Het zal op een congres geweest zijn dat ik Bert vroeg waar hij mee bezig was. Met het levensverhaal van een arbeider, was het antwoord. Daar kwam nog heel wat bij kijken. Het werd het afgebeelde boek, Machinist en wereldverbeteraar – het leven van A.J. Lansen 1847-1931.
Niet “zomaar een arbeider”. Niemand is zomaar een arbeider. Lees het boek en u zult het vernemen. Het is alweer van 2014.
De laatste keer dat ik hem sprak was in de hal van Het Instituut. Het was sluitingstijd. Het toeval wilde dat ik net met tegenzin de pil van Jan Willem Stutje over Ferdinand Domela Nieuwenhuis weer ter hand had genomen, en ik moest mijn ergernis erover wel bij hem uitblazen. Hij begreep het helemaal en somde nog een indrukwekkende reeks onjuistheden in het boek op, kenner van Domela die hij nu eenmaal was. We moesten tenslotte onze stem dempen – Stutje liep langs en Stutje was niet blij geweest met de recensie die Bert had geschreven. Misschien verbeeldde ik het me dat hij niet meer zo afwijzend stond tegen het idee dat hij de echte biografie van Domela zou moeten schrijven, ingevoerd in de bronnen als hij was – en als uitgever van een bronnenboek nog wel: ‘En al beschouwen alle broeders mij als den verloren broeder’. De familiecorrespondentie van en over Ferdinand Domela Nieuwenhuis, 1997. Bij een eerdere gelegenheid zei hij op een dergelijke opmerking van mijn kant dat hij het wel een beetje beu was, juist omdat hij zo was ingelezen in het leven van Domela.
Hoe het ook zij, hij zal die echte biografie niet schrijven. De historicus, anarchist en kameraad is 3 oktober jongstleden overleden. Laat ik maar niet citeren uit het bericht met twee in memoriams op Globalinfo, er zij slechts naar verwezen.
Er wordt toch echt te veel gestorven.