellen, in bedrijven en instellingen, op scholen en universiteiten, in buurtcentra en wijken en moskeeën, kerken en synagoges, rond verenigingen en organisaties van de meest uiteenlopende aard, van fanclubs van artiesten, van leden van sportclubs, van vriendengroepen, met eigen leuzen en logo’s en namen. Ik heb wel een suggestie. Schapen tegen Corona! Waarom niet? Slaat zoiets aan, dan beginnen mondkapjes te worden wat ze helaas nu niet zijn: een vertrouwd gezicht in op zijn minst het openbare leven, in plaats van een veel te hoge uitzondering. En ja, massale mondkapjesdracht is een rem op dat virus. Doen dus, ding op, en maak er reclame voor! De discussies die dat oplevert, brengen meteen het bewustzijn op gang om ook op andere punten tot daadwerkelijke indamming van het virus te komen.
5. Wederkerige hulp, sociale strijd
Het mag duidelijk zijn inmiddels. Afstand houden, dat afstand houden ook zelf organiseren, fysiek contact drastisch verminderen met alle middelen vanaf individueel gedrag tot en met georganiseerde stakingsactie, dit kunnen we zelf, zonder te wachten op hogerhand, en tegen de gevestigde machten in. Hetzelfde geldt voor mondkapjes dragen, dat stimuleren en organiseren. Komt dit alles van de grond – en er is haast bij! – dan dragen we heel serieus bij aan het tegenhouden van het virus.
Dat geldt al heel individueel: elk feestje waar je nu niet heen gaat, elk bezoek aan een museum dat je tot betere tijden uitstelt, elke bustocht of treinreis die je nu niet maakt, helpt! Thuisblijven en in ieder geval drukke plekken mijden helpt! En we dienen dat hardop te zeggen. Dit soort gedragskeuzes zijn niet zomaar keurigheid. We zijn niet bezig met ons ‘aan de Maatregelen te Houden’. We zijn doelbewust en zelfbewust en zelfgestuurd bezig dat virus te dwarsbomen. We zijn levens aan het redden, ik het jouwe, jij het mijne. Dit is wederkerige hulp en ondersteuning in de praktijk. Dit is een sociale strijd die we bedrijven, om een maatschappelijk probleem op te lossen. Want dat is deze pandemie: een maatschappelijk probleem, op ons losgelaten door een politieke en maatschappelijke orde die keer op keer kiest voor het geld dat moet rollen in plaats van voor mensen die willen leven.
Lukt dit allemaal boven verwachting, dan mist geen sterveling dat testbeleid waar de regering met de pet naar gooit, want dan valt er snel weinig meer te testen. Maar het gaat niet boven verwachting lukken, zo valt te vrezen. Plat liberaal individualisme, systematisch door ‘onze’ neoliberale politici van rechts tot links aangewakkerd, maakt zelfs het simpele afstand houden voor mensen al vaak te moeilijk, laat staan het georganiseerd aanwakkeren van mondkapjesdracht. De door mij bepleite aanpak zal stroef gaan, en intussen woekert de pandemie wel verder.
Er zal dus wel degelijk ook druk op de politieke top moeten komen. Zij sturen het testbeleid aan, van daaruit wordt direct en indirect de financiering van GGD’s en ziekenhuizen en dergelijke geregeld. Tot nu toe bestaat de druk vanuit bijvoorbeeld Containment Nu voornamelijk uit het leveren van onderbouwde kritiek, het verspreiden van die kritiek via sociale media en pogingen om ook in bijvoorbeeld kranten, radio en TV het pleidooi voor containment in plaats van mitigatie te doen klinken. Enkele demonstratieve acties maken onderdeel uit van dit opbouwen van voornamelijk publicitaire druk.
De hoop is kennelijk om politici van de noodzaak van containment te doordringen, en uit te leggen wat daarbij beleidsmatig zou komen kijken: een systematisch testbeleid, adequaat contactonderzoek, met isolatie van besmette mensen, allemaal bedoeld om besmettingshaarden zo goed mogelijk in de gaten te houden en de verdere besmettingen tegen te houden. Lockdowns zijn dan enkel nodig zolang het aantal besmettingen zo hoog is dat je het zicht via testbeleid en contactonderzoek zelfs niet meer enigszins kunt waarborgen.
