Leids strijdexperiment tegen dwangarbeid werpt eerste vruchten af

Bekende Leidse actieplee

Begin september was het alweer twee jaar geleden dat Doorbraak in Leiden begon met een experiment om in de strijd tegen de bezuinigingen een aantal elementen van organizing toe te passen. Denk aan het voeren van tweegesprekken, het streng evalueren van alle activiteiten en het doelgericht werken aan de opbouw van een machtspositie. Al een aantal keer brachten we rapport uit en ditmaal hebben we voor het eerst ook echte resultaten te melden!

Na het eerste jaar hebben we op basis van onze ervaringen en politieke inschattingen gekozen om ons meer specifiek te richten op de maatregelen jegens werklozen. Met name de verdere invoering van de dwangarbeid bood een goede kans om verzet op te bouwen en daadwerkelijk in te grijpen in maatschappelijke ontwikkelingen. Dat bracht al snel meer positieve resultaten dan we zelf verwacht hadden. Wat hebben we tot nu toe bereikt?

1. Door onze campagne heeft de gemeente dwangarbeid niet ‘normaal’ kunnen maken.

Het gemeentebestuur en de meeste politieke partijen hebben er vanaf het begin op ingezet dat het dwangarbeidcentrum ‘normaal’ zou worden, en dat het daar moeten “werken voor je uitkering” eveneens ‘normaal’ zou worden. Daarom wilde men er niet teveel aandacht aan schenken: het zou gewoon een van de vele hervormingen zijn die voortdurend worden doorgevoerd. Maar Doorbraak is erin geslaagd die ‘normaliteit’ te doorbreken en te laten zien dat er een aantal van onze fundamentele rechten afgebroken wordt, zoals het recht op een minimumloon, een contract, vrije arbeidskeuze en goede arbeidsomstandigheden. Er is in Leiden een sfeer ontstaan waarin beleidsmakers en politici zich onder druk gezet voelen om de dwangarbeid te rechtvaardigen. Het gaat zover dat niet de activisten, maar de bestuurders regelmatig tekst en uitleg moeten geven.

En eenmaal doorbroken, keert de gewenste ‘normaliteit’ ook niet meer vanzelf terug, zo is ons gebleken. We zijn een of twee keer in de week aanwezig op het plein voor het dwangarbeidcentrum om in de middagpauze gesprekjes te voeren met werklozen. Dat levert nogal wat spanning op in het centrum omdat onze activiteiten gezien worden als “actievoeren”, zoals we van meerdere kanten hebben vernomen. En daarom stuurt de directie er steevast twee of drie beveiligers op af, vaak zelf ook werkende werklozen. Zo makkelijk kan ‘actievoeren’ dus zijn: geen actieborden en pamfletten meer nodig, gewoon op een bankje zitten en wat praten is in deze situatie al voldoende. Voldoende om de beveiliging van het centrum in rep en roer te brengen.

2. Door onze activiteiten voelen progressieve partijen en bonden zich genoodzaakt om ook ‘iets’ te doen.

Het is de taak van de progressieve partijen en de vakbonden om de vinger aan de pols te houden aan de onderkant van de samenleving, om onvrede en woede op te sporen, zichtbaar te maken, te herformuleren in bestuurlijke termen, en te organiseren of minimaal te kanaliseren richting de parlementaire instituten. In Leiden hebben de bonden, de SP, de PvdA en GroenLinks gezien dat Doorbraak roert in de bestaande onvrede, en een redelijk aantal mensen op de been kan brengen, mogelijk meer dan bonden of progressieve partijen momenteel zelf lokaal zouden kunnen. Dat heeft gemaakt dat ze zich nu ineens ook roeren, terwijl ze eerder niets ondernamen tegen de voorganger van het dwangarbeidcentrum, het zogenaamde Werkatelier, waar eveneens dwangarbeid plaatsvond. Het dwangarbeidcentrum is daardoor zeer tegen de gewoonte in al twee keer opnieuw besproken in de gemeenteraad. Dat gebeurde mede op verzoek van de SP en de PvdA die naar aanleiding van ons dwangarbeid-dossier een eigen onderzoek naar de praktijken in het centrum deden. GroenLinks en de FNV-bonden Bouw, Bondgenoten en Abvakabo hebben ook hun voornemens uitgesproken om ermee aan de slag te gaan.

