Waar wachten we op?

De spanning stijgt: gaat het kabinet nu eindelijk eens iets stevigs doen tegen de tweede golf van corona die de afgelopen weken snel om zich heen heeft gegrepen? Dinsdag 13 oktober maken Rutte en sidekick De Jonge ongetwijfeld Nieuwe Maatregelen bekend. Uitgelekte informatie wijst er op dat er gewoon een nieuw rondje halfslachtigheid als beleid zal worden gepresenteerd. Zouden nu eindelijk de ijssalons en de strandtenten dichtgaan?

Alles wordt in het werk gesteld om maar geen lockdown hoeven af te kondigen, want horeca die stilligt en kinderen die niet naar school gaan is natuurlijk veel erger voor ‘de economie’ dan steeds meer mensen die besmet raken, ziek worden, in ziekenhuis en Intensive Care (IC) terechtkomen en doodgaan. Duitsland is inmiddels al gevraagd om weer extra IC-ruimte ter beschikking te stellen.(1) Weer een stoplap, weer een excuus om het aantal besmettingen niet zo stevig en snel mogelijk omlaag te duwen, richting nul. Bij zo’n laag niveau heb je al die extra IC-bedden immers helemaal niet nodig.

Logisch, dat ongeduld…

Logischerwijs worden mensen boos en ongeduldig van dit getreuzel en geneuzel. Logischerwijs eisen mensen serieuze daden van het kabinet. Ons is immers altijd verteld dat de regering er is voor het algemeen welzijn. Openbare gezondheidszorg is van dat welzijn een wel heel wezenlijk onderdeel. Bestrijding van een epidemie is ook nog eens doodgewoon de wettelijke plicht van het ministerie van volksgezondheid. Logisch dat mensen zeggen: gaat de regering dat welzijn nu eens doortastend dienen? Gaat het ministerie van Volksgezondheid zijn wettelijke verplichtingen nu eens naleven? Is het nu eens gedaan met de halfslachtigheid?

De boosheid over de nalatigheid van Mark Rutte, Hugo de Jonge en oppersouffleur Jaap van Dissel van het RIVM is terecht. Toch is er iets goed mis met de houding van heel veel van die terecht zo boze en ongeduldige mensen. Te vaak blijft het bij: regering, doe iets! Kabinet, grijp in! Rutte, De Jonge, kondig strenge maatregelen af, kom nou maar met die lockdown! Maar daarmee laten we de regie precies in handen van een macht die al sinds februari haar uiterste best heeft gedaan om aan te tonen dat ze ons welzijn, onze gezondheid hooguit op de tweede plaats stelt – keurig na ‘de economie’, na de omzetcijfers van horeca en uitgaansleven, toerisme en luchtvaart, openbaar (??) vervoer, na het ondernemersbelang in allerlei varianten. Het beleid van het kabinet draait er om, die ondernemersbelangen zo goed mogelijk te waarborgen.

Eventjes over de strategie

Het is vaker gezegd, en actiegroep Containment Nu blijft er volhardend op wijzen(2): het kabinet en het RIVM hanteren een strategie van ‘gecontroleerde verspreiding’, van mitigatie: het virus mag verspreid worden, we mogen ziek worden en uiteindelijk ook doodgaan, als we dat maar in gezapig tempo doen. Een strategie van containment, van indamming, een aanpak dus om het virus daadwerkelijk terug te dringen en uit de maatschappij te verbannen, wordt weggewuifd als te moeilijk, want ‘dan moet het hele land langdurig op slot’. En dat trekt die heilige ‘economie’ natuurlijk niet, en daar draait het om.

Maar bij succesvolle indamming hoeft het land juist niet langdurig op slot. Indammen van overheidswege zoals Containment Nu dat voor zich ziet zou inhouden: kort en stevig het land stilleggen, zodat mensen elkaar nauwelijks nog ontmoeten en het virus dus nauwelijks nog overdragen. Grootschalig testen om besmettingen op te sporen, contactonderzoek om mogelijke andere besmette mensen op het spoor te komen, isolatie van besmette mensen en van mensen van wie nog onderzocht wordt of ze besmet zijn. Zo voorkom je dat mensen andere mensen het virus doorgeven. Zo krijg en hou je kijk op de verspreiding van het virus.

