Er bestaat op een bepaalde manier een verband tussen het item van André de Raaij, van afgelopen donderdag (zie hier) en het onderhavige item van Johny Lenaerts. André wekt op tot ‘wroeten in het verleden’ oftewel ‘geschiedschrijving’. Hij laat zien waarom je er enthousiast over kan zijn en vreugde aan kan beleven. Johny bedrijft die activiteit, zonder vooropgezet plan. Wat wil. Hij las over de Amerikaanse dichter, anarchist en activist Kenneth Rexroth (1905-1982) en schreef het item over hem hier gepresenteerd.
Ik zelf had nog nooit van deze voorloper van onder meer het communalisme en de ecologie gehoord. Wat mij verwonderde is, dat Rexroth door de Amerikaanse libertair Ken Knabb onder de aandacht gebracht is via zijn site ‘Bureau of Public Secrets’. Want met Ken Knabb ben ik al vele jaren bekend, via zijn ‘Bureau’, mede als vertaler van het werk van de Franse internationale situationist Guy Debord (1931-1994). Hoewel Kenneth Rexroth zo dichtbij mij langs geweest is, toch is hij een vreemde voor mij gebleven. Dankzij Johny Lenaerts* worden we nu op de hoogte gebracht van hem. Zie hieronder. [ThH]
Kenneth Rexroth kende een uitzonderlijke progressieve opvoeding, maar verloor zijn moeder toen hij 11 was en zijn vader toen hij 14 was. Hij verhuisde naar zijn tante in Chicago, waar hij ingeschreven werd in de kunstacademie. Op 19-jarige leeftijd liftte hij doorheen het land, deed allerlei jobs op farms in de Far West, en eens slaagde hij erin de oversteek naar Parijs te maken. Hij las ontzettend veel, schreef poëzie, maakte abstracte schilderijen, werkte in een avantgarde theater en begon op zichzelf verschillende talen te leren.
Contrarevolutie
Rexroth groeide op tijdens de laatste jaren van de oude revolutionaire beweging. De Eerste Wereldoorlog had niet enkel het failliet van de oude maatschappelijke orde aangetoond, het onthulde ook de oppervlakkigheid van het oorlogsverzet, doordat haast alle linkse partijen zich achter hun respectievelijke regeringen geschaard hadden. Het einde van de oorlog bracht in Europa een golf van opstanden op gang, maar allemaal werden ze al snel neergeslagen en geneutraliseerd. De enige schijnbare uitzondering, de Russische Revolutie van 1917, zou uiteindelijk de meest rampzalige nederlaag van allen zijn. De bolsjewisten grepen de macht, onderdrukten de vijheidslievende krachten die de revolutie gemaakt hadden, en legden een nieuwe variant van het oude systeem op: bureaucratisch staatskapitalisme. De zogenaamde ‘communistische’ bureaucratie werd de nieuwe heersende klasse, de staat werd de enige, almachtige kapitalist.
De bolsjewistische contrarevolutie betekende niet enkel een ramp voor Rusland. Haar voorbeeld vergiftigde en vernietigde uiteindelijk de hele internationale revolutionaire beweging voor de komende decennia. Het prestige en de macht van de bolsjewisten als de vermeende leiders van de enige ‘succesvolle’ revolutie stelden hen in staat de radicale beweging van andere landen te domineren, te manipuleren en te saboteren.
Terzelfder tijd slaagde het systeem in West-Europa en in de VS erin het op een akkoordje te gooien met de reformistische partijen en vakbonden. Gevangen tussen bolsjewisme, reformisme en fascisme, waren de radicale elementen geïsoleerd en werden ze in vele gevallen simpelweg buitengesloten. De laatste en grootste manifestatie van de oude beweging, de Spaanse anarchistische revolutie van 1936-1937, werd door die drie krachten eensgezind de kop ingedrukt. Een hele generatie van schrijvers, kunstenaars en intellectuelen verkeerden in schok, waren mentaal en moreel lamgeslagen.
Anarchisme
Rexroth was een van de weinige uitzonderingen. In de jaren twintig was hij een actief lid van een van de meest exemplarische organisaties van de oude beweging, de anarchosyndicalistische IWW (Industrial Workers of the World); in de jaren dertig deed hij gelijkaardig werk op zelfstandige basis. Toen er een einde dreigde te komen aan een betekenisvolle revolutionaire beweging, legde hij contacten met mensen die hun integriteit en radicaliteit behouden hadden, opende hij nieuwe perspectieven, spoorde de mensen aan hun mening te blijven verkondigen en, waar mogelijk, actie te ondernemen.
