Anarchistische juristen: Naar nieuwe concrete utopieën

‘Waarom zou de term ‘anarchistische juristen’ dwaas zijn?’, luidt de vraag waarmee de flaptekst opent van het boek getiteld Les Juristes anarchistes, Vers de nouvelles utopies concrètes (Anarchistische Juristen: Naar nieuwe concrete utopieën). Antwoord: ‘Wel, het recht wordt spontaan geassocieerd met orde en overheersing – en anarchie met: wanorde’. Maar dat is toch een volstrekt verouderd beeld! Zeker. En hoeveel wanorde komt men niet tegen in de bestaande maatschappelijke orde, met al haar wetten? Bovendien, bestaan er soms geen instituties, die herleidbaar zijn tot de positieve anarchie, denk aan mediatie en conflictoplossing buiten de rechterlijke macht om (arbitrage). En kenden we in vroege tijden in de Friese gewesten niet de asega (die geen oordeel uitsprak maar een advies gaf), voeg ik toe.

Deze geheel andere opstelling in de kring van het libertaire denken maakt het voor juristen mogelijk bij te dragen aan de verbeelding van nieuwe anarchistische utopieën, leert de geciteerde flaptekst. Zich baserend op het bestaande recht, kunnen zij aantonen dat deze utopieën te realiseren zijn hier en nu.

Deze insteek is vervolgens verwerkt in de verschillende bijdragen van libertaire juristen in de onlangs verschenen bundel met de bovengenoemde titel, samengesteld door Clarisse Anceau, Élie Aslanoff en anderen. Wat leert de bundel? [ThH]

Opzet van het boek

In het Voorwoord van de bundel wijst de Franse libertaire filosofe Catherine Malabou erop, dat anarchisme geen afwijzing (rejet) is, maar een ontwerp (projet). Zij zet dat in haar betoog, in het teken van ‘het recht van de toekomst’. Daaropvolgend pakken de initiatiefnemers van de bundel dit op in hun Inleiding (Clarisse Anceau, Élie Aslanoff, Louis Hill, Édouard Jourdain, Arié Lévy, Nicholas Saul-Tarrade). Hun project is juridisch en anarchistisch. Het gaat niet om eenvoudigweg het recht te interpreteren of toe te passen, maar juist om een voorstelling van nieuwe manieren, anarchistische, van organiseren in de maatschappij te ontwerpen. De in de bundel verzamelde bijdragen moeten daarvan getuigen. Ze zijn geschreven voor een colloquium op 1 december 2021, gehouden in de School of Law van Sciences Po (te Parijs).

De bijdragen zijn verzameld in drie delen. Deel I heeft als titel ‘Anarchistische eigenaren’. In een drietal bijdragen gaat de aandacht uit naar ‘commons’ (individueel gebruik van collectief goed), maar ook naar ‘misbruik van eigendomsrecht’. Deel II is getiteld ‘Anarchistische rechters’. Daarin komt onder meer het anarchistisch regelen van conflicten aan de orde, waaronder ‘arbitrage’ valt.

Deel III kent als titel ‘Anarchistische publicisten’. Hier komt men libertaire juristen tegen die (regelmatig) over bepaalde thema’s schrijven, zoals Pierre Bance over organisatorische experimenten in Chiapas (Mexico) en Rojava (Koerdisch Syrië). Jérémy Kermorvant behandelt het denken van Murray Bookchin in relatie tot het Franse positieve recht. Erwan Sommeren bespreekt anarchisme en het constitutionalisme (constitutie, grondwet). De term constitutionalisme stelt aan de orde hoe de uitoefening van de politieke macht is georganiseerd, waarbij deze onderworpen is aan het heersen van het recht. Opmerkelijk is dat ik mij daarmee in relatie tot anarchisme in het verleden eveneens heb beziggehouden. Ik verwijs ervoor naar de bundel samengesteld door C.J. Bax en M.C. de Voogd, Van constitutionalisme en anarchisme, Opstellen aangeboden aan Th. Holterman en G.F.M. van der Tang (Rotterdam, 2003).

Anarchisme en recht

Het aantal bijdragen en de onderlinge diversiteit is te groot om op elk deelonderwerp in te gaan. Ik beperk mij tot enkele opmerkingen over deze publicatie die ik waardeer. Ze leert ons immers andermaal dat anarchisme en recht elkaar niet bijten. Zo levert de benadering van het verschijnsel commons voor het anarchistische recht een verrijking, zowel theoretisch als praktisch. Het betreft dan de capaciteit van (sociaal) organiseren, wat Édouard Jourdain uitwerkt. Ik kan ook nog even terugkomen op het genoemde ‘misbruik van eigendom’.

