Piketty lezen (1) – Inleiding en marxisme

Inleiding
Kapitaal in de 21ste eeuw, de bestseller over economie van Thomas Piketty, verdient grote bekendheid. De titel van het boek is inderdaad bekend en iedereen die wil meetellen heeft er een opinie over, ongeacht of de lijvige pil al dan niet is gelezen. De mening betreft ten eerste de hoofdconclusie: r > g, gemiddeld rendement op kapitaal is groter dan economische groei. Ten tweede gaat die over de belangrijkste gevolgtrekking: een wereldwijde belasting op vermogen is nodig. Maar de rest van het boek is een stuk minder bekend dan de net genoemde hoofdpunten. Jammer, want Piketty is iemand die goed heeft nagedacht, zelfs 15 jaar lang op zijn ‘Kapitaal’ heeft zitten broeden. Die reflectie blijkt uit tal van opmerkingen in zijn werk.

In recensies ligt de nadruk uiteraard vooral op de hoofdpunten. Inmiddels zijn er duizenden verschenen. Nog een recensie doet er niet toe. Door het geven van een aantal fragmenten uit Kapitaal in de 21ste eeuw hoop ik evenwel het debat verder te helpen. Mijn commentaar dient als aanzet tot discussie. De passages komen uit de Nederlandse vertaling van het boek (paperback). Ik heb ze intuïtief gekozen bij lezing en weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs de belangrijkste topics.

Marxisme
Piketty is geen marxist. Hij stelt het zelfs heel expliciet.

Ik ben voor het leven gevaccineerd tegen de stereotype en luie antikapitalistische retoriek die dit belangwekkende historische echec [val van de Oost-Europese communistische regimes] simpelweg lijkt te negeren zich vaak niet de intellectuele moeite getroost om daar bovenuit te stijgen. (p. 45)

Dat hij geen marxist is, scheelt een stuk in het lezen van commentaren. Zoiets als ‘Piketty’s provinciaalse marxisme’ (NRC) kun je meteen overslaan.

Voorts uit Piketty direct een beschuldiging. Hij vindt degenen die antikapitalisme prediken lui. Ze komen niet verder dan clichés. Als je geen kapitalisme wilt en geen Sovjet-stijl communisme, wat wil je dan wel, of in welke richting denk je dan? Vaak komt het verzet zelfs niet verder dan oproepen om met rode vlaggen, liefst antieke ratels en pretentieuze leuzen te demonstreren. ‘Stem tegen, stem SP’ uit de beginjaren van de Socialistische Partij drukt de leegheid perfect uit.

Over Marx maakt Piketty nog een vileine opmerking die ook te maken heeft met intellectuele luiheid. De aartsvader van het communisme maakte zich namelijk niet druk over de organisatie van eigendom na afschaffing van privébezit.

Daar komt nog eens bij dat Marx zich nauwelijks heeft afgevraagd hoe het met de politieke en economische organisatie zou zijn gesteld in een samenleving waarin het privékapitaal volledig was afgeschaft – wat op zich al een ingewikkeld probleem is, gezien de totalitaire improvisaties van de regimes die zijn ideologie hebben omarmd. (p.20)

De kritiek op de totalitaire tendensen is al oud. In dat verband heb ik Michail Bakoenin al vaker aangehaald als een criticaster. Hoewel Bakoenins kritiek terecht is, komt zijn alternatief niet veel verder dan een Jezus-achtig met elkaar omgaan waarbij je je naaste evenveel gunt als jezelf. Mooi niet dus.

Marx was overigens wel consequent in zijn negeren van het vraagstuk van een praktische aanstaande politieke en economische organisatie. Zijn historisch-materialistische geschiedsopvatting, dat wil zeggen dat de productiefactoren cq -verhoudingen de maatschappelijke ontwikkelingen bepalen, maakte een blauwdruk van toekomstige ontwikkelingen irrelevant. Alleen in de praxis, in de continue interactie van theorie en praktijk, waarbij het streven naar empowerment van het proletariaat voorop staat, krijgt een socialistische maatschappelijke ontwikkeling gestalte.

Totalitaire, centraal gedirigeerde maatschappijen zijn slecht verenigbaar met moderne (post-)industriële productie, waarbij van zeer velen creatieve inzet wordt gevergd. Dat is wellicht de reden dat redelijk succesvolle samenlevingen na socialistische revoluties (Sovjet-Unie, China, Cuba) hoofdzakelijk tot stand kwamen in agrarische maatschappijen met hoogstens een beginnende industriële ontwikkeling, dit in tegenstelling tot de marxistische theorie van revolutionaire omwentelingen aangesticht door een groot industrieproletariaat. In voornamelijk op landbouw gestoelde maatschappijen is de grote schaal van de maatschappelijke productie nog te plannen. Hoe verder een maatschappij zich technologisch ontwikkelt, des te strakker het keurslijf van de totalitaire staat knelt. Tot dat barst.

Wil je totalitarisme vermijden dan moet een flink deel van de economie met behulp van de markt worden geregeld.

2 gedachten over “Piketty lezen (1) – Inleiding en marxisme”

  1. Pingback: Piketty lezen (2) – De bourgeoisie als graver van haar eigen graf | Krapuul

  2. Pingback: Steun voor een scheut anarchisme | Krapuul

Reacties zijn gesloten.