Kamp komt met goede aanzet inzake werk AOW’ers

Nooit had ik verwacht nog eens iets ten voordele van Henk Kamp te kunnen noteren. Maar je moet niet in je vooroordelen vastroesten. Het voorstel van Kamp om het doorwerken van AOW’ers te vergemakkelijken vormt een goede aanzet.

Nederland vergrijst. In de huidige opzet van werken tot je 65ste en daarna met pensioen heeft de vergrijzing gevolgen voor de verhouding van werkenden en niet-werkenden. Het aantal werkenden ten opzichte van de niet-werkenden vermindert. Om dat in te zien hoef je geen wiskunde te hebben gestudeerd.

De nieuwe verhouding van 65-minners en 65-plussers vergt aanpassingen van het pensioneringsmodel. Er zijn tal van opties denkbaar. Ik noem er drie. De meest gepushte is die waarbij de algemene pensioenleeftijd omhoog gaat. Maar je zou ook tijdens je werkzame leven een hogere afdracht aan de pensioenfondsen kunnen doen. Of je kan flexibel inspelen op de wensen en mogelijkheden van de werknemers om op latere leeftijd te werken. Op dat laatste komt het voorstel van Kamp neer.

Voordat ik nader inga op het het idee van Kamp, beschouw ik eerst de eerder genoemde opties. Een algemene verhoging van de pensioenleeftijd doet geen recht aan de verschillen in werkzaamheden. Duidelijk is dat er werk bestaat dat na een bepaalde leeftijd onmogelijk is. Ik heb nog nooit een profvoetballer van vijftig gezien, zelfs veertig is al een grote uitzondering. Daarentegen strijdt Mitt Romney in de VS opgewekt voor het presidentschap op zijn 65ste. Als hij de verkiezing wint, moet hij het nog vier jaar volhouden. Niemand schijnt daar bezwaren te zien. Maar Romney is eigenlijk nog een jonkie. Paus Benedictus XVI heeft er zelfs een celibaat voor over om op zijn 75ste het pontificaat te kunnen uitoefenen. En onze eigen Jerôme Heldring, die zo prachtig platitudes in zijn columns kon neerpennen, stopte er recentelijk op zijn 94ste mee.

Ondanks deze genoemde uitzonderingen is het duidelijk dat voor een aanzienlijk deel van de werkzaamheden de pensioenleeftijd van 65 het maximum is. Verhoging van die leeftijd zal de werkgevers op nog grotere schaal doen besluiten de werknemers voortijdig te ontslaan. De kosten zullen niet meer opwegen tegen voldoende baten.

Een hogere afdracht van premies is eveneens een mogelijkheid. Maar het valt op te vatten als een belastingverhoging. Daar hebben veel mensen toch gevoelsmatig weerstand tegen. Liever zoeken ze een andere oplossing.

De derde genoemde oplossing is de flexibele pensioenleeftijd. Het zal duidelijk zijn dat een gemiddeld langere werkzame periode de pensioneringsproblematiek vermindert. De belastingopbrengsten zullen stijgen.

Maar dat is slechts een deel van het verhaal. Zo’n flexibele schil van oudere werknemers vermindert de reguliere werkloosheid. Dat moge intuïtief vreemd klinken. Die ouderen verdringen gedeeltelijk jongeren (50 – 65-jarigen) van de arbeidsmarkt, zo lijkt het althans. Maar bedrijven hebben flexibiliteit nodig. Zelden zal de vraag constant zijn. Voorkeuren veranderen steeds. In een warme zomer is er veel vraag naar ijs en bier. Wanneer het Nederlands elftal goed presteert op een kampioenschap, stijgt de vraag naar allerlei oranje prullaria.

Een wat groter bedrijf heeft normaal gesproken een vaste kern en een flexibele schil. Die flexibele schil bestaat nu uit mensen die veelal noodgedwongen uitzendwerk moeten doen. Als die flexibele schil vervangen kan worden door AOW’ers, wordt de kans op vast werk voor 65-minners groter. Dit kan verklaard worden uit historische gegevens, waaruit blijkt dat er min of meer een vaste verhouding bestaat van 80-20 aan vast en flexibel personeel. Als het flexibele deel (20%) wordt ingenomen door ouderen, zal het vaste deel (80%) aangevuld moeten worden. Dat zullen voornamelijk 65-minners zijn.