Naarmate de besmettingen teruglopen, kun je dan de lockdown-maatregelen afbouwen – als je maar zorgt dat het testen en contactonderzoek heel goed wordt gedaan zodat er onmiddellijk ingegrepen kan worden bij plaatselijke uitbraken. Zo leg je dus juist niet het hele land langdurig stil, maar zorg je voor snelle maar verantwoorde hervatting van het gangbare leven. Lockdowns zijn in dit scenario slechts het paardenmiddel dat eventjes nodig is om besmettingen zodanig terug te dringen dat je het vervolgens met testen, traceren en isoleren van besmette mensen aan kunt. De suggestie dat containment neerkomt op eindeloze lockdowns is voornamelijk een discussietruc, geen serieus argument.

Hetzelfde geldt voor de smoes dat er voor een ander beleid dan het huidige beleid ‘geen draagvlak’ zou zijn. Bij goede uitleg en consistent beleid is dat draagvlak te organiseren. Men kan wel. Men wil niet. Men kiest voor pappen en nathouden, en als besmettingen blijven oplopen, dan ligt het aan ons, want wij leven ‘De Maatregelen’ niet na. Natuurlijk worden mensen het zat om de schuld te krijgen van ellende waarvan ze dachten dat de regering het tot haar taken rekende om er iets aan te doen. Maar precies die laatste verwachting is dus misplaatst. Algemeen welzijn, wettelijke plicht: het staat op de tweede plaats, netjes achter de economie. Pas als die economie gevaar loopt – als ziekteverzuim zo hoog wordt dat openbare diensten en vervoer beginnen uit te vallen bijvoorbeeld – grijpt de regering in.

Daarom kondigt het kabinet nu eindelijk stappen aan, want er zijn al tekenen van zulke ontwrichting. Pro-Rail waarschuwde al dat er veel verkeersleiders thuis aan het wachten zijn op de uitslag van coronatests, en dat reizigers dat mogelijk gaan merken ook.(3) En vooral: ziekenhuizen en IC’s stromen weer vol. Maatschappelijke ontwrichting, en niet menselijk leed, zijn nu de reden om een beetje bij te sturen. Als de piek voorbij is, gaat de boel weer verder los. Op naar de Derde Golf! Dat is het huidige beleid. Bewuste traagheid, bewuste nalatigheid, met ziekmakende en dodelijke gevolgen. Mitigatie, om met dat deftige woord maar weer eens te hanteren. Geen containment, geen indamming, geen beleid om dat virus daadwerkelijk terug te dringen tot een zo laag mogelijk verspreidingsniveau – en het daar te houden.

Het hele pleidooi om nu hard in te grijpen en toch maar een lockdown in te stellen is dus gericht aan de verkeerde instantie. Want zelfs al komt er zo’n lockdown, en zelfs al is die effectief, dan zal daarna het pappen-en-nathouden hervat worden, vergezeld van de bekende preekjes over samen het virus er onder krijgen, handen stuk wassen en de anderhalve meter. Tenzij de strategie zelf wordt omgegooid, maar daar is heel weinig zicht op.

De oproep aan de regering om van strategie te veranderen, om de heilloze mitigatie in te ruilen voor doeltreffende indamming, is dus zowel terecht als enigszins misplaatst. Terecht, omdat als de regering de draai zou maken, er veel leed voorkomen zou worden. Lichtelijk misplaatst omdat de regering dat overduidelijk niet gaat doen, tenzij we een overmacht op de been brengen om Van Dissel te dwingen op te krassen en de regering omver te werpen. Het stoppen van de pandemie kan echter niet wachten tot de benodigde menigten het Binnenhof hebben bezet en  containment als beleid hebben afgedwongen, bij voorkeur uitgevoerd door iets wezenlijk beters, socialers en effectiever dan deze overheid die ons laat barsten

Maar wat doen we zelf?

