In december 1943, kort na de nederlaag van het Duitse leger in Stalingrad, vond de Conferentie van Teheran plaats. Daarin kwamen de leiders van de drie grootmachten, Roosevelt, Churchill en Stalin, bij elkaar en legden ze de basis voor de opdeling van de naoorlogse wereld in een oosterse en een westerse invloedszone, die tot in 1989 (Val van de Muur) stand hield. Het inspireerde Orwell tot de dystopische toekomstvisie waarin de wereld opgedeeld is in drie invloedssferen waarbinnen de anderen niets te zoeken hebben. En zien we daar niet de wereld volgens Trump, Poetin en Xi Jinping in doorschemeren?
In een boek van de dissident Emmanuel Goldstein leest Winston Smith, het hoofdpersonage van ‘1984’, onder het hoofdstuk ‘Oorlog is vrede’, de volgende regels. De tekst is van Orwell, de bewerking van Johny Lenaerts. [ThH]
George Orwell: “De verdeling van de wereld in drie grote superstaten was een gebeurtenis die te voorzien was… De grenzen tussen de drie superstaten zijn hier en daar willekeurig en elders lijken ze vloeiend, afhankelijk van het strijdverloop, maar over het geheel genomen zijn ze geografisch bepaald… In een of andere combinatie zijn deze superstaten voortdurend met elkaar in oorlog… De oorlog is echter niet meer de wanhopige, alles vernietigende strijd, zoals in de eerste decennia van de twintigste eeuw. Het is een oorlog met beperkte doelstellingen tussen tegenstanders die elkaar niet kunnen vernietigen, die geen materiële reden hebben om te vechten en die niet verdeeld zijn door enig ideologisch verschil. Dat wil niet zeggen dat het voeren van de oorlog of de heersende gevoelens daarover, minder bloeddorstig of meer ridderlijk zijn geworden. Integendeel, in alle landen heerst een voortdurende en universele oorlogshysterie… Geen van de drie superstaten zou voorgoed overwonnen kunnen worden, zelfs niet door de twee andere samen. Ze zijn te zeer gelijkwaardig en hun natuurlijke verdediging is te groot…
“Alle betwiste gebieden bevatten waardevolle mineralen en sommige ervan leveren belangrijke plantaardige producten, als rubber, die in gematigde luchtstreken synthetisch moeten worden vervaardigd, langs tamelijk kostbare wegen. Maar bovenal bezitten zij een onuitputtelijke reserve aan goedkope arbeidskrachten… De bewoners van deze streken, die min of meer openlijk weer tot slaaf zijn gemaakt, gaan voortdurend over uit de handen van de ene veroveraar in die van de andere, en worden als een hoeveelheid steenkool of petroleum verbruikt in de bewapeningswedloop, in de strijd om meer grondgebied te veroveren, meer arbeidskracht te overheersen, meer oorlogsmateriaal te produceren, enzovoort, tot in het oneindige. Opmerkelijk is dat de gevechten zich eigenlijk nooit buiten de grenzen van de omstreden gebieden uitbreiden…
“Het wezen van de oorlog is vernietiging, niet noodzakelijkerwijs van mensenlevens, maar van de producten van menselijke arbeid… In principe worden de oorlogsuitgaven altijd zo geraamd dat ze elk overschot opslokken dat zou kunnen ontstaan nadat in de allernoodzakelijkste levensbehoeften van de bevolking is voorzien. In de praktijk worden de behoeften van de bevolking altijd te laag geraamd, met als gevolg dat er een chronisch tekort is aan het merendeel van de eerste levensbehoeften; maar dat wordt als voordeel beschouwd… De maatschappelijke sfeer is die van de belegerde stad, waar het bezit van een brok paardenvlees het verschil tussen rijkdom en armoede bepaalt. En tegelijkertijd veroorzaakt het besef in oorlog te zijn, en dus in gevaar te verkeren, dat het afstaan van alle macht aan een kleine kaste de natuurlijkste en onvermijdelijke voorwaarde voor overleving lijkt…
“Van zelfs het nederigste partijlid wordt verwacht dat hij bekwaam, ijverig en zelfs binnen beperkte grenzen intelligent is, maar hij moet tevens een goedgelovige en onwetende fanaticus zijn, wiens overheersende gemoedsgesteldheid bestaat uit vrees, haat, aanbidding en het orgasme van de overwinning. Met andere woorden: het is noodzakelijk dat hij de mentaliteit heeft die past bij een oorlogstoestand. Het doet er niet toe of er echt oorlog is, en omdat een definitieve overwinning onmogelijk is doet het er ook niet toe of de oorlog goed of slecht verloopt. De enige vereiste is dat de oorlogstoestand bestaat…
