De communistische partij – een primeur voor Nederland

Iedereen terug van vakantie of hersteld van griep of ander ongemak? Waarschijnlijk niet iedereen, maar het is tijd de serie over de Rode Canon te hervatten.

In de lijst zoals de Wiardi Beckmanstichting die geeft is 1903 evenzeer een breekpunt als de grote stakingen van dat jaar zelf geweest zullen zijn. Het volgende venster op de Rode Canon dat men noemt is het Deventer congres van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij, waarbij de Nederlandse “partij” als eerste Europese is gespleten in een linker- en (dus) een rechtervleugel.
Bij de Communistische Partij van Nederland vond men het helemaal niet zo leuk om er aan herinnerd te worden dat de partij de eerste van zijn soort genoemd kon worden. Als dat zo was, dan was de grote Lenin, die in 1909 nog niets voorstelde, er helemaal niet aan te pas gekomen.

Dat klopt dan ook. De breuk in de SDAP van 1909 was geheel Nederlands. Een vleugel die het marxisme niet los wilde laten (zoals de partijleiding al spoedig wel wilde) en die zich manifesteerde als “jongeren” en tegen het eenzijdige parlementarisme, gaf een blad uit dat een platform was voor hun dissidentie/orthodoxie, De Tribune. De partijleiding, het grote goed van vrijheid van meningsuitng ook weer niet te zeer toegedaan, eiste staking van de uitgave van dit blad. Op het partijcongres in Deventer van 1909 kwam het tenslotte tot royement van de redactie, David Wijnkoop, Willem van Ravesteyn en Jan Ceton. Het was de geboorte van de Sociaal-Democratiche Partij. De geschiedenis van deze partij valt eigenlijk buiten het blikveld van de Rode Canon, die is toegespitst op de sociaal-democratische hoofdstroming, de SDAP en latere PvdA.

De SDP zou na tien jaar herdoopt worden, in de geest van de Russiche Oktoberrevolutie, tot Communistische Partij Holland, later zou dit dan weer Communistische Partij van Nederland worden. “Holland” was meer voor de buitenlandse kameraden bedoeld, die begrepen dan waar die partij zich bevond – en het illustreert meteen hoe het eerstgeborenenrecht van deze partij overboord is gezet. Toen in het holst van de fascistische tijd vaderlandslievendheid een deugd werd voor communisten werd het CPN. Misschien kan iemand Jolande Sap eens overhoren hoeveel zij weet over de geschiedenis van deze voorloper van GroenLinks…

Merkwaardig dat de Wiardi Beckmanstichting eenvoudigweg de oprichting van het Nederlands Verbond van Vakverenigingen, “de modernen”, in 1906 overslaat. Waarschijnlijk de belangrijkste tak van de “rode familie”! Het NVV is zeventig jaar later gefuseerd met de katholieke vakbeweging tot de nu nog bekende en bestaande FNV, Federatie Nederlandse Vakbeweging.
In 1906 was het belangrijkste waartegen de pas opgerichte centrale zich verzette niet de kapitalistenklasse, maar de “oude” syndicalistische beweging die aan “stakingsgymnastiek” deed. De NVV-bonden hadden weerstandskassen: als er gestaakt werd konden de leden hieruit putten. Dat dit niet zomaar een reformistisch truukje is blijkt uit de onmogelijkheid langdurige actie te voeren in Frankrijk, waar de grootste oorspronkelijk syndicalistsiche vakcentrale CGT, hoewel allang overgenomen door de communisten, nog steeds geen weerstandskas heeft en dus – wonderlijk te zeggen – angstig is voor stakingen.
Dat werden de NVV-bonden ook, juist omdat ze deze kas hebben.

Maar om hem de eer te geven die hem toekomt plaats ik een portret van Henri Polak, voorman van het NVV en schrijver van Het kleine land en zijn groote schoonheid, als illustratie.
Hij is toch echt wel een maatje groter geweest dan – eh – Jan Ceton (wie? de ledenadministrator van SDP/CPH die er uit gesmeten werd omdat er te weing leden te boeken waren…).

Het WBS-artikel over “Deventer”.

9 gedachten over “De communistische partij – een primeur voor Nederland”

  1. Het speelt in Frankrijk juist nu nogal, de Force Ouvrière bijvoorbeeld streeft de CGT in strijdbaarheid voorbij, juist omdat ze wel weerstandskassen hebben en de roep om een algemene staking weerklinkt.

