De Nederlandse vergetelheid ten aanzien van West-Papua (deel 1)

Eén van de met graagte uitgegeven producten van Neerlands opper-fascistische ideoloog Cliteur heet Moderne Papoea’s. Meer hoef je eigenlijk niet te weten over zo’n boek.

*

Het punt waarop ik de Nederlandse televisie definitief achter mij heb gelaten was bij een van de Wereldkampioenschappen voetbal. De luldebehanger van dienst had opgemerkt dat er twee donkerhuidige grensrechters waren bij een wedstrijd, ik weet niet meer of “wij” speelden en het doet er ook niet toe, Die grensrechters waren van Vanuatu, wist hij, en nee, u gaat mij niet vertellen dat u weet waar dat ligt want dat weet u niet. Nou, het ligt een heel eind zwemmen van Australië, wist de kwast. En daar kunnen toch geen grensrechters vandaan komen, was de nauwelijks impliciet te noemen boodschap.
Openlijk koloniaal racisme is steeds normaal, volgens de norm dus, geweest in de Neederlandse media. Die 29 zetels komen niet als bliksemslag bij heldere hemel.

*

Een citaat van alweer een tijdje terug dat ik niettemin in herinnering wil brengen:

Na zijn rechtenstudie in Leiden vertrok Gonsalves in 1956 naar voormalig Nederlands Nieuw-Guinea. Hij ging ‘voor het avontuur’. In de geïsoleerde Baliemvallei, waar het stenen tijdperk nog niet was afgelopen, moest hij een einde te maken aan stammenoorlogen. Dat ging hard. Hij liet schieten op oorlogszuchtige Dani-krijgers. Zelf schoot hij ook: minstens vijf doden.

In 2013 kwam het dagblad Trouw er mee weg zo over de carrière van een blijkbaar hooggeplaatst Nederlands jurist te schrijven. De woorden die de moordpartij moeten vergoelijken: “stenen tijdperk”; “stammenoorlogen”; “oorlogszuchtige krijgers”.
Geen moderne Papoea’s dus.

*

Het lot van de bewoners van Nederlands Nieuw-Guinea/Irian Jaya/Papua Barat/West-Papua is voor de koloniale machthebbers nooit een belangrijk punt geweest. Benedict Anderson beschrijft het trefzeker in Imagined communities: het Nederlandse gezag reikte van Sabang tot Merauke, de wandkaarten zeiden het, dus de republiek die de plaats zou innemen van Nederlands Oost-Indië zou ook reiken van Sabang tot Merauke. Noch Atjeh noch Nieuw-Guinea zaten of zitten te springen om opname in dit postkoloniale bouwsel, maar per slot van rekening waren de bewoners ook niet vrijwillig opgenomen in het koloniale maaksel – van Atjeh zou dit meer dan bekend moeten zijn.

Bij het opgeven van Nederlands-Indië werd westelijk Nieuw-Guinea buiten de soevereiniteitsoverdracht gehouden. Daar waren goede redenen voor te geven. Aardolie, goud, koper, palmolie. En een klassiek-koloniaal argument dat niettemin geldig is: dit Melanesische gebied paste niet bij Indonesië. Toen niet, nu niet. En omdat het er op nahouden van een kolonie omstreeks 1960 niet meer als fatsoenlijk gold – ook al kon mijnheer Gonsalves ongestraft wat “krijgers” neerknallen – werd Nederlands Nieuw-Guinea onafhankelijkheid in het vooruitzicht gesteld. Het land kreeg een volkslied, een eigen vlag

en een begin van een parlement, de Nieuw-Guinearaad. Dit jaar wordt de zestigste verjaardag van deze autonomie gevierd. Onder bezetting.

Het Indonesië onder Soekarno had geen boodschap aan de belofte van onafhankelijkheid, en het Nederlandse Zakenleven onder leiding van niemand minder dan Prins Bernhard ijverde voor overdracht van het land aan Indonesië. Belangen in de voormalige kolonie van Sabang tot Merauke wogen zwaarder dan beloften aan Papoea’s die tenslotte ook maar net geen koppensnellers, kannibalen of stenen-tijdperkkrijgers meer waren. Of nog wel. De racistische achteloosheid ten aanzien van de mensen van Nieuw-Guinea strekt zich tot vandaag uit. Daar hebben we niet alleen Cliteur voor nodig.
O jawel, er waren zowaar twee kandidaten voor de Tweede Kamer op 17 maart jongstleden met West-Papua als achtergrond. Op volstrekt onverkiesbare plaatsen bij twee antiracistische partijen die hoe dan ook buiten de parlementaire orde vallen.

“Nieuw-Guinea” – Eddy Korwa, schrijver van het boek De verstekeling, ons aangeraden door Peter Storm stelt vast dat het geheel uit het geschiedenisonderwijs is verdwenen in Nederland, en dat verreweg de meeste Nederlanders het niet zouden kunnen aanwijzen op de kaart. Of het verwarren het met Papoea-Nieuw-Guinea, de oostelijke helft van het op een na grootste eiland ter wereld. Dat laatste zal al merkwaardig overkomen als men het wel op de kaart kan vinden: de meest gangbare projectiemethode misdeelt het zuidelijk halfrond nogal waardoor enorme eilanden als Nieuw-Guinea, Borneo of Madagaskar klein lijken.

Is de onwetendheid omtrent Nieuw-Guinea gepland? Waarschijnlijk wel. De geschiedenis van Nederland als koloniale mogendheid is helemaal terra incognita op school, dat was het al toen je er van verzekerd kon zijn dat er “Indische” leerlingen in de klas zaten (zoals in mijn jeugd) en dat is het nu met grote kans op leerlingen van Surinaamse of Antilliaanse of wie weet Ghanese achtergrond, en zullen we naast “Indië” en “Nieuw-Guinea” ook nog even Formosa noemen? Ik dwaal af, het is een onderwerp om ongericht kwaad over te zijn. Dus zoals vaker gezegd: spoedig meer.

  • Uitgelichte afbeelding: Door Alfindra Primaldhi, CC BY 2.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=2194076