Het is het laatste grote snookertoernooi voor de Masters in januari, het houdt vandaag op en dan hoop ik ook verder verlost te blijven van de reclame voor de top-4000 van Radio Tien – alsof die 2000 van Hilversum 2 al niet erg genoeg zijn. En van het rotzooistation dat zich nu afficheert als The Christmas Station, dat een vent in een rode jurk uit bed laat stappen en de wensen van allerlei mensen nog eens naloopt. Chris. Wie? O ja, Mariah, uit te spreken als Meraija, en die wenst alleen jou met kerstmis. Toegestaan.
De uit de VS afkomstige kerstkitsch, inclusief dat Coca-Colamannetje in zijn rode jurk zal hoofdzakelijk verbonden zijn aan Hollywood. Waar men droomt van een witte kerst, tingelende klokjes aan de arreslee, kastanjes die roosteren op een haardvuur, de Gedwongen Gezelligheid in familieverband die vraagt om gemarteld pluimvee op tafel of wie weet wat voor verder te vinden gekweld gedierte. Was Dickens met zijn verhaal over Scrooge de eerste? De bekendste natuurlijk.
(Het Coca-Colamannetje is “modern”, maar de kerstman is ouder en hoeft niet met Sinterklaas verhaspeld te worden. U kent vast een andere tekst op deze muziek.
Johann Christoph Friedrich Bach. Morgen kommt der Weihnachtsmann)
Het wordt steeds moeilijker om het mysterie uit het mythisch universum waarin de timmermanszoon als zoon Gods geboren wordt in een stal, bezocht door herders en drie wijzen (ook “koningen” genoemd), kort na de geboorte vluchten ouders met kind naar Egypte, maar Hij wordt toch opgedragen in de tempel (2 februari) en o ja, besneden (1 januari waarschijnlijk), en men hoort zich niet af te vragen hoe dit te rijmen is. Dat hoeft niet in het mythisch universum.
Het modernisme wilde afrekenen met de mythes uit het christendom, hopende hiermee dat laatste te redden. Tolstoy ging zo ver bijna alles uit de evangeliën geschrapt te willen zien, op de onderwijzingen van Jezus na. Een loffelijk streven wellicht.
Modernen noch Tolstoy konden voorzien dat kerstmis iets met sneeuw (die zelden valt, al helemaal niet op het zuidelijk halfrond) te maken zou krijgen en met zeikerige liedjes die als glijmiddel in het winkelcentrum dienen – de laatkapitalistsiche consumptiemaatschappij als doder van voorgaande mythen.
Het Christmas Station kondigt een top-50 van “Christmas songs” aan, alleen al die woorden beloven niets goeds.
Ik strooi even een top-5 de kamer in, daarbij voorbijgaand aan Bakske vol met stro; A toi la gloire; Eenzame kerst; Christmas Eve can kill you; La terra es freja; Adeste fideles; de versies van White Christmas van Otis Redding of Jackie Edwards (1966); Blue Christmas van Elvis Presley en laat ik maar niet verder gaan met opsommen van wat nu eenmaal niet in een top-5 te proppen is.
Wie “slechts” het lengen der dagen, de terugkeer van het licht, Midwinter wil vieren, daar is niets slechts aan – ha, dit is onbedoeld maar wel zeker meerduidig.
5. Stop the cavalry, Jona Lewie
4. A Christmas song, Shawn Phillips
3. Gaudete, de uitspraak Gowdaytay bezorgt mij steeds een glimlach.
Anúna, koor dat ik heb leren kennen op Árainn
2. Gloria in excelsis Deo – Najmet Eid. Wie zingt het mooier dan Fairouz?
1. Nu sijt wellecome, de katholieke tekst. Waarmee de kerstnachtdienst afgesloten wordt.
– Uitgelichte afbeelding: Door Soil-Science.info on Flickr (USDA Natural Resources Conservation Service) – Flickr, CC BY 2.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=6077017