Het is het beeld van de Hammer and the Dance dat je in deze materie wel tegenkomt. Het is een metafoor die Tomas Puyio hanteert, om uit te leggen hoe hij een ‘suppression strategie’, een strategie van onderdrukking van het virus, voor zich ziet.(6) De hamer, om het virus hardhandig terug te slaan doordat mensen genoodzaakt of gedwongen worden om thuis te blijven. De dans ‘om het virus heen’, door met testen, traceren en isoleren van besmette mensen ervoor te zorgen dat het virus op zijn zo gering mogelijke plek wordt gehouden. Lockdowns zijn dus helemaal niet de kern van containment. In Containment Van Onderop zouden die lockdowns vervangen worden door shutdowns van onderop, maar het doel – de noodrem inzetten tegen het virus – is hetzelfde. De sleutel is echter: testen, traceren en isoleren, zolang er nog besmettingshaarden zijn en verschijnen. Lockdowns of shutdowns zijn nodig om tijd te winnen die je nodig hebt om het testbeleid op orde te krijgen.
In een vrije, zelfbesturende samenleving zoals anarchisten die voorstaan, zal ook de zorg en het testen in handen zijn van samenwerkende, zelfbesturende collectieven die zijn ingebed in die zelfbesturende samenleving. Maar in de huidige kapitalistische maatschappij is de regering voor de professionele gezondheidszorg verantwoordelijk, en dus ook voor het testbeleid en wat daar bij hoort. Laten we ze met kracht op die verantwoordelijkheid aanspreken en ze ertoe bewegen die verantwoordelijkheid ook om te zetten in het voorkomen van ziekte en het redden van mensenlevens. Terwijl we die kracht opbouwen, werken we tegelijk aan het maatschappelijk vermogen om die hele zorg van overheidstaak om te bouwen tot het soort zelfbeheerde netwerk van instellingen dat ik hierboven als doel schets. Maar op het bereiken van dat zelfbeheer kunnen we niet wachten, want de pandemie woedt nu.
Het blijkt echter niet genoeg om de politici met argumenten van de noodzaak tot containment en bijbehorend beleid te doordringen. Het heeft er veel van weg dat ze die argumenten bewust naast zich neerleggen om willens en wetens aan mitigatie vast te houden, met de funeste gevolgen daarvan. We zullen dus verder moeten gaan dan enkel de publieke opinie bewerken. We zullen deze regering, maar ook de leiding van RIVM en de GGD’s, zoveel politieke pijn dienen te bezorgen dat ze gaan draaien om van die pijn af te komen. De pijn van het aftreden van Hugo de Jonge, Jaap van Dissel, Sjaak de Gouw en dergelijke kopstukken van dit misdadige beleid hoort daarbij. Dat zal dan een ander type demonstraties vergen dan de op zichzelf indrukwekkende protesten die Containment Nu tot nu toe heeft gelanceerd. En ik vermoed dat we er met demonstraties van het reguliere type sowieso niet komen.
Containment Van Onderop is dan ook niet alleen het zelf bereiken van fysiek afstand houden en mondkapjes en het stilleggen van grote delen van de maatschappij om het virus te dwarsbomen. Containment Van Onderop is tegelijk directe strijd, tegen kwaadaardig regeringsbeleid en degenen die de verantwoordelijkheid voor dat beleid niet horen te ontlopen.
Noten:
1 ‘Nederland passeert de grens van 100.000 coronatests’, Nu.nl, 23 september 2020
en
4 Bijvoorbeeld Bas Grutjes, ‘COVID-19: Stoppen of afremmen?’, Grutjes, 16 maart 2020
5 Kim Deen, ‘Dit kan Nederland leren van de Duitse aanpak van de coronacrisis’, Trouw, 22 september 2020 (als je een paywall tegenkomt: ik heb er een tekstbestand van opgeslagen).
7 Tomas Pueyo, ‘Coronavirus: the Hammer and the dance – What the Next 18 Months Can Look like, if Leaders Buy Us Time’, 19 maart 2020. Dit is een krachtig onderbouwd pleidooi voor wat feitelijk een containment-strategie is.
Ook verschenen bij: PeterStormt