  2. Helaas is dit stuk historisch niet helemaal juist. De SDP werd inderdaad in 1909 opgericht, maar was daarmee niet de eerste communistische partij. Dat was de Russische partij, die al in 1905 werd opgericht bij een congres in Londen. Ook de Bulgaarse communistische partij was de Nederlanders voor. Nederland was dus het derde land waar de splitsing tussen revisionisten en revolutionairen plaatsvond.

  3. @3
    Met alle resepct, maar een partijtje in ballingschap en een nog onbelangrijker genootschap in een land dat nog maar amper bestond kunnen we moeilijk serieus nemen. Het leninisme en de bijbehorende Correcte Geschiedschrijving ligt op de vuilnisbelt van de geschiedenis, ik weet niet of het u opgevallen is…

  4. #3 Ik lees het stuk en ik lees je commentaar en snap niet wat je bedoelt. Kun je uitleggen waar eea niet aansluit? Graag ook met jaartallen.

  5. Nou vooruit – ik zal mijn weerzin over het hanteren van de termen “revisionisten” en “revolutionairen” opzijzetten: de “preciezen” van Bulgarije dateren van 1903.

    De SDAP heeft niets “herzien” dat niet al in 1894 overboord is gezet en de SDP/CPH/CPN is nooit revolutionair geweest, maar allez…

  6. Termen als revisionisten en revolutionairen gebruik ik alleen maar omdat ze indertijd werden gebruikt om een groep aan te duiden. Ik zal het nog eens kort uitleggen: De splitsing tussen sociaal-democraten en communisten vindt in de meeste landen in 1917 of 1918 plaats. In een paar landen gebeurde dit eerder. Het eerste land waar dit gebeurde was Rusland, in 1905. Het inderdaad, dat was in ballingschap, maar dat doet niets af aan het feit dat het de eerste splitising was. Bulgarije was de tweede en Nederland de derde.

    Reacties die erop wijzen dat de partijen in Rusland en Bulgarije weinig voorstelden gaan voorbij aan het feit dat de SDP in de eerste jaren ook vrijwel niets voorstelde. Het was een kleine elitaire coterie rond het blad de Tribune, met weinig aanhang of mobilisatiekracht. Pas na de Russische revolutie, toen de partije werd omgedoopt in CPH, kwam er enige aanhang. Bij de verkiezingen van 1918 (eerste met algemeen mannenkiesrecht) en 1922 (eerste met algemeen vrouwenkiesrecht) kreeg de CPH 2 zetels, 2% van de stemmen dus.

  7. @7
    U heeft gelijk, ik zal nader uitleggen voor “de anderen” waar mijn betoog niet klopt.
    Ik houd er wel aan vast dat Nederland als eerste (en in feite enige) een belangrijke sociaal-democraitsche partji had die te maken kreeg met een zich op het marxisme beroepende afsplitsing. Ik bedoel dus dat de SDAP belangrijk was, de Russische en de Bulgaarse oorspronkelijke partijen waren dit niet en de afsplitsingen dus evenmin.

    Het is nooit de bedoeling geweest dat de SDP op een leninistisch (bolsjewistisch) genootschap uitliep, zelfs niet na de herdoping. Als deze bolsjewisering wordt doorgezet stappen spraakmakende intellectuelen als Pannekoek, Gorter en Roland Holst er juist uit.

    Dus het een of het ander: de SDP was geen communistische (leninistische) partij bij oprichting en werd dit later wel (dit klopt) of zij was van begin af aan hiertoe voorbestemd en dan klopt de titel hierboven. Maar ik denk dat het niet zo was en heb dus een wat sensationele kop gebruikt die naar de norm die ik zelf hanteer niet klopt.
    Penitentie… 😳

    De Rode Canon lijkt te draaien om de “rode familie” (SDAP/PvdA en wat er omheen zit) maar ik vind het merkwaardig dat de oprichting van de SDP belangrijker wordt gevonden dan die van het NVV. Hiermee kreeg de SDP een belangrijkheid in het geheel dat onverdiend was ,hoeveel respect ik ook heb voor de Hollandse Marxistische School.

  8. @9
    Natuurlijk, patriottisme speelt ook een rol, ook al ben ik geen sociaal-democraat/bolsjewiek. 😆

Reacties zijn gesloten.