Het ministerie van landbouw is al vele jaren in handen van het CDA en zijn voorlopers, en je zou haast gaan denken dat ze het hadden uitgevonden. Dat is dan een misverstand. De eerste naoorlogse minister van landbouw leek wel een eeuwige, net als Luns op buitenlandse zaken. Maar deze PvdA-minister is vergeten door een partij die er liefst geen geheugen op nahoudt. Het geldt ook voor de inzet in de Europese Economische Gemeenschap, waar Sicco Mansholt nog langer de dienst uitmaakte. Misschien wel de bekendste Nederlander van Europa, zoniet de wereld – vergeten in ieder geval in eigen partij: “Wat heeft de PvdA met landbouw?”
Verzetsman of niet, zijn ontwerp van het systeem van Europese landbouwsubsidies heeft Mansholt de nominatie voor de top-10 van foutste Nederlanders opgeleverd. Maar lijsttrekker Samsom ziet hem dan weer als voorbeeld.
Het subsidiegebouw dat Mansholt ontworpen heeft was bedoeld om concurrentie in de landbouw en tussen de lidstaten tegen te gaan. Hoe het in de praktijk anno nu uitvalt kan men hier en hier zien.
Als kampioen van de grote kavels neemt Sicco Mansholt na de oorlog de Nederlandse landbouw op de schop. Schaalvergroting en mechanisatie zorgen voor een ongekende produktieverhoging. Na zijn succesvol verlopen moderniseringsbeleid in Nederland wordt Mansholt in Brussel de architect van de landbouwpolitiek van het nieuwe Europa. Om de vrede duurzaam te maken moeten Frankrijk en Duitsland als hoofdrolspelers van de Zes een gezamenlijk belang hebben. Dat wordt, na tal van marathonzittingen waarin Mansholt een virtuoos politiek poker speelt, de Gemeenschappelijke Landbouwpolitiek. Garantieprijzen, opkopen van overschotten en bescherming van de buitengrenzen zijn de inzet waarmee Mansholt de zes landen tot samenwerking wil brengen.
De socialist Mansholt zet een beleid uit dat door de liberalen met vreugde wordt uitgebuit, ook op het moment dat het alleen maar schadelijk is geworden.
En dan, als hij geen commissaris in Brussel meer is, komt de geestelijke ommezwaai. Bij het bijeensprokkelen van materiaal voor dit stuk kom ik er achter dat in de jaren zeventig Mansholt “iets had” met de Westduitse studentenactiviste Petra Kelly, die later een van de oprichters van de Grünen zou worden. Over zoiets zweeg de Nederlandse pers kies in die tijd, gelukkig. Maar of de affaire een rol speelt bij de veranderde houding van Mansholt in zijn laatste meer dan twintig jaar – wie zal het zeggen. In ieder geval werd hij pleitbezorger van economische krimp ter redding van de wereld en had hij spijt van het subsidiebeleid dat op zijn naam staat en zal blijven staan, en dat de Derde Wereld zo ernstig benadeelt. Te laat – de PvdA hoorde hem niet meer (zou Samsom echt een keerpunt zijn?).
Is Mansholt hierdoor nu een tragische PvdA-er of niet? De Wiardi Beckmanstichting heeft het maar niet over zijn “bekering”.
Dit is een aflevering in de serie De Rode Canon
Een beleid is nooit af, heeft altijd bijstelling nodig. Mansholt was kritisch op zichzelf. Daarom bekritiseerde hij op latere leeftijd ook zijn eigen oude plannen.
De landbouwsubsidies die hij introduceerde hebben voor voedselonafhankelijkheid in de EU gezorgd. Laten we er maar niet aan denken dat de consument in Europa afhankelijk zou zijn van de wereldvoedselmarkt. Dat zou nog meer koren op de molen zijn van grote monopolisten op voedselgebied, zoals Monsanto.
De subsidies hadden natuurlijk ook nadelen. De nadruk kwam te liggen op productie, zonder voldoende het milieu en de positie van de ontwikkelingslanden in het oog te houden.
In zijn algemeenheid kun je stellen dat de ideeën van Mansholt in principe veel goeds hebben gebracht, maar dat ze in details anders uitgewerkt hadden moeten zijn.
Mansholts landbouwpolitiek is weer actueel.
Dat Nederland een voorraadje aanlegt is natuurlijk belachelijk. Maar in EU-verband valt zeker zo’n strategische voorraad te overwegen.