Het falen van het bolsjewisme en van het reformistisch socialisme om een werkelijke radicale verandering teweeg te brengen, bevestigde Rexroth in zijn anarchistische overtuiging. Het was meer dan ooit duidelijk geworden dat het kapitalisme niet kon worden opgeheven door middel van staatsprogramma’s en dat alle bureaucratie, hoe radicaal in schijn ook, de onweerstaanbare neiging vertoonde zijn eigen macht in stand te houden. Kapitalisme en staat zijn met elkaar vervlochten aspecten van een en hetzelfde systeem.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Rexroth gewetensbezwaarde (hij deed vervangende legerdienst als verpleger in een psychiatrische kliniek). Hij was geen pleitbezorger van een strikte geweldloosheid in elke situatie, maar hij lijkt zich absoluut verzet te hebben tegen alle oorlogen tussen moderne landen, en hij beschouwde die erger dan het kwaad dat ze pretendeerden te bekampen. Tijdens de oorlog richtte hij een antioorlogscomité op en ondersteunde hij Japans-Amerikanen die lastig gevallen en in concentratiekampen opgesloten werden.
Organisator
Na de oorlog organiseerde Rexroth samen met enkele medestanders de San Francisco Anarchist Circle (dat later herbenoemd werd tot Libertarian Circle). Dat was meer op cultureel dan op politiek vlak actief. Het kende een bloeiperiode vanaf 1946 tot in de vroege jaren vijftig en was wellicht het eerste belangrijke centrum van het naoorlogs gistingsproces dat de San Francisco Renaissance zou genoemd worden. Sommige van hun deelnemers richtte het Pacifia radiostation KPFA op, verschillende experimentele theatergroepen en talrijke kleine bladen; anderen hadden als dichter of als kunstenaar gedurende de volgende twee decennia een grote invloed in de Bay Area.
Rexroth was de spil van dit alles. Bovenop zijn cruciale rol in de Libertarian Circle, organiseerde hij wekelijks discussies, seminaries en lezingen in zijn eigen huis, en in talrijke artikelen, interviews en KPFA-programma’s hekelde hij het cutureel en politiek establishment en promootte hij de dissidente stemmen. In een tijd waarin de meeste commentatoren onverbloemd verklaarden dat de tijd van experiment en revolte voorbij was, begon Rexroth nieuwe tekenen van hoop te ontwaren.
Rexroth en de andere San Francisco Renaissance dichters werden soms in het wilde weg Beats genoemd, maar zoals hij in talrijke artikelen benadrukte, hadden noch hij noch de anderen veel gemeen met de door de media gecreëerde stereotypen.
Het ontstaan van de burgerrechtenbeweging was meer naar zijn smaak. In een artikel uit 1960 prees hij de spontaniteit en de directe persoonlijke inzet van de eerste demonstranten, en waarschuwde hij voor de pogingen van de bureaucratische ‘organisatoren’ om het protest over te nemen en te institutionaliseren.
Column-schrijver
In 1960 aanvaardde hij een aanbod om wekelijks een column te schrijven voor de ‘Examiner’, een belangrijk blad uit San Francisco. Hij leek haast elk geschikt voorstel te aanvaarden, zolang hem een totale onafhankelijkheid gegaranderd werd – de uitgevers moesten zijn artikel aanvaarden precies zoals hij het geschreven had, of anders helemaal niet. Hij zei dat kranten en populaire bladen hem een grotere vrijheid gaven dan sectaire politieke periodieken en academische revues.
Hoe dan ook, hij verrichtte geen slecht werk. Wat ook het thema was, hij trachtte steeds de kwaliteiten van een vitale, diverse gemeenschap in de kijker te plaatsen. Over het algemeen moedigde hij lokale participatie, experiment en autonomie aan, alhoewel hij soms ook opteerde voor een gecentraliseerde coördinatie in terreinen waarin een doorgedreven planning noodzakelijk is.