En intussen raakt er iets heel belangrijks zoek: onze eigen rol in het hier en nu. Ons eigen vermogen om in te grijpen. Die is aanzienlijk, en ik pleit daarom voor een strategie van indammen van onderop. ‘Who keeps us safe? WE keep us safe!’ zie je als leus op demonstraties tegen anti-zwart politiegeweld in de Verenigde Staten. Wij hebben elkaar om voor onze veiligheid op te komen, daar hebben we geen smeris voor nodig. Zo’n soort houding hebben we rond corona ook nodig. We hebben elkaar, we houden elkaar veilig en gezond. Daar hebben we geen regering voor nodig.

Je zou zeggen dat voor zoiets ‘draagvlak’ nodig is. Dat is er, maar het is latent en passief. Maar liefst 71 procent van ondervraagde mensen wil dat het dringende advies om een mondkapje te dragen in winkels, wordt omgezet in een regelrechte mondkapjesplicht. Een slordige veertig procent wil die verplichting zelfs in de openbare ruimte buiten.(4) Dat is opvallende steun voor iets waarvan kabinet en Van Dissel langdurig hebben volgehouden dat het weinig toevoegt en zelfs ontraden werd vanwege ‘schijnveiligheid’. Het merkwaardige is wel: waarom zie ik dan geen 71 procent mondkapjesdragers als ik boodschappen doe? Waarom zie ik dan geen 40 procent mondkapjesdracht als ik op straat loop? Er moeten heel veel mensen zijn die snappen dat mondkapjesdracht zinnig is, maar er toch geen op doen zolang het niet moet. Al die vrijgevochten zelf nadenkende mensen wachten kennelijk keurig op opdracht van hogerhand, voordat ze gaan doen waarvan ze zelf beseffen dat nodig is. Dat is toch merkwaardig? De keus om een mondkapje op te doen kun je toch zelf maken, ook waar de regering blijft treuzelen en ontwijken? Maar bij al hun getreuzel kunnen Rutte en De Jonge zich in ieder geval niet verschuilen achter ‘ontbrekend draagvlak’. No worries, die vinden dan wel weer een ander excuus. Als de cafés maar open kunnen blijven, nietwaar?

De regering kan blijkbaar wachten. Het is hoog tijd dat mensen zelf zeggen: wij wachten niet langer. Onze gezondheid en die van onze dierbaren is in gevaar, we gaan iets doen. We gaan zelf dat virus dwarsbomen. En wij doen dat met een houding zoals die verwoord is door directeur Mohamed Bouimj van een moskeekoepel in Rotterdam: ‘We willen alles uitsluiten, elke besmetting is er één te veel’.(5) Dat is een houding die dus past bij indamming, niet bij het mitigatiebeleid van het kabinet. Inderdaad: elke besmetting is er een te veel! Dat zou het motto dienen te zijn van het soort campagne dat we nodig hebben, en dat we op eigen gezamenlijke kracht vorm zouden kunnen geven. Het is een motto dat je Hugo de Jonge, Mark Rutte en Jaap van Dissel niet zult horen uitspreken. Van dit kwalijke drietal mogen we immers besmet raken, zolang we maar niet liggen te dringen voor de deur van de ICs.

Organiseer de mondkapjes!

Het idee is dus: indammen doen we zelf, we geven dat virus gewoon de ruimte niet om ons te slopen. Wat kunnen we zelf doen? Best veel. Mondkapjes zijn maar een enkel aspect. Maar ook bij dat aspect is al meer mogelijk dan velen van ons zich realiseren. Je kunt een mondkapje opdoen naar je werk. Je kunt het ook bij collega’s naar voren brengen: zullen we er op onze afdeling allemaal eentje dragen, om elkaar te beschermen? Je kunt er een strijdpunt van maken in het hele bedrijf: mondkapjesplicht voor iedereen die er werkt en ook voor klanten en bezoekers! Dat is niet hetzelfde als een staat die de plicht van bovenaf oplegt, het is een onderlinge afspraak waar je elkaar aan houdt, het is een uiting van collectieve zelfbeschikking. In feite kunnen we er prima een uitwerking in zien van het anarchistische beginsel van vrije associatie die immers ook de vrijheid van dis-associatie inhoudt: wij willen niet werken en ons in een ruimte bevinden met mensen die onze gezondheid in gevaar brengen. Zoiets kan, als mensen daar samen voor opkomen. Wat geldt in een bedrijf of instelling, dat kan ook in je schaakvereniging of in het buurthuis waar je beheerder of vrijwilliger bent, of graag biljart en koffie drinkt.

