Het schiet niet op met genocidehobbyist Coen in Hoorn? Kop deraf! Nu! Open briefje

Geachte Burgemeester van Hoorn en Raadsleden, en andere betrokkenen bij, deelnemers aan en geïntereseerden in de discussie rond roofmigrant en genocidepleger JP Coen,

Vreemd genoeg mis ik in uw discussie over JP Coen en zijn standbeeld één cruciale factor: wat vinden de slachtoffers? Ja, u hebt al wel vertegenwoordigers van slaven gehoord, maar nu nog vertegenwoordigers of de nazaten van de slachtoffers van Banda. Want die bestaan.

Het verwijderen van de kop van Coens standbeeld kan een simpele en vrij goedkope manier zijn om het erende element voorlopig teniet te doen, vooral gezien het feit dat hij plaatselijke leiders op Banda liet onthoofden. Voor extra effect kan Coens kop wellicht op een speer naast het standbeeld geplaatst worden, naar het voorbeeld van de hoofden van de vermoorde leiders. Deze ontkopping dan wel in afwachting van verwijdering van dit schandelijke beeld, dat mede genocide vereert.

Als Hoorn een voorbeeldige ereburger, moreel volkomen standbeeldwaardig, wil hebben, dan is zeker Miep Gies, de verzorgster van Anne Frank en haar familie en andere onderduikers, verreweg de beste keuze. Zij stierf in Hoorn. Ze heeft nog nergens een beeld.

Even stap voor stap de feiten:

1.    Coen was een roofmigrant en drong met geweld andermans gebied binnen.

2.    Hij slachtte uiterst wreed in 1621 de bevolking van Banda af, een genocide, maar werd daarvoor nooit bestraft.
3.    Coen bezondigde zich ook aan slavernij. Daar werd hij evenmin voor bestraft.
4.    Er weken echter enkele duizenden Bandanezen uit, o.m. naar het eiland Kei.
5.    Als roofmigrant bezette Coen het eiland Banda, met schending van de feitelijke en morele rechten van de eerdere bewoners.
6.    Coen werd al door tijdgenoten scherp bekritiseerd wegens wreedheid en later ook door o.m. een opvolger van hem bij de VOC, Pieter Daendels. De kritiek hield onafgebroken aan vanaf de 17de eeuw tot heden.
7.    Coens genocide en andere wandaden zijn nooit officieel door Nederland erkend, noch zijn daarvoor aan de betrokkenen excuses aangeboden, evenmin is de schade ooit vergoed.
8.    Coen kreeg in 1893 in Hoorn een vererend monument van rijke Nederlanders, in Amsterdam bijeen in het Odeon, onder hen Hoornezen.
9.    De oprichters hebben niet overlegd met de slachtoffers van Coens wandaden op Banda.
10.    Het beeld was tevens bedoeld als verering van de VOC, kolonialisme, slavernij, schending van mensenrechten en roofkapitalisme.
11.    Op het standbeeld bleef Coens genocide onvermeld door de oprichters, de gemeente en het Rijk en andere betrokkenen totdat er na nieuwe protesten een extra plaquette met deze informatie op de sokkel kwam.
12.    Het beeld staat in de openbare ruimte, en is daarmee bedoeld voor iedereen, niet alleen voor Hoornezen.
13.    Alle standbeelden in de openbare ruimte zijn te allen tijde bedoeld als erend of opwekkend, voorbeeldig of met spijt en verdriet herdenkend.
14.    Niet iedereen heeft er een moreel of ander beschikkingsrecht over.
15.    Een vraag ontbreekt in uw discussie: wie heeft het grootste morele recht tot beslissen over het verdwijnen of blijven van het beeld?
16.    Eigenaar is de Rijksdienst Cultureel Erfgoed (RCE), oftewel het Rijk. Deze regelt en betaalt het onderhoud. Dit eigendom is onbedoeld en houdt geen volledig vrij juridisch eigendom en/of beschikkingsrecht in.
17.    Ook deze eigenaar heeft echter niet het initiatief tot het beeld genomen, het niet laten maken, het niet betaald en het niet geplaatst.
18.    De RCE heeft geen standpunt over haar morele recht tot beslissing over behoud of verwijdering van het beeld. Of de dienst meent het beslisrecht te hebben, is nooit duidelijk geworden.
19.    De burgemeester heeft duidelijk het beslisrecht ook niet: hij/zij is geen eigenaar van het monument, noch de gemeente; hij/zij heeft het initiatief niet genomen, het beeld niet laten maken, niet betaald en niet geplaatst.
20.    De Gemeenteraad evenmin: idem als 17.
21.    De bevolking – Nederlanders en de Hoornezen onder hen – evenmin: vanwege de punten 13 t/m 18. De bevolking – van Hoorn en de rest van Nederland – heeft in dit geval net zo weinig rechten als het doorsneepubliek bij een doorsnee voetbalwedstrijd in welke divisie dan ook, namelijk: kijken, of niet, maar zonder bemoeienis.
22.    Het feit dat de steun voor het blijven van het beeld onder de Hoornse bevolking afneemt, houdt geen enkele legitimatie van het beslisrecht van de bevolking in.
23.    Een referendum onder de bevolking is gezien de punten 13 t/m 19 op geen enkel goed argument, noch op recht of wet gebaseerd.
24.    Het Westfries Museum evenmin vanwege de punten 13 t/m 19.
25.    Over blijft als enige moreel rechthebbende de bevolking van Banda voor zover nazaten van de slachtoffers, evenals de nazaten van de VOC-slaven van Banda.
26.    Maarten van Rossem de kwestie te laten oplossen via een stemming onder toevallige bezoekers van het Westfries Museum, was zinloos, zoals bleek. Van Rossem toonde geen belangstelling voor de slachtoffers. Hij stelde verder tijdens de stemming voor om ergens anders een beeld van Hitler op te richten.

Hitler? Ergens anders? Waarom niet in Hoorn? O, o, o….

– Uitgelichte afbeelding: Door H.A.M. Stumpel (foto) – Ticket#2016072610013011, Publiek domein, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=62850736