De oliemaatschappij bepaalt wat vrijheid is, of opwarming

“De schotten tussen de universiteit en het bedrijfsleven zijn eindelijk weggehaald”. Ik zag de triomfantelijke kop langskomen, het verhaal bevond zich in een pdf-bestand waarvan ik de vraag kreeg hoe ik het opengemaakt zou willen hebben. Laat maar. Het is toch flauwekul.

“Het bedrijfsleven” is niet de Koptische snackbarman om de hoek, de Surinaamse afhaal ernaast of de kapper die zich uiteraard barber noemt want het is hier de Amsterdamse binnenstad. Het bedrijfsleven is Shell, Unilever, Microsoft – ach, die beheerste zoiets als “informatiekunde” allang. O ja, het bankwezen. Wat is er “eindelijk” aan het weghalen van die schotten?

Het is niet voor het eerst dat ik het lied uit de advertentie opschrijf. Ik kan het uit mijn hoofd:

De vrijheid om te gaan en te staan waar je wilt
Je weet wat je zoekt, wat rust en wat groen
Rij weg, ver weg met Shellina
Het betere tankwerk van Shell.

Het is nooit onthuld wie de zanger achter dit fraais was, hij leek sprekend op Peter Tetteroo van de Tee Set, en wie weet. Maar het doet er ook niet toe. Het gaat om de massage in de message: vrijheid, rust, groen, ver weg: Shell.
In die dagen had Shell met eigen inzet en met hulp van het leger van Nigeria met zijn Britse “adviseurs” de olievelden van de Nigerdelta weer in handen. Dat er miljoenen mensen om werden uitgehongerd voor de quick kill zoals het koloniale regime van Labourman Harold Wilson het noemde gelieve u niet te weten. Destijds had ik, net vers zelf van school, van doen met scholieren die boos en verontrust waren over die uithongering en die niet blij met Shell waren. Ach wat, jullie rijden toch ook op Shellina premix, wist de man die Shell heel tactisch naar voren schoof bij gelegenheden en te vrezen valt dat het nog waar was ook voor heel wat scholieren op hun brommertjes. Die had je toen.

Om “Biafra” staken verscheidene scholieren in de Franse noordwesthoek zich in brand. Het was een in die dagen gekende – tja, actievorm is geen juist woord. Jan Palach stak zich in brand in Tsjechoslowakije. Hij werd nagevolgd, maar wie weet de namen van die navolgers? Ik weet geen naam van zo’n Franse scholier, zoals ook die boeddhistische monniken in Vietnam die het voorbeeld gaven naamloos de geschiedenis in of uitgaan.
Misschien heb ik de documentatie over die Franse scholieren in mijn archief, dat ik Deo Volente dit jaar op orde breng.

Vijftig jaar later staan weer scholieren klaar, niet gehinderd door cynisme of morele slijtage, om al stakende hun verontrusting te doen blijken. Ja, ze lachen veel. Moeten ze huilen? Dat zou dan een permanente toestand moeten zijn. Ja, ze hebben een schermpje bij de hand waarmee ze appen, instagrammen, twitteren, zie maar. Bestaat Shellina premix nog? Wie weet zijn ze op een scooter gekomen met dat of in ieder geval zoiets in de tank. En dan? Aan het kapitaal valt niet te ontkomen zolang we er niet aan ontkomen zijn. Rechtse praatjesmakers mogen dolblij zijn dat de scholieren de overheid aanspreken en niet de conglomeraten achter de fossielenindustrie zelf. Alsof de overheid ten nadele van Shell en de andere Zusters (het waren er Zeven, klopt dat nog?) zou handelen.

De jongeren roepen niet op tot revolutie. Zij zijn de revolutie. Daarom zijn de rechtse praatjesmakers bang. Het hoeft niet goed af te lopen, maar eigenlijk liever wel.
Succes, scholieren, studenten!