Je kunt verder gaan. Kosten zijn voor mensen wel degelijk een factor. Waarom eisen we niet dat bedrijven en instellingen waar we werken, voldoende mondkapjes voor het personeel beschikbaar stellen? Waarom zetten we supermarkten niet onder druk om mondkapjesautomaten bij de ingang neer te zetten, of mensen in dienst te nemen die mondkapjes uitdelen aan de klant? Ook in zulke winkels geldt dat personeelsleden niet alleen mondkapjes kunnen gaan dragen, maar ook onderling afspreken dat ze dat doen en eisen van het bedrijf dat ook klanten ertoe bewogen worden die dingen op te doen. Mondkapjes kun je dus dragen, je kunt het dragen ervan ook stimuleren, en je kunt dat stimuleren samen organiseren. Het hoeft allemaal niet bij individuele keuzes te blijven.

Shutdown: sluit de scholen!

Mondkapjes overal zijn natuurlijk nog geen adequate indamming in de hele maatschappij. Daartoe zijn drastischer stappen nodig. We kunnen toewerken, niet naar een lockdown – die van hogerhand wordt doorgevoerd, precies de hogere hand die we niet kunnen vertrouwen – maar wel naar een shutdown-from-below, het stilleggen van grote delen van het openbare leven om virusverspreiding te dwarsbomen. De scholen dienen bijvoorbeeld gesloten te worden, onverwijld. Terwijl de kinderen niet naar school gaan kan dan de ventilatie eindelijk eens op orde gebracht worden en kunnen er plannen gemaakt worden voor veel kleinere klassen, voor minder kinderen tegelijk in het gebouw, zodat het makkelijker wordt om de benodigde afstand tot elkaar te houden om het besmettingsgevaar laag te houden. Zo komt er ook ruimte voor scenario’s waarin slechts kleine aantallen mensen tegelijk door gangen lopen en in aula’s zitten, en waarin leerlingen de hele dag in dezelfde groep zitten, zodat het aantal anderen waar ze besmetting van kunnen oplopen of aan door kunnen geven, laag blijft. Uitpuilende, steeds wisselende klassen die in dichte drommen door gangen banjeren in scholen waar het virus wegens gebrekkige ventilatie kan blijven rondhangen, zijn besmettingsoorden. Zolang ze dat zijn, dienen ze dus gesloten te worden.

Maar dat hoeft dus niet te wachten tot minister van onderwijs Arie Slob de scholen eindelijk eens sluit. Die heeft er overduidelijk geen zin in, maar diens wil hoeft helemaal geen wet te blijven. Ouders kunnen – vandaag nog – besluiten om hun kind thuis te houden uit voorzorg. Ouders kunnen daarbij contact zoeken met elkaar om gezamenlijk de school te laten weten: onze kinderen komen niet naar school zolang de veiligheid niet is gewaarborgd. Samen sta je sterker tegenover schoolbestuur en leerplichtambtenaar. Docenten kunnen weigeren om op school les te geven. Docenten kunnen die weigering gezamenlijk vormgeven en organiseren. Een schoolstaking dus. Docenten die het werk neerleggen, ouders die hun kinderen thuishouden, dit allemaal zelf en samen georganiseerd: zo krijg je scholen stil en vervolgens veilig, of minister en kabinet dat nu willen of niet. En de leerlingen zelf zijn er ook nog! Als die het beginnen te vertikken om ongezond opgehokt te worden in benauwende en onveilige gebouwen, en als die elkaar aansteken met het virus van het schoolverzuim, dan kan het allemaal hard gaan. Wie begint? Wie doet mee?

Shutdown: horeca dicht!