3. Door onze acties heeft de directie het regime in het dwangarbeidcentrum versoepeld.

Na de succesvolle 1 mei-actie voor de ingang van het centrum, en de publicatie van ons dossier in de dagen daarop, bereikten ons al snel de eerste signalen van een flinke wijziging in de dagelijkse gang van zaken. Dwangarbeiders gaven aan dat het regime versoepeld was. Plots mochten ze bijvoorbeeld wel even een kopje koffie gaan halen, en ze voelden dat er vanuit de bewakers op de werkvloer meer respect kwam. Ook bleek ineens dat niet alle werklozen die opgeroepen werden meer aan de dwangarbeid hoefden. Interne bronnen bevestigden die koerswijziging later, en erkenden bovendien dat die direct veroorzaakt was door de activiteiten van Doorbraak.

4. Door campagne te voeren hebben individuele werkloze Doorbraak-activisten meer macht gekregen in relatie tot hun “consulenten” en hoeven ze niet te dwangarbeiden.

Doorbraak voert vanzelfsprekend in de eerste plaats actie voor de complete afschaffing van de dwangarbeid voor iedereen, maar in de tussentijd komt de campagne ook al ten goede aan enkele van onze actievoerders zelf. Openlijke deelname aan de campagne blijkt een zekere macht te geven: “cliëntmanagers” blijken bekende actievoerende werklozen niet zo hard aan te durven pakken. Een van de Doorbrakers schreef naar aanleiding van haar vernederende ervaringen tijdens een gesprek met een Sociale Dienst-medewerker een column op onze website, waarna ze direct ongevraagd een nieuwe ambtenaar toegewezen kreeg. Die was poeslief en aardig, en vertelde haar dat ze niet hoefde te dwangarbeiden. Wel moet ze verplicht een paar uur per week ter plekke komen solliciteren. Ze moet daarbij in haar eentje in een kamer zitten, apart van de andere solliciterende werklozen, waarschijnlijk om besmetting met opstandigheid te voorkomen.

Een tweede Doorbraak-activist kreeg bij zijn intake-gesprek in het centrum meteen de vraag van zijn ambtenaar: “Je gaat toch niet alles publiceren wat we bespreken, hè? Met mijn foto erbij en zo.” Hij doelde daarbij natuurlijk op de afbeelding van Emiel Gommans, de hoofdbewaker op de werkvloer, die we gebruikt hadden bij het ballengooien tijdens de 1 mei-actie en die we daarna op onze website plaatsten. Gommans kan het bloed van de Doorbrakers overigens wel drinken, zo hebben we vernomen. Maar dat terzijde. Ook deze tweede Doorbraak-activist hoeft niet te dwangarbeiden. Dat is goed nieuws, want zo houdt hij meer tijd over voor de campagne. Wel moet hij verplicht vier uur per week komen solliciteren. Op zich geen slecht nieuws, want zo kan hij toch weer regelmatig het centrum binnenlopen om te praten met de dwangarbeiders die in de middagpauze buiten geen luchtje komen scheppen. Die konden we moeilijk nog bereiken nadat de directeur het gebouw tot verboden gebied had verklaard voor Doorbrakers na onze succesvolle 1 mei-actie.

5. Enkele kritische medewerkers in het dwangarbeidcentrum voelen zich door onze activiteiten gesteund en spelen ons af en toe informatie door.