Een fictief rekenvoorbeeld kan een en ander verduidelijken. Stel er werken nu 100 mensen, 80 in vaste dienst en 20 flexwerkers. Vervolgens komen er 20 ouderen bij. In totaal dus 120 mensen. Wil je van die 120 mensen 80% in vaste dienst hebben, dan kom je op 96. Blijft over: 24 flexwerkers, waarvan 20 ouderen en vier 65-minners. Natuurlijk is het voorbeeld gestileerd. In de praktijk zullen ook ouderen vast werk krijgen, maar de trend kan er hopelijk duidelijk mee worden gemaakt.

Bovendien zullen de ouderen abominabele arbeidsomstandigheden niet pikken. De 65-plussers hebben de zekerheid van hun AOW en meestal pensioen. Ze zullen alleen werk aannemen als de arbeidsomstandigheden acceptabel zijn. Dat zal bedrijven meermaals dwingen, willen ze gebruik maken van de flexibele ouderen, om de arbeidsomstandigheden ten goede aan te passen.

En ouderen zijn vaak fitter dan vroeger. Romney hoeft echt niet te werken voor het geld. Hij kan hele boerderijen met geraniums kopen als hij wil. Voor veel AOW’ers is werk geen verplichting meer om te overleven, maar iets dat, al dan niet in deeltijd, sjeu geeft aan het leven. In dit kader schreef ik eerder al: AOW en de dynamiek van de oudere.

Een voorstel dat het gemakkelijker maakt voor bedrijven om ouderen in dienst te nemen, kan tal van voordelen opleveren. Het is de taak van de vakbonden en van links om te zorgen dat een wet fatsoenlijke werkkansen voor ouderen biedt en geen uitbuiting inhoudt.

10 gedachten over “Kamp komt met goede aanzet inzake werk AOW’ers”

  1. Als die flexibele schil vervangen kan worden door AOW’ers, wordt de kans op vast werk voor 65-minners groter.

    Maar waar komt dat vaste werk dan ineens vandaan?

    Bovendien zullen de ouderen abominabele arbeidsomstandigheden niet pikken.

    Precies. daarom krijg je bepaalde banen ook gewoon niet als 45+ – er. Ben je ‘overgekwalificeerd’. Wat men bedoeld is dat je je niet makkelijk genoeg laat koeioneren als jonge, onervaren krachten.

  2. ik hoorde het henk k. gister ook zeggen

    dacht meteen: heb ik het goed gehoord, kan niet, ik heb vast iets gemist, er zit iets achter, hij maakt goede sier en draait dan aan de hand van stef b. de boel vast en zeker weer terug, een handtekening is maar een handtekening…

    henk k. en vooroordelen: hij zal het een jaarlang elke dag in m’n oor moeten tetteren eer ik henk k. zal geloven

  3. Hm, goede regeling? AOW’ers gaan andere flexwerkers vervangen die als ze ziek worden 2 jaar doorbetaald moeten worden. Die goedkope AOW’ers kunnen wel met 6 weken toe want hebben toch een inkomen. Hoezo andere en mindere arbeidsvoorwaarden en hoezo geen verdringing van nog geen 65+ werkkrachten?

  4. @1,Laurent & @3,Keira

    Het is best moeilijk te begrijpen, zeker als je niet economisch geschoold bent – zoals onze minister van Economische Zaken: Maxime Verhagen. Er bestaat min of meer een vaste verhouding van 80-20 aan vast en flexibel personeel. Als het flexibele deel (20%) wordt ingenomen door ouderen, zal het vaste deel (80%) aangevuld moeten worden. Dat zullen voornamelijk 65-minners zijn. Misschien dat bedrijven zullen proberen een andere verhouding van bvb. 75-25 te bewerkstelligen, maar ze kunnen niet alleen maar flexibel personeel inhuren. Dat gaat ten koste van de zekerheid van essentiële bedrijfsprocessen. Je hebt een grote kern van ervaren, vaste krachten nodig en je zult een deel van het personeelsbestand voor ’trainees’ moeten inruimen.

    Waar het werk vandaan komt? Door de economische groei. Tja, nu zitten we in een crisis. De werkloosheid loopt dan sowieso op. Helaas. Dat gebeurt onafhankelijk van het aantal werkende ouderen. Kamps voorstel is er niet één om de economische crisis te bestrijden.

