Bernard-Henri Lévy, de bekende Franse filosoof, stelde in 2009 dat de Franse Parti Socialiste dood was en diende te verdwijnen. In die vaststelling is hij niet de enige maar wellicht de meest prominente. Zijn uitspraak kan breder worden getrokken en geldt niet alleen voor de Franse PS maar voor alle sociaaldemocratische partijen in Europa. De partijen bestaan nog als organisaties, maar er zit geen ziel meer in, ze dolen zonder ideologie voort, ze gaan door als zombies. Zo komt de PvdA niet veel verder dan mienskip om crises het hoofd te bieden. De Nederlandse SP krijgt opzeggingen, waarvan een beargumenteerde brief op Krapuul te lezen is.
BHL komt overigens niet verder dan constateren dat de PS dood is. Voor haar afsterven geeft hij geen duidelijke verklaring. Hij denkt dat met de ineenstorting van het communisme ook de fundamenten van de sociaaldemocratie zijn aangetast. Men heeft zich laten infiltreren door een reactionaire ideologie. Maar hoe het ene aan het andere gerelateerd is, blijft in het ongewisse.
Opkomst verzorgingsstaat
Volgen de sociaaldemocratische partijen hun communistische equivalenten en verdwijnen ze nagenoeg? Voor antwoord op die vraag kunnen we kijken naar hun voornaamste prestatie. Putten ze daar nog steeds kracht uit? Waaruit bestaat het succes van de sociaaldemocratie? Ongetwijfeld is dat de creatie van de verzorgingsstaat.
De voortrekkersrol bij de opgang van de verzorgingsstaat speelde de Britse premier Clement Attlee. Vlak na WO-II versloeg hij in verkiezingen oorlogsheld Winston Churchill. De Britten hadden na de oorlogsontberingen behoefte aan wederopbouw, niet aan reactionaire retoriek. De Labour Party van Attlee had plannen voor de ‘welfare state’. Die werd een succes. Maar andere linkse, humane ideeën kwamen er bij Attlee kariger vanaf. Met betrekking tot dekolonisatie besefte hij dat Indiase onafhankelijkheid onvermijdelijk was tegenover Mahatma Gandhi en zijn vele miljoenen volgelingen. Daarentegen probeerde hij Afrikaanse kolonies verbeten te behouden. Zo werd een kolossale militaire basis in Kenia gebouwd en kwamen de Afrikaanse wingewesten onder een ongekende mate van controle door Londen te staan. In Nederland is dat beleid min of meer gekopieerd door Willem Drees. Hij geldt als de vader van de vaderlandse verzorgingsstaat, maar ten aanzien van de kolonie Nederlands-Indië volgde hij een imperialistische lijn en dat resulteerde in politionele acties. Die voorbeelden van opstellingen van Britse en Nederlandse sociaaldemocraten duiden op reactionaire tendensen. Die zaten er altijd al in en zijn niet na de val van Muur ontstaan, zoals Lévy suggereert.
Alternatief verzorgingsstaat
De neoliberale revolte, waarvoor Ronald Reagan en Margaret Thatcher beeldbepalend zijn, breekt de verzorgingsstaat stukje bij beetje af. De moeilijkheid van instandhouding van de verzorgingsstaat is af te lezen aan het woord zelf. De staat speelt een spilrol. De staat moet speelruimte krijgen om beleid te bepalen. Maar door de globalisering en het daarop geënte neoliberalisme is die beleidsruimte er niet meer. Voldoe aan de drieprocentsnorm luidt de opdracht aan de regeringen in de eurozone. Die maatregel is vooral afgedwongen opdat grote banken gered kunnen worden van hun problemen veroorzaakt door de kredietcrisis. Als behoud van de verzorgingsstaat op de tocht staat, resteren in de sociaaldemocratie veel reactionaire tendensen. De hierboven gelinkte opzegbrief spreekt boekdelen.
Over beëindiging van ‘zombieïsme’ zijn in ‘Het wellicht zeer nabije einde van links‘ aanzetten gegeven. Maar ik verwacht niet dat de huidige sociaaldemocratie daar een belangrijke rol in kan vervullen. Die is te zeer vastgeketend aan de traditionele opvatting van de verzorgingsstaat. Een links alternatief met vooral focus op internationale solidariteit zal in de toekomst een gidsrol spelen.
Pingback: Godzijdank bestaat er nog een enigszins beschaafde wereld buiten Nederland | Krapuul