Het was heel normaal in de jaren ’50, ’60 en zelfs ’70 om in het kleine volle Nederland in een grote, per schip geïmporteerde, zware Amerikaan rond te rijden. Zulke maakte niemand in Europa en er was nog ruimte. Wij hadden er in 1961 eentje, een Ford Fairlane V8, dus acht cilinders, 3,6 liter, 256 pk, 3-gear automaat, topsnelheid 165 km – sorry dames. Verbruik 1 op 8 of 10, want hij woog bijna 1.500 kilo – een VW kever de helft, 800 …
Bij ons in de buurt hadden meer mensen zo’n ding, meest Chevrolets, verder Buicks, Dodges, DeSoto’s, Jeeps, Oldsmobiles, Packards, Plymouths, Pontiacs, Ramblers, Studebakers, en wat minder mensen de dure Cadillacs en Chryslers. Allemaal auto’s waar je met drie mensen op de voorbank kon zitten, behalve de Jeep, en ook drie achter.
Dat gebeurde dan ook wel als we op vakantie naar Bretagne gingen. We namen ook twee tenten mee, klapstoelen, kookspullen etc. Die auto was 5 m lang en 2 m breed en 1 m langer dan de kever en ook 50 cm breder. Hij gromde erg mooi als je flink gas gaf, en hij ging er dan ook echt vandoor – 100 km in 10 seconden. De kever had maar 40 pk – éénzesde van ‘onze’ wagen.
In Amerika was de eerste kleine auto na de oorlog de Volkswagen kever – eerst vooral populair bij studenten. Een middelgrote Japanner was de twee, en toen begonnen de Amerikanen het ook te snappen en gingen zelf ‘compact cars’ bouwen, die zo’n 10% kleiner waren dan de ouwe grote jongens.
Maar de Japanners leverden vanaf 1959 de Toyopet Crown, een slagje groter dan de VW maar kleiner dan de Amerikanen – dat werd geen succes. Toch zette Toyota door, groeide hard in de VS en vanwege importgedoe bouwden ze in 1982 maar een fabriek in Californië.
In 1968 brak de kever echt door na de romantische non-film ‘The Love Bug’, waarin het ding een hoofdrol had. In 1967 opende VW in Puebla, middenin Mexico, een fabriek van kevers voor de VS.
Maar wat importeert de VS eigenlijk vooral uit Europa? Olie niet, nou ja: wel wat uit Canada en Venezuela. Kleren dan: tegenwoordig tonnen en tonnen uit China, Indonesië, India, heel Z-O-Azië, net als Europa doet. Eten dan, onmisbare dingen? Franse wijn misschien, ‘Schotse’ whiskey. BMW’s komen uit Spartanburg in South-Carolina, jawel: USA.
Graan komt in principe niet uit de EU of elders – en daar gaat het lied ‘O, What a Beautiful Morning‘ over, met de zin ‘The corn is as high as an elephants eye’... – en ‘corn’ is natuurlijk maïs, dat de VS veel had en wij niet (nu helaas wel). Het komt voor in de musical ‘Oklahoma!’ (1943) waar volgens de schrijver, Oscar Hammerstein II – en anderen – veel Amerikaans graan e.d. groeit.
Er is ook vlees genoeg in de VS, en groenten en sinaasappelen uit Californië en Florida, Druiven en wijn ook uit Californië – auto’s? De meeste grote bedrijven hebben al fabrieken in de VS. Staal dan? Dat wel, want dat is goedkoper in het buitenland.
En wat importeren wij, de EU uit de VS? Eigenlijk niks, behalve de laatste jaren LNG. Ja en F35s, helemaal foute boel voor eur 150 miljoen per stuk. Dan nog ideeën zoals McDonald’s of films of KFC. En o ja: muziek. Eerst jazz, okee, toen Elvis, de Beach Boys en Motown, dat ging nog en nu helaas de rest, Gaga, etc.
Onze Apple laptops komen echt niet uit de VS, maar uit China en steeds meer uit Vietnam, net als de telefoons – die nog wel veel uit China komen. De meeste Samsungs komen uit Vietnam en India. Ik denk dat de VS en de EU goed zonder elkaar zouden kunnen, althans voor een tijdje. Ook militair is de EU/NATO veel sterker dan de Russen, zoals ik vorig jaar al beschreef.
Dus wat nou heffingen of tarieven, Trump?
– Uitgelichte afbeelding: Op basis van auteursrechtclaims wordt auteur Junglecat aangenomen. – Geen machineleesbare bron opgegeven. Eigen werk aangenomen (gebaseerd op auteursrechtclaims)., CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=1959985