Een niet zeer kort verhaal over de vandalisering van mijn eigendommen

Een vervolg.

Hij schuifelt door het decor van de buurt, op weg naar de super voor drank. Een paar jaar geleden viel hij in de avondschemering stomdronken met zijn hoofd tegen een muur aan om de hoek.
Een vriendelijke jonge vrouw raapte hem op, ze was verpleegster zei zij, en zij waarschuwde dat hij naar de Eerste Hulp moest.
Ik meen mij te herinneren dat ik hem er met de tram naar toegebracht heb, en dat ik later op de fiets bij hem langsgegaan ben weet ik nog zeker. Ik stond in overleg met de liefste met wie ik in die dagen enigermate in een relatiebreuk verkeerde. De avond is mij alleen al bijgebleven omdat zij mij uitnodigde bij haar te komen eten en te blijven voor de nacht. Ik kwam ver na tienen aan, tamelijk uitgehongerd, en werd op mijn beurt verzorgd.

Maar goed, daar lag hij dan, in een walm van drank, op een nette witte kamer, verzorgd vanaf de Eerste Hulp. Wat kon ik eigenlijk zeggen om hem in zijn waardigheid te laten en hem tegelijk te vermanen te stoppen met dat innemen?
Niets tenslotte.
Het viel mij sterk op dat hij over het meisje dat zo vriendelijk was geweest hem overeind te helpen begon. Hij dacht dat zij vast wel een oogje op hem had.
Ik zei er niets op terug.
Eenmaal terug thuis bleef hij aan de zuip. Het was verschrikkelijk om aan te zien, maar wie zichzelf wil vernietigen houd je niet tegen denk ik.

Ik moest aan zijn dronkenmanspraat over een meisje dat hem terwijl hij onder de bloedende wonden zat opraapte denken toen hij langsschuifelde terwijl al mijn bezittingen op straat gekwakt waren. Hij legde er wat brieven bij van het gemeentetuig dat inmiddels weg was en zei verder niets.

Ik kan het zo wel raden. Ingrid, de case manager woonfraude van de zich noemende Woonstichting, is bij hem aan de deur geweest om naar roddels over mij te hengelen, en dus viel Ingrid op hem en werd haar alles verteld wat zij wilde horen. Iedere vrouw die bij hem aanklopte viel op hem, onvermijdelijk, en dus viel hij op haar.
Ik kan even geen deernis opbrengen.

Op Nancy zal hij zelfs in zijn dronkenste toestand niet gevallen zijn. Zo dronken zal geen man ooit zijn. Nancy denkt dat zij slim en gevoelig is. “Dit is een heel nare dag voor je,” weet zij. Of ik iets nodig heb. Water zou wel uitkomen, ik ben aan het uitdrogen. Zij brengt een glas. Ik voel mij niet te goed om het aan te nemen, tot twee keer toe.
En dan gaat zij vermanend spreken. Waarom zou ik mij druk maken om alles wat het raam uitgegooid is. Als ik er echt om gaf zou ik niet zo lang niet in mijn huis geweest zijn. Dat weet zij, want zij zit op hetzelfde plateau op de trap. “Je bent hier in tien jaar niet geweest.” Ik ga er niet eens meer op in. Gelooft zij haar eigen leugen, die zij dan wel uitgebraakt zal hebben tegen het gespuis van de Woonstichting? Ja, waarschijnlijk – zoals ander schorriemorrie zeker weet dat de PvdA de Arabieren heeft binnengehaald als stemvee (Nancy hing trouwens braaf affiches van de PvdA voor het raam van het gemeenschappelijk fietsenhok die ik dan even braaf weghaalde). Om haar leugen overtuigend door te vertellen zal zij er in geloven. Haar afwezige geweten zal geen rol spelen. Al krijgt zij het even moeilijk deze nacht. Ik blijf waken, tegen morgensterren en stadsreiniging.
“Waarom doe je jezelf dat aan?” jammert zij.
“Ben jij dan niet trots op wat je bereikt heb?” is mijn antwoord.
“O, ik heb jou ontruimd.”
“Ik heb zo mijn verdenkingen.”
Zij giet het laatste beetje water uit het glas dat zij aangeboden had over een zak en gaat naar binnen. Als zij echt heel slecht is gaat zij morgenvroeg jammeren over troep in de straat en ben ik alles kwijt om een uur of negen. Ik had willen vragen of ik de ruimte in het fietsenhok nog even zou gebruiken om het op te bergen, tenslotte heeft de zogenaamde Woonstichting wel huur geïncasseerd voor deze maand.
Ik kan nog niet het stof van mijn voeten afschudden.
Zij roept de volgende dag wel naar mijn geliefde, of zij koffie wil – haar vrouwenliefhebbende modus ingeschakeld. Lief hoeft niet.

De buurtregisseur komt weer eens langszeuren en zegt dat “de troep” vanmiddag weg moet zijn, anders komt de grijper het halen.
Tenslotte zit er niets van waarde tussen.
“Dat bepaalt u?”
“Ja, u kunt wel denken dat er iets van waarde tussenzit maar dat is niet zo.”
Particulier eigendom geldt voor lang niet iedereen in deze bruine volksmonarchie.

Ik weet niet of u in spanning zit over het verdere verloop van het verhaal.
Ik ben geholpen door echt goede medemensen (geconfronteerd met zoveel slechtheid merk je ook de goedheid op die velen nog steeds kunnen opbrengen) en door het Lot, het Toeval, noem het/hem/haar hoe je wil.

Op het ogenblik dat het leek dat we het moesten opgeven, de middag was al aangebroken, kwam mijn lief wat jongens van de gestampte pot tegen om de hoek, die bij een verhuizing aan het uitladen waren. “U bent zeker niet beschikbaar vanmiddag…” “Mevrouw, we zijn over een half uur bij u.”
En aldus geschiedde.

U hoort er nog meer van denk ik, maar tot zover een verkorte weergave van een Nacht bij de Plastic Berg. (Er is gefilmd door de lokale sufzender maar dat is niet uitgezonden voorzover ik weet, en buurtgenoot-tot-die-dag Henk Vink heeft foto’s gemaakt die u hierbij ziet – tweede foto: afwachten waar de broers van deze schoenen zijn. Rechts een bakje soulsingles waar wel het een en ander aan ontbreekt. Zou de fles beerenburg ertegenaangegooid zijn?).

2 gedachten over “Een niet zeer kort verhaal over de vandalisering van mijn eigendommen”

  1. Eigenlijk vond en vind ik dat je als mens die het beter zou willen doen dan het tuig dat nu de baas is op de wereld geen bijltjesdag zou mogen houden op de dag van de afrekening. Ze beschaafd straffen ofzo.
    Tot mijn eigen stomme verbazing ben ik zo kwaad aan het worden dat ik soms wraak zou willen nemen, waarbij ik niet voor mijzelf in durf te staan dat ik netjes blijf.
    En eigenlijk kan dat niet.

  2. Ik kijk met verwondering terug op de uren waarin ik dit tuig of negeerde of netjes toesprak ( “wat is er zo grappig aan die foto?” – waren gefrustreerd dat ze geen porno voor in de pauze aantroffen denk ik.)

Reacties zijn gesloten.