    Het voorstel is vooral een oplossing voor de vergrijzingsproblematiek. Ik heb drie opties vermeld. Je kan nog andere oplossingen bedenken, maar je kunt de veranderende verhouding tussen 65+ en 65- niet negeren.

  5. Als het flexibele deel (20%) wordt ingenomen door ouderen, zal het vaste deel (80%) aangevuld moeten worden. Dat zullen voornamelijk 65-minners zijn.

    Ja, maar dat vaste deel zijn nu toch ook al 65-minners? Als 65-plussers nu flexwerkende 65-minners gaan vervangen vallen die laatsten toch buiten de boot? Ik begrijp je rekensom niet. Ik ben weliswaar geen econoom maar kan minstens zo goed rekenen als willekeurig welke econoom. Trouwens, Verhagen heeft toch geschiedenis gestudeerd?

    In de VS zitten ze er trouwens niet mee om gewoon zo ongeveer iedereen flexibel in te huren, ondanks jouw beslist zinnige argumenten om dat niet te doen. Dus op dat gezond verstand van de dames/heren ondernemers zou ik niet al teveel vertrouwen.

  6. @4 De economische mythe van de constante groei , dát is de kanker die kapitalisme heet ten voeten uit ,
    Dat systeem heeft zijn tijd gehad , in zowel zijn pure als in de sociaal democratische versie .. De grondstoffenzijn eindig en als we niet anders gaan consumeren eindigen we op als de droesem in de bodem van een fles wijn of bier op gist .. dood omdat we alle “suiker “opgeconsumeerd hebben en dus geen voeding meer hadden …

  7. @5, Laurent

    Met een fictief rekenvoorbeeld:
    Stel er werken nu 100 mensen, 80 in vaste dienst en 20 flexwerkers.
    Vervolgens komen er 20 ouderen bij. In totaal dus 120 mensen. Wil je van die 120 mensen 80% in vaste dienst hebben, dan kom je op 96. Blijft over: 24 flexwerkers, waarvan 20 ouderen en vier 65-minners.

    Natuurlijk is bovenstaande voorbeeld gestileerd. In de praktijk zullen ook ouderen vast werk krijgen, maar de trend kan er hopelijk duidelijk mee worden gemaakt.

    Het bezwaar is nu natuurlijk dat er door de crisis te weinig werk is. Daardoor kan Kamps voorstel tijdelijk verslechteringen inhouden, omdat 65-plussers inderdaad 65-minners gaan verdringen. Maar deze onfortuinlijke situatie doet aan het principe niet af.

    Terecht merk je op dat Verhagen geschiedenis heeft gestudeerd. Maar ik wilde juist de ironie tonen dat een minister van Economische Zaken geen economische studie heeft gevolgd.

  8. @7 maar waar komen die 20 extra banen ineens vandaan? Er werkten 100 mensen, en jij gaat uit van 80% van 120 banen. Wie zegt dat die 20 ouderen niet 20 65-min flexwerkers uit hun baan stoten omdat ze goedkoper en makkelijker te ontslaan zijn? Ik begrijp nog steeds niet waarom het in dienst nemen van ouderen op zichzelf de reguliere werkloosheid zou verminderen.

    Ok, je ironie mbt Verhagen had ik niet meegekregen 😉

  9. @8, Laurent

    Ik ga uit van een situatie van volledige werkgelegenheid. Het is niet zo dat er slechts 100 arbeidsplekken zijn en dat het altijd zo blijft. Als de economie aan het draaien gaat, dan heb je zo 120 arbeidsplekken.

    Het is zo dat de fout van een vast aantal arbeidsplekken vaak wordt gemaakt – bewuste manipulatie? Wel staat in bepaalde sectoren het aantal plekken min of meer vast. Bij een aantrekkende of afzwakkende economie heb je niet direct meer dan wel minder artsen of leraren nodig. Maar de werkgelegenheid van technici of automatiseerders is wel sterk conjunctuurgevoelig.

    Zoals ik in #7 al aangaf, zitten we nu in een moeilijke situatie van een crisis. Je krijgt er nu inderdaad niet meteen 20 arbeidsplekken bij.

  10. Naar aanleiding van de vragen van Laurent heb ik de oorspronkelijke tekst aangepast. Ik hoop dat die door de veranderingen wat duidelijker wordt.

Reacties zijn gesloten.