De enorme bosbranden in Californië krijgen veel media-aandacht. Maar we vergeten ondertussen dat ook Zuid-Amerika met veel meer bosbranden kampt dan normaal, schrijft de Spaanse bosbrandexpert Víctor Resco de Dios*.
Naar vuur kijken, of het nu een open haard is of een vreugdevuur, leidt vaak tot een gevoel van broederschap met het universum, zoals de Mexicaanse dichter Octavio Paz het omschreef. We worden volledig opgeslorpt door het beeld van de dansende vlammen en het geluid van het brandende hout, het klikken van de exploderende waterbelletjes die in stoom veranderen.
We leven dankzij vuur. Vuur leerde ons om het land te bewerken en te jagen. Dankzij vuur konden we koken, ons verwarmen als we het koud hadden en ons drogen na de regen. En dankzij dit alles kon het menselijk brein evolueren. Op planetair niveau reguleerde vuur de zuurstofconcentraties, die zonder vuur te hoog en gevaarlijk zouden zijn. Veel planten en dieren zouden niet kunnen overleven zonder de branden.
Zombievuren
Maar met onze relatie met vuur loopt het al een tijdje mis. Begin dit jaar zagen we met ontzetting hoe meer dan 20 procent van de Australische bossen in brand stond.
Toen kwamen de Siberische zombievuren, die de winter overleefden door organisch materiaal in de Arctische bodem te verbranden en die in het voorjaar weer aan de oppervlakte kwamen. Nu zaait het vuur angst in Californië. Maar er is iets wat je misschien nog niet weet: de branden slaan dit jaar ook in Zuid-Amerika hard toe.
Pantanal brandt af
De branden van dit jaar treffen vooral de draslanden van Zuid-Amerika. Ze branden onder meer een groot deel van de Pantanal af, het grootste moerasgebied ter wereld.
Pantanal is een tropisch drasland dat zich uitstrekt tussen Brazilië, Bolivia en Paraguay en een oppervlakte heeft die vergelijkbaar is met die van Roemenië. Het is een zeer belangrijk gebied voor de biodiversiteit: het is de thuisbasis van de reuzenotter en de tapirs en het gebied met de hoogste dichtheid aan jaguars ter wereld.
Buiten de tropische zones breken de branden in de Argentijnse draslanden van de Paraná-delta nu al maanden records. Steden als Rosario zijn al weken gehuld in een verstikkende rook.
Dubbel zoveel branden
Ook andere delen van Zuid-Amerika kampen met meer branden dan normaal. In Venezuela zijn tot nu toe ongeveer 13.000 branden geconstateerd. Dat is een nieuw record voor een land dat gemiddeld 7000 branden per jaar telt. In Colombia zijn tweemaal zoveel branden geregistreerd als in een normaal jaar.
Geologisch onderzoek toont aan dat normaal geen branden voorkomen in tropische bossen en draslanden. In tegenstelling tot wat in een mediterraan milieu gebeurt, vormen branden er geen natuurlijk element van die ecosystemen.
In sommige gevallen zijn ze het gevolg van branden die door landbouwers worden aangestoken en die door de droogte uit de hand lopen en bosbranden worden. Dat is wat er is gebeurd bij veel van de branden in de Pantanal.
La Niña
In deze alluviale vlakte is het een traditie bij landbouwers om braakliggend land te verbranden om het klaar te maken voor de nieuwe teelt. Dit jaar lijkt La Niña (een weerfenomeen dat onder meer in Zuid-Amerika tot droogte en overstromingen leidt, IPS) aan kracht te winnen. De droogte die daar het gevolg van is heeft nu dat deel van het zuidelijke continent bereikt. Door de droogte lopen branden makkelijk uit de hand en breiden ze zich uit naar de rest van het moerasgebied.
Niet alle branden hebben echter te maken met zelfvoorzienende landbouw. In de Pantanal gebruikt men ook branden om te ontbossen: men verbrandt de resten van bomen die zijn gekapt om plaats te maken voor nieuwe gewassen. Het gaat meestal over soja en veevoedergewassen voor de internationale markt.
De grote complexiteit van de bosbranden in Zuid-Amerika is opvallend. De realiteit is in elk land anders. Ik ga hier niet op alle bijzonderheden in, maar zeker Colombia is het vermelden waard aangezien de situatie er bijzonder paradoxaal is.
Een nieuw tijdperk?
In Colombia gaan de bossen achteruit als het gevolg van het vredesproces in het land. Na de ontmanteling van de FARC steeg het aantal branden in de Colombiaanse jungle enorm. Dat komt doordat mijnwerkers, drugsdealers, speculanten en iedereen die maar wilde, toegang kregen tot zones die voordien niet toegankelijk waren. Terwijl ik deze woorden schrijf, sijpelt een deel van het kwik dat in de bodem van de Amazone- en Orinoco-bekkens is opgeslagen, in de rivieren als gevolg van de erosie na de branden.
Sensoren die de luchtkwaliteit in São Paulo, Bogotá en vele andere steden meten, registreren een toename van de vervuiling door de rook. Misschien hebben we het binnenkort over brandvluchtelingen.
Door de branden schaden we de biodiversiteit, de waterkringloop, de CO2-balans, het klimaat en zelfs de gezondheid van de mensheid. Vaak worden deze branden aangestoken om in onze behoeften te voorzien: soja, voer, mineralen … Maar dit zou niet zo moeten zijn. Er zijn instrumenten, zoals het Mercosur-verdrag, waarmee we het probleem kunnen proberen te keren.
We zijn kinderen van het vuur. Maar we zijn de broederlijke band die we ermee hadden verloren. We maken er een massavernietigingswapen van.
* Víctor Resco de Dios is expert bosbranden bij PVCF-Agrotecnio, het centrum voor landbouwonderzoek van de Spaanse Universiteit van Lleida.
Bron: The Conversation
– IPS-bericht, overgenomen van De Wereld Morgen