Minister Grapperhaus van Veiligheid en Justitie heeft de knoop doorgehakt en ook voor Nederland een ”Coördinator Antisemitismebestrijding” benoemd. Grapperhaus nam zijn besluit na een campagne van de Kamerleden Segers (CU) en Yeşilgöz (VVD) om op deze wijze op te treden tegen het ”almaar toenemende antisemitisme”, waar een meerderheid van de Tweede Kamer zich uiteindelijk achter schaarde.
De nieuwe functionaris is – verrassend genoeg – Eddo Verdoner die voorzitter is van het Centraal Joods Overleg (CJO), het samenwerkingsverband van joodse organisaties in Nederland. Zijn benoeming gaat op 1 april in en is voorlopig voor een jaar. Daarna wordt de balans opgemaakt. Voor hij in functie treedt zal hij aftreden als CJO-voorzitter, waarbij zijn taak wordt overgenomen door vice-voorzitter Ronny Naftaniel.
Verdoner zelf geldt als een redelijk persoon, maar het CJO heeft wel de antisemitismedefinitie van de ‘International Holocaust Remembrance Alliance’ (IHRA) omarmd die vrijwel alle fundamentele kritiek op Israel als antisemitisch bestempelt. Ook is het CJO van mening dat BDS, het boycotten van Israel waartoe een keur aan Palestijnse organisaties in 2005 besloot, antisemitisch is. Dat zijn niet bepaald garanties dat hij de vrijheid van meningsuiting zal respecteren en dat er geen problemen gaan ontstaan. De commentaren in het Nieuw Israelietisch Weekblad (NIW), Jonet.nl, de spreekbuis van het CJO, en het CIDI geven geen reden tot optimisme. Het CIDI zegt zich te verheugen op samenwerking met Verdoner, wat bij de slaafse wijze waarop het CIDI zich achter de huidige Israelische regering opstelt en haar ogen sluit voor mensenrechtenschendingen niet geruststellend klinkt. Verdoner is trouwens ook bestuurslid bij het CIDI. Het NIW en Jonet geven evenmin reden tot vreugde. Allebei wijzen ze erop dat Verdoner bij het invullen van zijn functie te rade kan gaan in Duitsland, waar al zo’n coördinator bestaat in de persoon van Felix Klein.
Als Verdoner dat inderdaad zou doen is dat geheid een recept voor ellende. Klein, sinds 2018 ”Beauftragter” voor antisemitismebestrijding van de Bondsregering heeft voor een hoop lawaai en gedoe gezorgd. Veel ervan hing overigens samen met het besluit van de Bondsdag van 2019 om BDS officieel als antisemitisch te bestempelen. Dat leverde een klimaat op waarin organisaties gastsprekers of musici tegen het licht zijn gaan houden en waarin haast niemand meer iemand durft uit te nodigen omdat er haast altijd wel iets loos met hem/haar zal zijn. In december was er de zaak van de Israelische in Duitsland wonende Nirit Sommerfeld, die uit München ineens het verzoek kreeg de teksten van het programma waar ze al jaren mee rondtrekt, toch voor de zekerheid maar eerst even op te sturen. In dezelfde tijd speelde de zaak van Achille Mbembe, een filosoof en politicoloog uit Kameroen, die aan universiteiten als Columbia en Yale in de VS heeft gedoceerd en nu aan de universiteit van Witwatersrand in Zuid-Afrika is verbonden. Hij was uitgenodigd als gastspreker op het Triënnale-festival van het Ruhrgebied, maar trok zich terug na protesten die ook de directeur van dit festival, Stefanie Carp, onder zware druk zetten. De reden? Hij had een keer een oproep ondertekend om de relatie tussen de universiteit van Johannesburg en de Ben Gurion universiteit in Be’ersheba te verbreken wegens de banden van de laatste met het Israelische leger. De zaak kreeg veel aandacht. En antisemitismebestrijder Felix Klein sloot zich bij de bezwaren tegen Mbembe aan.
Maar toen was voor een 25-tal van Duitslands culturele topinstituties ook de maat ineens vol. Zij spraken zich op een persconferentie uit tegen deze gevolgen voor het culturele leven van de BDS-beslissing en van dit soort haarkloverij, een hartekreet die ook Israel bereikte via de krant Haaretz. Onder de instituten waren het Goethe Instituut, het Duitse Theater in Berlijn, de Berliner Festspiele, de Federale Cultuur Stichting, het Einstein Forum en nog een heleboel andere. Daaraan voorafgegaan hadden ook al een paar keer tientallen prominenten (en een keer zelfs ruim 400 uit binnen- en buitenland) protestbrieven gestuurd. Zoals tegen het vertrek van de directeur van het Jüdisches Museum in Berlijn,. de wereldvermaarde (niet-joodse) Talmud-geleerde Peter Schäfer, wegens een Tweet van het museum tegen het BDS-besluit van de Bondsdag en een tentoonstelling over Jeruzalem die volgens Israel te veel ruimte gaf aan de Palestijnse kant van het verhaal. Of naar aanleiding van rechtszaken tegen het afzeggen van zaalruimtes waarin over BDS of andere zaken zou worden gediscussieerd. Zaken overigens die door de klagers werden gewonnen.
Nederland is geen Duitsland en Verdoner is niet Felix Klein. Maar Verdoner doet er goed aan zich te realiseren dat Klein (of diens collega Frau Katharina von Schnurbein die in EU-verband een vergelijkbare op Jeruzalem afgestemde koers volgt) misschien niet de meest handige en voor de hand liggende raadgevers zijn. Of dat het Europese Hof voor de Mensenrechten niet lang geleden bepaalde dat actie voeren voor BDS een democratisch recht is dat niets met antisemitisme van doen heeft. Of misschien ook dat de IHRA-definitie van antisemitisme toch niet helemaal zo’n goede hulp is bij de bestrijding van antisemitisme, omdat juist joodse groepen met kritiek op Israel er het felst op tegen zijn (zoals bijvoorbeeld de ‘Jewish Voice for Peace’ in de VS met zijn aanhang van enkele tienduizenden). Coördinator antisemitismebestrijding, het is waarschijnlijk zoiets als specialist bij de mijnopruimingsdienst, het vereist geduld, inventiviteit en ook moed. Laten we hem vooral wijsheid toewensen.
- Ook verschenen bij Abu Pessoptimist