Je kunt je varianten van deze aanpak in allerlei delen van de maatschappij voorstellen. De horeca! Die moet natuurlijk eerst maar weer eens een tijdje dicht. Maar waarom zouden we dat aan Rutte overlaten en door controleurs laten afdwingen? Koks, bedienend personeel, barkeepers en noem maar op: zij moeten nu hun werk doen, onvermijdelijk te dicht bij elkaar, onvermijdelijk iets te dicht bij klanten als het wat drukker wordt, en veelal te weinig beschermd want ja, een mondkapje dat staat zo ongastvrij. Precies dit personeel loopt dus de risico’s van besmetting. De eigenaars stellen dat personeel aan die risico’s bloot, want het geld moet hun kant op blijven rollen, maar ze lopen zelf veel minder gevaar. Waarom zouden barkeepers, zolang de kroeg nog open is althans, niet zeggen: wij dragen van nu af aan allemaal een mondkapje, en we verwachten dat van onze bezoekers ook? Waarom zouden ze niet zelfstandig deurbeleid doorvoeren om het aantal bezoekers nog wat lager te houden dan ‘de regels’ toelaten?

Maar vooral: waarom zegt het personeel niet gezamenlijk: wij gooien de tent dicht zolang het virus zo woedt, en we gaan pas open als het gevaar is geweken? Dat gaat de baas allemaal niet leuk vinden, dat is duidelijk. Wat ik voorstel komt neer op een staking van onbepaalde duur in de horeca. Geen kleinigheid, en je zou willen dat er organisaties bestonden van arbeiders die zoiets op touw zetten. Maar zulke, nu feitelijk ontbrekende, organisaties krijg je door samen met collega’s een begin te maken.

Waar wachten we op?

Scholen en horeca: het zijn maar twee sectoren die door georganiseerde pressie van onderop stilgelegd zouden kunnen worden. Er zijn er meer, maar het idee van een shutdown van onderop is aan de hand van deze voorbeelden hopelijk een beetje duidelijk geworden. Het zal wellicht op veel lezers allemaal wat wereldvreemd klinken: staken, arbeidersactie, om de pandemie te dwarsbomen en om collectieve bescherming tegen een bedreiging van onze gezondheid op te bouwen. Het zal wereldvreemd blijven, zolang dit soort ideeën niet hardop worden uitgesproken, verder uitgewerkt, verder verbreid en stapje voor stapje in actie worden omgezet. En het aardige is ook dat de krachten die langs deze lijnen van onderop in beweging zouden kunnen komen, precies ook de krachten zijn die de druk zo hoog kunnen maken dat de regering hetzij eindelijk de noodzakelijke strategische draai maakt en alsnog de pandemie te lijf gaat, hetzij onder de druk bezwijkt. Ik heb een sterke voorkeur voor het laatste.

Nee, enkelingen kunnen dit niet forceren. Enkelingen kunnen wel beginnetjes maken, medestanders zoeken en de bal aan het rollen brengen. Kleine groepen mensen die het punt zien van onderlinge solidariteit, van onderop georganiseerde zorgzaamheid in wederkerigheid… zulke groepen kunnen hier een veel grotere rol spelen dan ze tot nu toe doen. Ook voor anarchisten geldt hier: waar wachten we op? Toch niet op de overheid?! Toch niet op die instantie die al zeven akelige maanden welbewust nalaat om de corona-pandemie ook maar enigszins adequaat te bestrijden?

Noten:

1 ‘Nederland doet “uit voorzorg” weer een beroep op Duitse IC-bedden’, NOS, 7 oktober 2020

2 Containment Nu

3 ‘Pro-Rail: treinverkeer mogelijk in problemen door thuiszittende reizigers’, NOS

4 ‘Mondkapjesadvies gaat meerderheid niet ver genoeg: meerderheid wil plicht’, RTL, 5 oktober 2020

5 ‘Sluiting moskeeën Rotterdam komt dichterbij: “Proberen uit alle macht besmettingen te voorkomen”’, Rijnmond, 5 oktober 2020

Ook verschenen bij: PeterStormt

Het artikel is iets gewijzigd in overleg met de auteur

Uitgelichte afbeelding kiezen: Door European People’s Party – https://commons.wikimedia.org/wiki/File:EPP_Summit,_20_June_2019_(48097642061).jpg, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=88274371