Er was ereis een reisbureau dat adverteerde met georganiseerde “avontuurlijke” reizen – naar Afrika, waar je wilde dieren kon ontmoeten en op bezoek zou gaan bij Berbers. Die dieren laat ik nu maar rusten, maar – op bezoek gaan bij Berbers? Het stond er echt! De per definitie rijke toerist (wit ongetwijfeld, maar dat hoor je ook niet te zeggen) permitteert het zich een bezoekje te brengen in het warme Afrika bij echte Berbers! Dit roept dan weer de herinnering bij mij op aan mijn eigen werk als boekhandelaar, verbonden aan een bureau dat het individuele reizen naar zogenaamde bijzondere bestemmingen tot doel had en bevorderde. Het was overigens wel de bedoeling dat men goed gedocumenteerd derwaarts ging, met respect voor het andere. Ik kijk dezer dagen rond in de doorsnee boekhandel, en elk daarvan heeft wel een rubriek “reizen”, en verdomd: dominant aanwezig daarin zijn de gidsen van Lonely Planet. “Eenzame zwerver” moet dit verbeelden maar je kunt planet misschien ook als planeet vertalen, al zie ik er het nut niet van in. Tot mijn vaak nogal grote ergernis waren die gidsen toch wat ik het meest verkocht in die winkel, niet documentatie, geschiedenis, romans. Ik heb het eerder geschreven: ik was meestal (maar niet altijd) vriendelijk concurrerend-collega van de nu bedreigde boekwinkel Evenaar.
Je kon het meemaken dat iemand zich wilde voorbereiden op een reis naar Mali, dat kon toen nog. “Daar hebben we een Duitse gids voor, want Duitsers komen overal het eerst,” kon ik zeggen. “En Franse boeken natuurlijk.” De geschrokken reactie: “Frans? Dat kan ik niet lezen hoor.” Ik: “Als men er een Europese taal spreekt zal dat toch hoogstwaarschijnlijk Frans zijn, want het was een Franse kolonie.” “Het zal toch wel meevallen?” “Dat denk ik niet,” heerlijk om zo vilein de onwetende consument op iets moeilijks voor te bereiden. Hoe men zich gered heeft mag Joost weten, maar er was tenslotte een Lonely Planet West Africa, dat moest volstaan.
Goed, rijke middle class witte toeristen die zich reiziger noemen, op bezoek bij Berbers. Dat de Berbers in eigen stad of dorp buiten beeld vielen of (maar dit speelt voor de Grote Islamkritiek uitbrak) afgewezen werden sprak vanzelf. De rijke middenklassers leven in een andere wereld en voor het verschil tussen die werelden heeft Rob Oudkerk (PvdA) de term “kutmarokkanen” in omloop gebracht. Berbers waar je liever een blokje voor omloopt om ze te vermijden. Nog treffender vond ik een telefonische klantenvraag, iemand die op eigen houtje door India wilde trekken. “Nou mijnheer, ik heb drie planken India hier dus u kunt u hier goed voorbereiden.” Dat begreep de man – waar was die winkel dan? Ik noemde het adres maar dat zei hem niets. “Waar is dat?” “In de Kinkerbuurt.” “De Kinkerbuurt? Daar kom ik liever niet.” En zo iemand wilde dan wel door India reizen…
In het kader van de citymarketing zou ik nu Hallenkwartier hebben moeten zeggen, maar de Centrale Werkplaats voor de tram was nog precies dat – en geen “Foodhallen”. En in de Kinkerbuurt woonden, nou ja, nogal wat mensen die je liever niet tegenkomt als toekomstig avontuurlijk reiziger. Wat zulke mensen beweegt ontgaat mij totaal. Een reclamereeks met de kreten “Tempo Doeloe voor een prikkie” en “Wees de toean besar op een koopje” zorgde wel voor gelach bij collega’s van het reisbureau maar ze werden maar niet gebruikt (een andere in de reclamewereld gewaardeerde leus haalde het wel maar die bespaar ik u bescheiden haha). Toch ben ik nog steeds geneigd die avontuurlijke reizigers als kolonialen in een modern jasje aan te merken – niet de ergsten natuurlijk, daar heb je de zogeheten multinationals voor, maar het bekijken van de Ander als Attractie, en natuurlijk superieur lachen om het idee dat je in de kookpot belandt, hoort wel bij wat ik neokolonialisme wil noemen. En ja, ik was dus medeschuldig, een mens moet wat voor de boterham.
Tot zover een persoonlijk verhaal over Werken in de Kinkerbuurt, als vervolg op dit stuk en naar aanleiding van deze serie in Het Parool.
Wordt vervolgd
Pingback: Leuke wijken met hotspots: de kolonisering van de Kinkerbuurt – extra | Krapuul
Pingback: Toerisme als kolonialisme: kanttekeningen bij de kolonisering van de Kinkerbuurt 3 | Krapuul