De meeste van zijn columns zijn evenwel eenvoudige persoonlijke beschouwingen over dagelijkse onderwerpen, met enkel vage implicaties van een bredere maatschappijkritiek. Nadat hij bij de ‘Examiner’ ontslagen werd, schakelde Rexroth over naar een meer expliciet politieke reeks van maandelijkse columns voor ‘Bay Guardian’ (1967-1972) en ‘San Francisco’ magazine (1967-1975). In deze toenemend pessimistische artikelen klaagt hij de corruptie en de samenzwering van politici, regeringen, handelaars en massamedia aan, en betreurt hij de teloorgang van elk overblijfsel van de menselijke en ecologische gemeenschap.
Tegencultuur
Rexroth had heel scherpzinnig de eerste tekenen van een revolte ontwaard in een tijd waarin de meeste commentatoren blind waren voor zo’n perspectief. Maar hij zag deze revolte vooral in culturele en spirituele thema’s. Zijn boek The Alternative Society uit 1970 weerspiegelt dit. Alhoewel het artikelen over een hele resem sociale onderwerpen bevat, gaat de helft van het boek over recente ontwikkelingen in underground poëzie en songs. De alternatieve maatschappij waar hij voor pleit blijkt te wortelen in de tegencultuur van de jongeren, of ten minste in diens diepste tendenzen: de ‘subcultuur van afscheiding’. Daarmee bedoelt hij niet zozeer een geografische afscheiding (alhoewel het de vorming van aparte gemeenschappen niet uitsluit), maar een fundamentele heroriëntering van levenswaarden, een heroriëntering die zich, alhoewel minder zichtbaar, doorgezet heeft, terwijl oppervlakkige hippiemodes kwamen en gingen.
In ‘Communalism: From Its Origins to the Twentieth Century’ (1974) onderzoekt Rexroth deze en eerdere alternatieve maatschappijen, van het vroege christendom, over ketterse sekten en millenaristische bewegingen in de middeleeuwen, tot de seculiere utopische gemeenschappen van de voorbije twee eeuwen [het boek is te downloaden op de site Bureau of public secrets, zie hier; thh.].
Ecologie
Rexroth ziet zijn alternatieve maatschappij als een ‘nieuwe maatschappij in de schelp van de oude’, maar nergens vertelt hij hoe het de schelp kan openbreken en daadwerkelijk de oude maatschappij kan overstijgen. Hij lijkt enkel een vage hoop te koesteren dat een uitbouw van een authentieke gemeenschap in de gaten en kieren van het oude, ten dode opgeschreven systeem enigszins de hoop kan levendig houden. Zelfs indien er weinig kans is een nucleaire of ecologische apocalyps te overleven, dan lijkt hem dat toch de meest bevredigende levenswijze.
Rexroth had het al over de dreiging van een ecologische catastrofe lang voordat de meeste mensen er ook maar van gehoord hadden. Het stemde hem niet bepaald optimistisch.
Poëzie
Maar Rexroth was toch op de eerste plaats een dichter. Underground song gaat volgens hem op zijn minst terug tot de middeleeuwse gezangen over wijn, vrouwen en satire. In Frankrijk bespeurt hij diens ontwikkeling vanaf het seksuele mysticisme van de troebadoers en de boheemse onderwereld van François Villon, doorheen de 19-de eeuwse ‘poètes maudits’ en ‘café-chantants’, tot Georges Brassens en andere naoorlogse zangers. In Amerika ziet Rexroth een gelijkaardige evolutie vanaf de traditionele ballades, folksongs en blues, tot de tegenculturele zangers van de sixties.
De waarden waar Rexroth voor stond zijn volgens ons van cruciaal belang voor elke maatschappelijke bevrijding omdat ze betekenis hebben en bevrediging schenken als doel op zichzelf. Zoals hij het uitdrukte in een van zijn meest ontroerende gedichten uit 1952 voor de begrafenis van een oude vriend:
We believed we
Would see with our own eyes the new
World where man was no longer
Wolf to man, but men and women
Were all brothers and lovers
Together. We will not see it.
We will not see it, none of us.
It is farther than we thought.
… It does not matter.
We were comrades together,
Life was good for us. It is
Good to be brave – nothing is
Better. Food tastes better. Wine
Is more brilliant. Girls are more
Beautiful. The sky is bluer…
If the good days never come,
We will not know. We will not care.
Our lives were the best. We were the // Happiest men alive in our day.
Johny Lenaerts
*Ken Knabb, The relevance of Rexroth, Berkeley: Bureau of Public Secrets, 1990 [het boek is te downloaden op de site Bureau of public secrets, zie hier; thh.] .
– Eerder verschenen bij Libertaire Orde