De katholieke taliban

“Uw dochter zit op de fiets als een slagersjongen!” kreeg mijn grootvader, wijnhandelaar te Maastricht, rond 1940 ooit eens te horen van een klant. Mijn moeder had het namelijk bestaan om een deuntje te fluiten tijdens het fietsen, en blijkbaar kon dit in het donkere, katholieke Zuiden toen niet ieders goedkeuring wegdragen.

Ook moest mijn moeder op school bij de nonnen immer lange mouwen dragen, aangezien korte mouwen als niet decent beschouwd werden (om nog maar niet te spreken over broeken; dit bestond nog niet of nauwelijks voor vrouwen in die tijd. Slechts een rok van uiteraard voldoende lengte (zeker tot onder de knie) was toelaatbaar).

De moeder van een schoolvriend van mij (in het katholieke Brabant opgegroeid, ca. tien jaar jonger dan mijn moeder) wist te vertellen dat ze bij het baden een speciaal daarvoor bestemd hemd aan moest trekken, want men kon zich blijkbaar zelfs dan niet met goed fatsoen naakt vertonen.

Nog langer geleden: als je in het dorp waar mijn moeder geboren is, maar waar haar ouders ook daadwerkelijk opgroeiden (we hebben het dan over eind negentiende, begin twintigste eeuw) zwanger werd van iemand anders dan je echtgenoot, en het dorp kreeg er lucht van, dan kwam men als het donker was op de luiken bonzen.
Waarschijnlijk daarom was mijn grootvader zó bezorgd over zijn zes dochters dat die helemaal niets mochten, zelfs naar de maatstaven van die tijd.

Begin jaren zeventig zette mijn moeder nog een hoed op als we naar de kerk gingen, want dat hoorden katholieke vrouwen te doen tijdens kerkbezoek.

Dus als we het over rare kledingvoorschriften of schandalig beperkende maatregelen voor vrouwen hebben, en dan even sektes als daar zijn de SGP, zoals je die in ieder land wel hebt (en waar in sommige van die landen perverse regeringscoalities besluiten ermee samen te werken), even buiten beschouwing latend; het is enige tijd, maar niet onoverzienbaar lang, geleden dat dergelijke praktijken ook in dit land als normaal beschouwd werden.

Dit ter overweging, voordat u vèrstrekkende conclusies trekt over mensen die een andere etnische oorsprong dan uzelf hebben.

2 gedachten over “De katholieke taliban”

  1. [” “Uw dochter zit op de fiets als een slagersjongen!” kreeg mijn grootvader, wijnhandelaar te Maastricht, rond 1940 ooit eens te horen van een klant. Mijn moeder had het namelijk bestaan om een deuntje te fluiten tijdens het fietsen, en blijkbaar kon dit in het donkere, katholieke Zuiden toen niet ieders goedkeuring wegdragen.”]
    Een zéér terechte opmerking.
    Ik heb al van jongsafaan geleerd dat vrouwen die fluiten en kippen die kraaien, je de nek om moet draaien.
    Iets waar ik me altijd aan heb gehouden.
    Tegenwoordig hoor je nog nauwelijks vrouwen fluiten of kraaiende kippen.

  2. @1 dat ligt dan toch aan de types die datzelfde principe voorstonden. Overigens heeft een of andere gek hier in mijn buurt wel degelijk een kraaiende haan aangeschaft.

Reacties zijn gesloten.