Premier Mark Rutte heeft weer eens zijn standpunt herhaald dat hij in principe geen partijen uitsluit van samenwerking. In zijn opvatting is dat standpunt (niemand uitsluiten) liberaal. Als Thierry Baudet racistisch over vermeende agressieve Marokkanen in een trein twittert, is dat voor Rutte geen reden voor uitsluiting. Zoals inmiddels bekend vielen deze ‘Marokkanen’ niemand lastig, waren het zelfs geen Marokkanen maar conducteurs, doch wilden Baudets vriendinnen uit de tweet snobistisch hun treinkaartjes niet laten zien.
Niemand uitsluiten is weliswaar een lovenswaardig principe – iedereen kan in de hemel komen als hij/zij maar gelooft – vanuit een reëlere mentaliteit is zo’n houding achterlijk. Fascisten bied je geen opstapje, want als fascisten eenmaal aan de macht komen, blijft er van democratie (langzaamaan) niets over. We hoeven ter illustratie niet eens de jaren dertig van de vorige eeuw erbij te halen – dus geen Godwin. Onder andere Viktor Orbán in Hongarije is een hedendaags voorbeeld. Een van zijn laatste stappen is om Nobelprijswinnaar Imre Kertész van de leeslijst van scholieren te schrappen. Zijn werk dwarsboomt in Orbáns ogen de promotie van de nationale grootsheid van Hongarije. Dat Kertész zowel het communisme als het nationaalsocialisme als totalitair zijnde volstrekt afwees tekent de richting (illiberale democratie) die Orbán voorstaat. En niet relevant in deze maar wel heel toevallig is dat Kertész Joods was.
Er valt voor uitsluiting van samenwerking met bepaalde politieke partijen een goede reden te geven. Als je fascisten door samenwerking een podium biedt, legitimeert hen dat als oké. En samenwerking met fascisten houdt in dat zij als eersten zullen proberen de democratie te ondermijnen. Democratie is een tolerant systeem en wel dusdanig dat in principe een bevolking zo kan stemmen dat ze de democratie wegstemt. Haar kracht om iedereen een stem te geven is tevens haar zwakte.
Maar in hoeverre zijn Baudet en Wilders fascisten? Ze pleiten – slim genoeg – niet voor een sterke man die het land naar het ‘aards paradijs’ voert. Een belangrijk kenmerk van fascisme is ten eerste de afschaffing van de democratische onafhankelijke rechterlijke macht. EU-lidstaat Polen is in deze helaas al te ver gegaan. Baudet ziet hierin meteen kansen. Hij wil dat politici rechters kunnen terugfluiten in politiek gevoelige kwesties. Wat politiek gevoelig is, is dan uiteraard aan Baudet ter beoordeling. Een ander cruciaal kenmerk is de nietigverklaring van de mensenrechten. Hoe FvD en PVV over mensenrechten denken is duidelijk.
Deze issues – onafhankelijke rechtspraak en mensenrechten – vormen twee hoekstenen van de democratie. Val je die aan, dan diskwalificeer je jezelf als democraat. Dan is voor echte democraten uitsluiting meer dan gerechtvaardigd en derhalve noodzakelijk. Het is vergelijkbaar met de vrijheid van meningsuiting. Dit is een enorm groot goed, eveneens een kenmerk van democratie, maar toch worden haatzaaien en racisme niet getolereerd. Zoveel mogelijk, bijna alles wordt toegestaan maar toch zijn er uitzonderingen. Voor samenwerking met politieke partijen dient hetzelfde te gelden: bijna alles wordt getolereerd maar er zijn uitzonderingen. Deze uitzonderingen gelden politieke partijen die de onafhankelijke rechterlijke macht en mensenrechten willen aantasten.