Veel van de ambtenaren zijn ooit in het centrum komen werken om iets te doen voor WSW-ers, lang voordat er werklozen aan de dwangarbeid werden gezet. Het gaat om progressieve mensen, die de dwangarbeid liever vandaag dan morgen afgeschaft zien, en die zich nu gesterkt voelen door de openlijke kritiek van Doorbraak. Minstens vier van hen hebben direct of indirect laten weten aan onze kant te staan. Minstens een medewerker heeft een kritische werkloze naar ons doorverwezen, en anderen briefen interne informatie door. Om hun positie niet in gevaar te brengen kunnen we er hier niet veel meer over schrijven. Wel is duidelijk dat heel wat medewerkers met morele dilemma’s worstelen. Een medewerkster die sommigen van ons nog kent van vroeger, van het steunen van vluchtelingen, kwam eens langslopen toen wij wat stonden te praten op het plein voor de ingang. Ze lachte enigszins opgelaten en liet weten: “Ja, ik werk nu ook voor de vijand.”

6. Dwangarbeiders schenken meestal vrij snel hun vertrouwen aan Doorbraak.

Doorbraak-activisten hebben vrijwel altijd direct een open en vrij intens contact met de dwangarbeiders in en voor het centrum. Onze open houding en kritische stellingname slaat zo vanaf dag één bijzonder goed aan. Doorbraak beschikt daardoor ook als enige organisatie in Leiden over informatie over wat er in werkelijkheid dagelijks gebeurt in het centrum, tenminste zoals dat van onderop meegemaakt wordt. De gemeente doet daar natuurlijk wel onderzoek naar, maar geeft steevast te kennen dat er geen problemen zijn. En politieke partijen beschikken soms slechts over enkele individuele klachten. Dat geeft ons een enorme voorsprong bij het denken over de mogelijkheden van verzet.

7. Met onze campagne hebben we ervoor gezorgd dat minstens een van de opdrachtgevende bedrijven zich heeft teruggetrokken.

Doorbraak heeft de namen naar buiten gebracht van bedrijven die van de dwangarbeid van de werklozen profiteren. Interne bronnen zeggen dat minimaal een daarvan zich naar aanleiding van die negatieve publiciteit heeft teruggetrokken. We hebben in onze krant en op onze website extra aandacht besteed aan het bedrijf Sensabeads, en het zou ons niets verbazen als het juist om dat bedrijf ging. Een medewerker van het dwangarbeidcentrum beschuldigde Doorbraak er overigens van zo de werkgelegenheid voor WSW-ers in gevaar te brengen. “Door jullie moeten er straks WSW-ers ontslagen worden.” Maar het is de gemeente die steeds meer WSW-werk door dwangarbeiders laat doen, omdat die gratis en gemiddeld genomen ook nog eens productiever zijn. Juist door die verdringing verliezen WSW-ers hun baan.

8. Met ons heldere taalgebruik verdringen we stukje bij beetje de eufemistische framing van de gemeente.

Doorbraak hanteert consequent woorden als “dwangarbeid” en “bewaker op de werkvloer” om aan te geven hoe wij er tegenaan kijken. We hebben die begrippen niet zelf bedacht, maar veelal voor het eerst gehoord in gesprekken met de werkende werklozen zelf. Alleen al het gebruik van deze woorden maakt het verhullende verhaal van de gemeente ongeloofwaardiger. En inmiddels worden ze inderdaad vrij breed gebruikt. Van onderop, wel te verstaan, want in de gemeenteraad en uit de mond van beleidsmakers en -uitvoerders in het centrum zal je ze vanzelfsprekend niet horen. Ofschoon alle betrokken bobo’s ze inmiddels natuurlijk wel kennen.

