De landelijke bijeenkomst van de Federatie van Vrije Socialisten in Natuurvriendehuis De Krikkenhaar te Bornerbroek heeft mijn dossier van de BVD gehaald, als een van de weinige punten uit mijn jaren-zeventig activisme. Ik heb daar heel andere herinneringen aan dan dat ik een voorstel zou hebben gedaan dat is aangenomen. Echt geen idee meer, AIVD, vertel nog maar eens waar dat over ging.
Het liep tegen de kerst, er lag sneeuw en Nederland maakte autoloze zondagen mee, wat het landschap indrukwekkend maakte: zo mooi kan het zijn. En binnen waren slaapzalen met stapelbedden, ouderwets jeugdbewegings-socialisme uitstralend. Zo zijn natuurvriendenhuizen nu niet meer ingericht.
Een clubje anarchisten hield een navergadering op de mannenslaapzaal, er was één vrouw bij. Er werd gerookt, gewone tabak uit een sjekzakje hoor, maar toch. Een fles wodka ging rond. En ik heb geen idee meer waar dit nagesprek over ging. De AIVD vermeldt het treffen op die slaapzaal ook niet, was de agent er niet bij?
Wat jarenlang een raadsel in mijn leven opleverde was het gevolg van de binnenkomst van de herbergmoeder op die zaal, waar zij rokende en drinkende jongelui zag en niet allemaal van hetzelfde geslacht. Zij zei: “Wij zeggen altijd tegen onze gasten dat ze vooral moeten doen zoals ze thuis doen, en ik begrijp dat jullie dat ook doen. In mijn tijd als jonge anarchist rookte en dronk je niet, en je ging alleen met elkaar naar bed om kinderen te maken, anders mocht het niet.” [De precieze formulering weet ik niet meer, ik geef de strekking weer].
Wat waren dat voor anarchisten van haar jonge jaren? We schrijven in dit verhaal 1973.
We stelden haar gerust dat er niets zou gebeuren verder en het zal voldoende zijn geweest. Maar het raadsel bleef. Althans voor mij.
Niet drinken, dat was bekend. Een foto van Domela hing boven de balie van het gebouw van de camping in Appelscha met de tekst: Drinkende arbeiders denken niet / Denkende arbeiders drinken niet.
Het bleef een raadsel dat ik niet van mij af kon zetten, maar waar verder niemand zich mee bezighield, merkte ik. Of niet? Jaren nadien overhandigde een kameraad mij een boekje Denkbeelden van een christen-anarchist, hij had de indruk dat het mij wel zou interesseren. Hij verzamelde werkelijk alles op het gebied van anarchisme en veel meer en studeerde theologie, wat hij niet afgemaakt heeft. Tot mijn schande, maar zo gaat het, belandde het op een stapel “nog te lezen” zoals ook zo’n onooglijke SVAG*)-brochure op A4-formaat over religieus anarchisme in Nederland.
Toen het moest kwamen beide samen. Ik moest toch echt eens afstuderen, maar ik had mij voorgenomen alleen iets voor mijn doctoraalscriptie te bestuderen waar ik zelf wat aan had. Het Raadsel oplossen bijvoorbeeld. Of allerlei vragen die er rond het anarchisme hingen die mij bezighielden.
Plotseling dook het boekje “Denkbeelden” op. Het lag bij een boekverschuiving onverwacht bovenop. De inhoud was werkelijk zeer verrassend. Wat zat hier achter? De SVAG-uitgave vulde het aan, en vertelde mij wat ik al eerder had kunnen weten als ik het vroeger had gelezen. De Rein Leven Beweging predikte onthouding van seksuele omgang tenzij om kinderen te verwekken, in de religieus-anarchistische kring van de jaren twintig/dertig had men dit al terzijde geschoven. Het hoorde bij het christen-anarchisme, een eerder fase. Die moest toch ook eens bestudeerd worden, vonden de schrijvers van de SVAG-uitgave. De onderzoekskoorts greep mij. Was dit gedaan of niet?
Het zag er naar uit van niet, ik had twee maanden voor de sluiting van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis voordat het ging verhuizen van troosteloos Havens West naar – eh – Havens Oost. Ik bestelde voortdurend alles wat uit die hoek geschreven of uitgegeven was, en wat vaak bevestigde dat er geen vervolg was geweest op de door drie mensen geschreven scriptie over religieus anarchisme: het moest na bijna een eeuw nog opengesneden worden.
De rest, zoals het cliché het wil, is geschiedenis. In meer dan een zin, maar “geschiedenis” heeft allerlei betekenissen, heb ik geleerd bij theoretische geschiedenis. Een persoonlijke vraag: moet men nu echt per se atheïst zijn om anarchist te wezen, werd ook meteen beantwoord. Een van de vele redenen waarom lui als van VrijLinks niet vertrouwd hoeven te worden.
Het religieus anarchisme van voor de oorlog is een van de stroompjes die tenslotte in de PSP zijn terechtgekomen (de partij nam ter ere van dit verleden de naam van het blad, Bevrijding over).
Dit is het einde van deze reeks, zoals ik al schreef: het verleden ben je zelf.
*) Stichting Voorlichting Actieve Geweldloosheid
Bij Lockdownlezing deel 2, derde aflevering (en slot)
– Uitgelichte afbeelding: Door FrDr – Eigen werk, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=92369100. Hier is de hoofdpersoon van het christen-anarchisme van het fin-de-siècle kerkmeester geweest.