Dat is een thema ontleend aan een juridische problematiek binnen het kader van de bestaande maatschappij. Wat valt daaraan te ontlenen voor een nadere uitwerking binnen een libertaire maatschappij? Ongetwijfeld zal de bruikbaarheid blijken bij de vorming van recht om te verhinderen dat misbruik van eigendom kan ontstaan (zoals collectief eigendom en gebruiksrechten regelen). Dit betekent dus niet alleen anders denken over eigendom maar ook over anders organiseren. Jean-Jacques Gandini en Nicolas Saul-Tarrade zijn daarmee in de bundel aan de slag gegaan.

Ten behoeve van de petite histoire kan ik niet nalaten te vertellen, dat Jean-Jacques Gandini en ik elkaar voor het eerst tegenkwamen in 1979 in Rotterdam tijdens het meerdaagse internationale colloquium ‘Anarchisme en recht’, georganiseerd door Henc van Maarseveen en mij, in de Erasmus Universiteit Rotterdam. Het onderwerp heeft dus een aanzienlijke looptijd.

Concrete utopieën. Een voorbeeld

In de Inleiding van de bundel wordt het opvoeren van het onderwerp ‘anarchisme en recht’ en sommige manieren van uitwerking ervan, ‘oorspronkelijk’ genoemd. Wat een ‘taalbarrière’ heet (zoals Nederlands/Frans vice versa), kan ertoe bij hebben gedragen iets ‘oorspronkelijk’ te noemen, hoewel veel eerder een en ander elders al aan de orde gesteld is. Zo menen de anarchistische juristen in de bundel, dat hun aandacht voor het onderwerp op een aantal punten ‘oorspronkelijk’ is, terwijl ik enkele decennia geleden mij daarop al toelegde, zoals door de interdisciplinariteit en het recht in de bestaande maatschappij als uitgangspunt nemen voor de ontwikkeling van ‘concrete utopieën’. Kan ik mijn bewering aannemelijk maken?

Onlangs trof ik in een Franse publicatie de bijzondere term autopoiese aan (auto=zelf; poiein=maken). Het is een term in 1972 geïntroduceerd door twee Chileense biologen. Die term drukt het idee van zelforganisatie uit. Al gauw kon men de term autopoiese bij Duitse rechtssociologische en bestuurskundige wetenschappers aantreffen, waar ik het ook van overgenomen heb. Ik zag als jurist en anarchist de bruikbaarheid ervan in voor het libertaire denken (ik besteedde aandacht aan het begrip in mijn boek Constanten in het publiekrecht, Zwolle, 1995, pp. 199-201).

Bij het nader overdenken van de decentrale Nederlandse staatsstructuur, kreeg ik het idee dat de bestaande wetgeving daarvoor (zoals de Gemeentewet, Provinciewet) bruikbaar was voor omzetting. Die zou aangepast moeten worden aan ideeën over zelfbestuur, zelforganisatie. Bovendien zou de eigendom van de productiemiddelen van privaat in collectief veranderd moeten worden. De structuur waarin dit opgezet zou worden kreeg als grondslag een dubbele intercommunale verbinding (dubbel, want naast territoriale ook functionele organisaties, opgebouwd vanuit het lokale, de gemeente) – organisaties die men in de bestaande Nederlandse maatschappij kon en kan vinden. De grondslag treft men, zo benoemd, aan bij Martin Buber, in zijn boek Paden in utopia ([1945/1950], Utrecht, 1972, p. 54). Mijn exercitie om het Nederlandse decentralisme op basis van haar eigen – herschreven – wetgeving tot ‘concrete utopie’ te verwerken, is te vinden in mijn boek Recht betreffende lagere rechtsgemeenschappen (Zwolle, 1987, 2de druk, p. 19-21). Natuurlijk is het ‘utopie’ gebleven.

Het bovenstaande neemt niet weg dat ik verheugd ben met het werk van de Franse anarchistische juristen en de verschenen bundel. Het is hen gelukt om een schare mensen enthousiast te krijgen voor het onderwerp ‘anarchisme en recht’. Hierdoor kunnen nadrukkelijker de dominantie-verschijnselen in de bestaande maatschappij gekritiseerd en aangepakt worden onder aanbieding: dat het ook anders kan. Er is wel degelijk een alternatief!*

Thom Holterman, eerder verschenen bij Libertaire Orde

Anceau Clarisse, Élie Aslanoff (en anderen), Les Juristes anarchistes, Vers de nouvelles utopies concrètes, Classiques Garnier, Paris, 2024, 213 blz., prijs 26 euro.

* Een introductie tot het denken over deze invalshoek zal te vinden zijn in de binnenkort te verschijnen brochure getiteld Anarchistisch recht, een uitgave van Fort van Sjakoo en Libertaire orde (Amsterdam).