9. Uit angst voor nog meer commotie is bij de gemeente een plan met streefcijfers voor strafkortingen afgeblazen.

Vlak voordat het dwangarbeidcentrum werd geopend, circuleerde in kringen van gemeentelijke beleidsmakers een plan om het aantal strafkortingen voor bijstandsgerechtigden flink op te voeren via streefcijfers. Sociale Zaken zou een half miljoen euro per jaar kunnen bezuinigen door de verwachte 500 dwangarbeiders gemiddeld allemaal een maand per jaar met honderd procent te korten, of bijvoorbeeld twee keer een maand met vijftig procent. Er ontstond een heftige discussie tussen ambtenaren die voor en tegen de boetequota waren. “Het zou zijn alsof de Leidse politie van tevoren opdracht krijgt om iedereen in een bepaalde buurt op de een of andere manier een bekeuring te geven”, aldus een van de critici. “Maar toen kwam Doorbraak met het protest tegen dwangarbeid en werd het plan maar opgeborgen”, zo vertelde een van onze bronnen. Ambtenaren waren bang dat een en ander naar de pers zou lekken, en met Doorbraak-activisten die overal bovenop zitten, werd zo’n plan simpelweg te riskant gevonden. Feitelijk hebben we zo, zonder het op dat moment zelf te weten, met de acties steun gegeven aan dissidente ambtenaren om dit schandalige plan te torpederen.

10. We hebben onze successen behaald zonder veel aandacht te schenken aan de commerciële media.

We proberen ons met onze campagne eens wat minder te richten op ‘het bewustmaken van het publiek’, en meer te werken aan het organiseren van mensen en het opbouwen van concrete macht. Contacten met de voor ons belangrijke mensen onderhouden we niet via de media, maar via gesprekken, dagelijks op straat, op kantoor, in de kantine, op bijeenkomsten en manifestaties. We hebben gesprekken gevoerd met vele tientallen Leidenaren, waaronder natuurlijk ook progressieve politici en vakbondsactivisten. Met onze tegenstanders communiceren we ook niet in eerste instantie via de media. Nee, we maken onze bedoelingen simpelweg duidelijk door hun dagelijkse onderdrukkende praktijk te ontregelen. Bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat de medewerkers moeite krijgen met het handhaven van de discipline in het centrum. Het is gebleken dat het mogelijk is om zo met een relatief kleine organisatie via een zeer doelgerichte campagne de normale gang van zaken te doorbreken en concrete successen te boeken.

Feitelijk is van onze campagne weinig terug te vinden in de lokale of landelijke commerciële media. We hadden er geen behoefte aan om onze eigen linkse visie te laten verwateren door een journalist van bijvoorbeeld Telegraaf-dochter Leidsch Dagblad, en daarom hebben we onze eigen artikelen steeds direct verstuurd naar alle betrokken politici, beleidsmakers, medewerkers en medeactivisten. De meeste bobo’s zouden ons materiaal normaal natuurlijk nooit lezen, maar nu zijn ze er plots bijzonder in geïnteresseerd vanwege het directe machtsconflict. Al was het alleen maar vanwege nieuwsgierigheid. Wat zeggen ze nu weer? Wie pakken ze dit keer aan? En hopelijk blijf ik buiten schot! De bobo’s bleken steeds opnieuw zeer goed op de hoogte van onze schrijfsels.

Anderen inspireren

Dit is een redelijk indrukwekkende opsomming, vinden we zelf. Waarbij we beseffen dat er zo weinig hecht georganiseerd radicaal-links in Nederland is dat dit type succesjes al snel opvallen, hoe bescheiden ze ook zijn. Onze werkelijke doelen hebben we vanzelfsprekend nog lang niet behaald. We mogen dan een uitgebreid netwerk hebben opgebouwd, maar het is nog nauwelijks gelukt om mensen op een blijvende manier te organiseren. Dat is natuurlijk ook moeilijk op een plek waar de meesten niet langer dan een paar weken of maanden dwangarbeiden. Maar we werken eraan om de contacten met dwangarbeiders ook na die periode vast te gaan houden. Ons uiteindelijke doel met deze campagne is ook nog ver uit het zicht: de afschaffing van de dwangarbeid in Leiden. Maar daar hadden we vanzelfsprekend ook niet op gerekend voor de komende jaren.

Met ons experiment willen we overigens niet alleen proberen om nieuwe campagnemethoden te ontwikkelen, maar ook om die andere radicaal-linksen te inspireren. We hopen dat onze rapportages een idee geven dat het ook – of: juist – in deze rechtse tijden kan: mensen bij elkaar brengen, invloed hebben en succesjes boeken. We hopen dat dat een uitstraling zal hebben naar andere steden.