“Geen van de drie superstaten krijgt ooit een duidelijke voorsprong op de andere twee. Nog belangrijker is dat alle drie de mogendheden in de atoombom reeds een wapen bezitten dat veel effectiever is dan enig ander dat hun huidig onderzoek zou kunnen uitvinden… Alle drie de mogendheden gaan slechts door met de productie van atoombommen, die ze in voorraad houden voor de beslissende gelegenheid die naar ze allen menen zich vroeg of laat zal voordoen…
“Geen van de drie superstaten waagt ooit een manoeuvre die het risico van een ernstige nederlaag inhoudt. Als men een belangrijke operatie onderneemt, is dat gewoonlijk een verrassingsaanval op een bondgenoot. De strategie die alle drie de mogendheden volgen, of die zij beweren te volgen, is gelijk. De opzet is door een combinatie van vechten, onderhandelen en goedgetimed verraad een kring van bases te verwerven, die een van de rivalen volkomen omgeeft, en dan een vriendschapsverdrag met die rivaal te sluiten en net zo lang op vreedzame voet met hem te blijven dat de argwaan in slaap wordt gesust. In die tijd kunnen raketten, geladen met atoomkoppen, geconcentreerd worden op alle strategische punten; uiteindelijk zullen ze alle tegelijk worden afgevuurd, met een resultaat dat zo vernietigend is dat vergelding onmogelijk wordt. Dan zal het moment gekomen zijn om een vriendschapsverdrag te sluiten met de andere wereldmacht, als voorbereiding op een nieuwe aanval. Dit plan, dat hoeven we nauwelijks te zeggen, is slechts een dagdroom, en niet voor verwezenlijking vatbaar…
“De levensomstandigheden zijn in alle drie de superstaten vrijwel gelijk… Overal vindt men dezelfde piramidale structuur, dezelfde verering van een halfgod-leider, hetzelfde economische systeem dat voor en door ononderbroken oorlogvoering bestaat. Daaruit volgt dat de drie superstaten elkaar niet alleen niet kunnen veroveren, maar ook dat het hun geen voordeel zou opleveren als ze dat deden. Integendeel, zolang ze met elkaar in oorlog blijven, houden ze elkaar overeind, als drie korenschoven. En als gewoonlijk zijn de heersende klassen van alle drie de mogendheden zich zowel niet als wel bewust van wat ze doen. Hun leven is gewijd aan verovering van de hele wereld, maar ze weten ook dat het nodig is dat de oorlog eeuwig voortduurt, zonder overwinning… Door permanent te worden is de oorlog fundamenteel van karakter veranderd… Aangezien elk van de drie superstaten onoverwinnelijk is, vormt elk van hen in wezen een afzonderlijk universum waar men vrijwel elke verdraaiing van het denken ongestraft kan uitvoeren… Zo’n staat wordt absoluut geregeerd, méér dan de staten van de farao’s of de Romeinse keizers…
“De oorlog is dus, als wij de maatstaf van voormalige oorlogen aanleggen, slechts verlakkerij. Hij lijkt op de gevechten tussen bepaalde herkauwers wier gewei zo staat dat ze elkaar niet kunnen verwonden. Maar hoewel de oorlog irreëel is, zinledig is hij niet. Hij verslindt het surplus aan consumptiegoederen en hij helpt mee om de speciale sfeer te handhaven die elke hiërarchische maatschappij nodig heeft. Oorlog, zo zal men zien, is nu een zuiver binnenlandse aangelegenheid. In het verleden bestreden de heersende klassen van alle landen elkaar echt, ook al zagen ze in dat ze gemeenschappelijke belangen hadden, een reden waarom ze het vernietigend effect van de oorlog beperkten, en de overwinnaars plunderden altijd onder de verslagen volkeren. In onze tijd vechten ze helemaal niet tegen elkaar. De oorlog wordt door de respectieve heersende klassen gevoerd tegen de eigen onderdanen, en het doel van de oorlog is niet land te veroveren of dat te voorkomen, maar de structuur van de samenleving intact te houden.”
George Orwell
* Een goede inleiding: Simon Leys, ‘Orwell en de verschrikkingen van de politiek’, Kelderuitgeverij, Utrecht, 2024.
– Eerder verschenen bij Libertaire Orde
– Uitgelichte afbeelding: By Michael Kennard – https://interminablerambling.com/2020/10/21/george-orwell-1984/, Fair use, https://en.wikipedia.org/w/index.php?curid=74887848