De keizer der keizers en de toverfluit

“Dat is in mijn land dagelijkse kost.” Zei de sjah toen hem verteld werd dat ter gelegenheid van een demonstratie tegen zijn bezoek aan Berlijn, 2 juni 1967, een dode was gevallen. Benno Ohnesorg, letterenstudent tegen het einde van zijn studie, pasgetrouwd en aankomend vader.
“Moeten jullie vaker doen. Dat houdt de rust in het land.”
De rust in het land. Een hedendaagse Nederlandse fascist bazuint rond dat dit sujet is afgezet in een vlaag van “oikofobie” door “het Westen”. Ten gunste, suggereert hij daarmee, van de ayatollahs. Geschiedenis is wat wij er van maken, niet alleen een adagium voor fascisten overigens.

De sjah van Perzië, of Iran, was een zich ontpoppend fascist, die zoals uit de losse opmerking blijkt, geen behoefte had “zijn” volk te ontzien – liberaal, communist, streng-in-de-leer-moslim – doodschieten was aanbevelenswaardig, en anders in ieder geval opsluiten en martelen. Zijn geheime politie, de SAVAK, was berucht, en die was meegekomen om in Berlijn ook even op demonstranten in te meppen. Ook een fascistische specialiteit, zie ook Erdoğan in Washington.

Het Duitse publiek was op twee manieren voorbereid op de visite. Er was een uitgebreide geïllustreerde pers die hoofdzakelijk het zogenaamd tragische liefdesleven van de sjah uitmolk. In een monarchistisch gezind land zonder monarch, zoals je (West-)Duitsland in de jaren zestig nog kon aanduiden, was er een grote markt voor treurverhalen over Soraya, de echtgenote die verstoten was omdat zij geen kinderen kon baren. Zij was ook nog eens half-Duits wat haar nog aantrekkelijker maakte voor de Sorayapers. Haar opvolgster kreeg wel een kind en die toekomstige opvolger-keizer leeft in verdiende ballingschap.

Als tegenwicht was begin 1967 een boek van een Iraans-Duits schrijver, Bahman Nirumand, verschenen: Persien – Modell eines Entwicklungslandes, dat de rol van de sjah, als door Brits-Amerikaans ingrijpen geïnstalleerde keizer die waakte tegen nationalisatie van de oliewinning, voor de geletterde Duitse lezer(es) uit de doeken deed. Het boek was een hit, het is ook in het Nederlands vertaald trouwens. Wie het gelezen had kon moeilijk zwijmelen bij een zich noemende keizer die “zijn” land aan het “moderniseren” was.
Op de avond van de tweede juni 1967 bezocht hij de Deutsche Oper in West-Berlijn om een uitvoering van Die Zauberflöte te genieten. Mensen die direct of wellicht indirect hadden kennis genomen van Nirumands boek organiseerden een niet-welkom-partijtje.

(Morgen gaan we verder)

2 gedachten over “De keizer der keizers en de toverfluit”

  1. Pingback: De dood van een student – waarmee alles aanving | Krapuul

  2. Pingback: Het eerste lood van de jaren zeventig kwam van een stille | Krapuul

Reacties zijn gesloten.