Wil je meer weten over hoe we de afgelopen twee jaar te werk zijn gegaan? Hieronder een lijst van maar liefst 31 artikelen die samen een goed beeld geven van wat we gedaan en gezegd hebben in het kader van ons strijdexperiment.

Eric Krebbers

Voortgangsrapportages
– “Werken aan een platform tegen de bezuinigingen” (11 jan 2011)
– “De strijd tegen de Leidse dwangarbeid” (4 jan 2012)
– “Doorbraak in Leiden: ‘Al doende leert men organizen’” (16 jan 2012)
– “Dwangarbeid voor Leidse werklozen niet langer ‘normaal’” (8 jun 2012)

Inspreekronde gemeenteraad
– “Doorbraak spreekt zich uit tegen dwangarbeid voor werklozen” (14 feb 2011)
– “Stop de dwangarbeid voor werklozen, ook in Leiden” (18 feb 2011)
– “Ambtenaren straks vervolgd wegens het opleggen van dwangarbeid aan bijstandsgerechtigden?” (18 feb 2011)

Nieuwsberichten
– “Gemeente Leiden steelt van bijstandsgerechtigden om tekorten te dekken” (31 okt 2011)
– “Leidse PvdA keurt dwangarbeid af en stemt ermee in” (8 dec 2011)

Drie acties
– “Doorbraak in actie tegen opening Leids dwangarbeidcentrum” (7 nov 2011)
– “Cliëntenraad-bijeenkomst blijkt eenrichtingsverkeer van bovenaf” (21 nov 2011)
– “Leiden: actie tegen sociale kaalslag” (6 feb 2012)
– “Kennisquiz en ballenwerpen tegen de sociale kaalslag” (15 feb 2012)
– “Actiequiz ‘Bekogel de bestuurders’” (16 feb 2012)

Argumenten voor actievoerders
– “Dwangarbeid is niet te verkopen” (3 jan 2012)

Translokale inspiratie
– “Franse werklozen-activisten vertellen over hun strijd” (14 mrt 2012)
– “Laten zien dat de collectieve oplossing beter is dan de individuele houding” (19 mrt 2012)
– “Frankrijk: is je dossier geblokkeerd? Geef gratis koffie!” (27 mrt 2012)
– “‘Hoe vaak mag ik seks hebben voordat ik word gekort op mijn uitkering?’” (2 apr 2012)
– “Grote opstanden beginnen in de dagelijkse strijd” (14 mei 2012)
– “Militant onderzoek en organizing van werklozen in Berlijn” (10 mei 2012)

Column naar aanleiding van een gesprek
– “Lili Irani: Gladiator” (30 april 2012)

1 mei-actie en dwangarbeiddossier
– “Leidse dwangarbeiders vieren Dag van de Arbeid” (1 mei 2012)
– “Dossier dwangarbeid in Leiden deel 1: het regime” (2 mei 2012)
– “Dossier dwangarbeid in Leiden deel 2: de dwangarbeiders” (3 mei 2012)
– “Dossier dwangarbeid in Leiden deel 3: de profiteurs” (4 mei 2012)
– “Dossier dwangarbeid in Leiden deel 4: de bobo’s” (7 mei 2012)
– “Dossier dwangarbeid in Leiden deel 5: het onderzoek” (8 mei 2012)

Kritiek op onderzoek en voorstellen SP en PvdA
– “Kritisch rapport SP en PvdA over Leidse dwangarbeid gaat principiële vragen uit de weg” (28 aug 2012)
– “‘Dwangarbeid light’ met de Leidse SP en PvdA?” (19 sept 2012)
– “‘Regie over het eigen leven’ via dwangarbeid?” (24 sept 2012)

1 gedachte over “Leids strijdexperiment tegen dwangarbeid werpt eerste vruchten af”

Reacties zijn gesloten.