Het Franse parlement, de ‘Assemblée nationale’, heeft dinsdag een resolutie tegen het antisemitisme aangenomen op basis van de omstreden resolutie van de IHRA, de International Holocaust Remembrance Association. Het debat over deze resolutie maakte duidelijk dat het parlement over het karakter ervan grondig verdeeld was. De resolutie werd slechts door een flinterdunne meerderheid ondersteund: 154 afgevaardigden – van de 577 – stemden vóór – en 72 waren tegen. De rest deed niet eens aan de stemming mee, alhoewel er volgens het dagblad Le Monde kort voor de stemming 550 afgevaardigden in de zaal waren.
Ook de partij van president Macron, La République en Marche, van waaruit de resolutie afkomstig was, was in meerderheid niet voor deze tekst. Van de 303 afgevaardigden van LRM stemden er niet meer dan 84 voor.
Een twistpunt was uiteraard het karakter van de IHRA-definitie. Verschillende artikelen daarvan zijn zodanig geformuleerd dat eigenlijk alle fundamentele kritiek op Israel eronder als antisemitisme kan worden bestempeld. Daaronder valt bijvoorbeeld dat vergelijkingen tussen Israel en nazi-Duitsland uit den boze zijn, dat Israel niet racistisch kan worden genoemd, of dat Israel niet mag worden onderworpen aan een vorm van kritiek die andere landen bespaard blijft (wat dat ook moge betekenen). De bruikbaarheid van de IHRA-definitie wordt om die reden internationaal krachtig aangevochten. De kern van de bezwaren was echter dat in de resolutie ”antizionisme gelijk wordt gesteld aan antisemitisme”. Deze uitspraak werd door president Macron in februari gedaan tijdens een diner met de CRIF, de officiële leiders van de Frans-joodse gemeenschap.
Het parlement had vóór de stemming een brief ontvangen van 129 joodse intellectuelen, grotendeels verbonden aan universiteiten van Parijs, Londen, Princeton en Jeruzalem, waarin op de afgevaardigden een beroep werd gedaan de resolutie niet aan te nemen. ”Antizionisme is een legitiem standpunt in de joodse geschiedenis met een lange traditie” schreven de opstellers van de brief. ”Sommige joden verzetten zich tegen het zionisme uit religieuze motieven, anderen om politieke en culturele redenen. Talrijke slachtoffers van de Holocaust waren antizionisten. De resolutie onteert hun herinnering en beledigt hen met terugwerkende kracht door hen antisemieten te noemen.” Onder de ondertekenaars waren de Israelische historicus Zeev Sternhell, de directeur van het Instituut voor Holocaust-studies van de universiteit van Massachussetts, Alon Confino, de Amerikaanse historicus Joan Scott, en Christophe Attias.
Wat ook nog een reden was voor bezwaren, was dat de indiener van de resolutie, Sylvain Maillard van de partij van Macron, kort na het indienen van de resolutie een avond had bijgewoond met een belangrijke leider van de kolonisten, Yossi Dayan. Deze Dayan reist de wereld rond als een soort pro-nederzettingen-ambassadeur. Velen zagen hierin een bewijs dat de Israelische regering dit soort resoluties inzet om het element ”antisemitisme” te gebruiken om critici van Israel het zwijgen op te leggen.
– Eerder verschenen bij Abu Pessoptimist