Een bijna verzonken eiland

Het heeft lang ongelezen op mijn bureau gelegen, ik zou er mijn makker F. nog verontschuldigingen voor moeten aanbieden. Maar alles gaat wellicht zoals het hoort te gaan: Denkbeelden van een christen-anarchist las ik pas na een bezoek aan het Catharijne Convent in Utrecht, waar ik documentatie vond van de rijke geestelijke fauna van het Nederlands protestantisme. Dingen vielen op hun plaats.
De schrijver van die Denkbeelden heet Felix Ortt, hij bleek in die dagen nog waterstaatkundig ingenieur te zijn. Hij heeft zijn ingenieurstitel behaald met een vertoog over de paalworm, het vernietigende importdier dat houten beschoeiingen en zeeweringen opvrat. Ook was Ortt de man die de getijtafels voor Nederland heeft opgesteld zoals die tot in de jaren tachtig gebruikt werden.

De Ortten waren al generaties verbonden aan Rijkswaterstaat. In Eva Vriends Het eiland van Anna, over Schokland, lees ik dat het idee het eiland te ontruimen allereerst geopperd is door Jacob Ortt van Rijkswaterstaat. Het eiland in de Zuiderzee werd regelmatig overstroomd nadat de paalworm de houten zeeweringen had opgegeten. De stenen zeewering was al spoedig weggeslagen.
Jacob Ortt is de vader van Felix Ortt. Felix wordt geboren in 1866. De ontruiming van Schokland vindt plaats in 1859.

*
Dit is een ongebruikelijke manier om een boekbespreking te beginnen. Het past wel bij het onderhavige boek. En laat ik dan meteen mijn (verdere) eigen betrokkenheid bij de geschiedenis van het onfortuinlijke eiland uit de doeken doen. Ik wist dat een van de namen van mijn tamelijk nabije voorgeslacht, voorzover Nederlands, voorkwam op het voormalige eiland. Een naam van vissers uit Enkhuizen en andere Westfriese zeesteden. De naam staat in de lijst van familienamen van Schokland, maar ik kan geen verband vinden tussen mijn voorgeslacht en Schokland. Misschien zijn er vissers met die naam van de westoever van de Zuiderzee verhuisd naar Schokland. Het eiland zal niet alleen een emigratiegeschiedenis hebben, maar ook een immigratiegeschiedenis. Mijn verre familie moet dan gewoond hebben in Ens of Zuiderbuurt (Zuidert), de protestante dorpen op het eiland. Emmeloord, de grootste plaats, was katholiek.

In 1859 werd het eiland ontruimd, met zachte drang. Men kon een verhuispremie krijgen, niet te royaal natuurlijk, dit speelt in Nederland, nietwaar. Maar verder verblijf op het eiland werd gevaarlijk geacht: het zeewater stroomde regelmatig over de vloer in de eenvoudige huizen. Het eiland zou vernoemd zijn naar de koemest, schok genaamd, waarmee de huizen versterkt werden. In de loop van de negentiende eeuw was veeteelt noch landbouw nog mogelijk door de overstromingen. Visserij werd de belangrijkste bron van inkomsten voor de bewoners. Dit bleef het trouwens nog lang na de ontruiming. Onbewoond Emmeloord kreeg wel een visafslag.

De gemeenschappelijke Schokker identiteit wordt in de verstrooiing bevestigd in koorzang. Zang verbindt, en Schokland heeft zijn eigen bijzondere (liturgische) liederen.

*
Er zijn verscheidene manieren om “geschiedenis” te benaderen. Er moet altijd wel een vonk van persoonlijke interesse zijn om de klus aan te vangen: als je een archief induikt moet er betrokkenheid zijn bij degene die het archief heeft aangelegd, of zijn/haar streven of organisatie. Jan Romein was zo hovaardig te stellen dat “we” de bronnen nu wel kennen en dat het “dus” bovenal om de interpretatie gaat. Maar of het nu om het zevende millennium vC gaat of om 2023 nC, bronnen komen er altijd bij en werpen nieuw licht op “wie es eigentlich gewesen” zoals Von Ranke, grondlegger van de geschiedenis als wetenschap, het schreef.

Persoonlijke interesse kan gewekt worden door persoonlijke betrokkenheid in het voorgeslacht. Mij treft steeds de verbazing bij de celebrities in het programma Who do you think you are? op de BBC. Een Jamaicaanse achtergrond houdt meestal een voorgeschiedenis van mensenroof en slavernij in, het spoor houdt op in Afrika. En dan blijkt een slavenhouder ook in het voorgeslacht voor te komen, omdat verkrachting deel van het bestaan als slavin inhield. Verwarrend, een voorouder die verachting of haat oproept, maar niettemin een voorouder is zonder wie je er niet geweest zou zijn. Mensen met Ierse achtergrond blijken de genocidale hongersnood van de jaren veertig van de negentiende eeuw in hun voorgeschiedenis te hebben, en voorlopers van de IRA zoniet de IRA zelf. Of hun tegenstrevers, dat kan ook. Je leert er geschiedenis mee, het vak, door de geschiedenis, het verhaal.

Wat een omslachtige inleiding bij de aanleiding van dit stuk, Het eiland van Anna over een Schokker in diaspora, (Joh)Anna Diender, die de speciale interesse van de schrijfster oproept. Ze beschrijft een voorgeslacht, verweven met de geschiedenis van het eiland en eigen geschiedenis van Diender en familie op het vasteland, in wat nog steeds als ballingschap wordt gevoeld.
Eva Vriend is de geschiedenis toegedaan als verteller van een verhaal (het boek wordt aanbevolen door Han van der Horst, ook zo’n historicus die bij het kampvuur vertelt, als het ware). Ik ga het verhaal niet verder na, beveel het slechts van harte aan – en niet alleen vanwege eigen betrokkenheid.

– Eva Vriend, Het eiland van Anna – Schokland en de geschiedenis van een thuis. Amsterdam: Atlas Contact, 2024. 285p, €24,99

– Uitgelichte afbeelding: Door Hermanus Koekkoek de Jonge – nieuwlanderfgoed.nl, Publiek domein, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=42980917