Een goed glas slechte wijn: Herinneringen aan een roemruchte studentenflat 7

Eigenlijk was het mooi, nu ik er op terugkijk: de stemming die er naar was om bij de avondwinkel in het winkelcentrum een fles wijn te halen en die gezamenlijk op de kamer van deze of gene op te drinken, al pratende over – ja waarover, achteraf? Een liter voor ƒ3,99, soms snel scoren vanwege de sluitingstijd. En ik hoef niet snobistisch te doen om te zeggen dat hij nogal schril smaakte. Maar alcohol is alcohol – aan pils heb ik ook moeten wennen.

Voor mijzelf kocht ik zeker in de begintijd zoete Spaanse wijn of aanverwante soorten. Beginnerswerk ongetwijfeld. Ik heb er een medebewoonster de nacht mee door geholpen. Ik spookte laat op de gang komende van de keuken, geen idee wat ik er te zoeken had gehad. Zij kwam bij mijn passeren haar kamer uit: “Noemde jij mijn naam?” Nou nee. Ze had duidelijk iemand haar naam horen zeggen.

Ik noodde haar bij mij om een kalmerend glas wijn te drinken. Ja, dat was zoete Spaanse, iets waar je eigenlijk niet mee kon aankomen. En zij sprak over haar persoonlijke problemen, ik denk niet dat ik wat dat betreft ook openhartig was. Het was zaak dit zenuwachtige meisje (ik gebruik dat woord toch maar) rust te geven. Het lukte, ze ging gerustgesteld weg. Toen de oorzaak van haar terugkomende psychosen was gevonden en weggenomen werden we alsnog goede vrienden. Toen ik haar voor haar twintigste verjaardag een bos van twintig rode rozen gaf zei ze dat ik wel erg door de mand viel. Hetgeen een raadselachtige opmerking was – en is.

De enigszins intieme wijnsessies werden later vervangen door bezoek aan de “Algemene Ruimte” – in feite een café, het tweede van Amsterdam wat Grolsch-omzet betreft. “Studeerden jullie eigenlijk wel eens?” hoor ik u vragen. Een voortreffelijke vraag. Over die Algemene Ruimte de volgende keer.

– Uitgelichte afbeelding: Door A.Savin – Eigen werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=45825945