Bij deze een stukje, dat NAYOKOSADASHI niet zelf heeft geschreven, maar een kameraad. Hij wilde gráág dat men zijn stuk zou lezen.
Artikel 13 – Een bedreiging voor het internet.
Er komt nieuwe internetwetgeving aan in Europa. Dat staat vast. De huidige wetgeving is verouderd en ongetwijfeld staan de lobbyisten ook nu voor de deur in Brussel om te toekomst van het internet naar hun hand te zetten. Het internet van limewire, torrents, nieuwsgroepen, en popcorntime is voorbij. Dit wilde westen moet plaats gaan maken voor een gereguleerd doch open internet dat privacy en auteursrecht hoog in het vaandel heeft.
Dat de EU voor een moeilijke opgave stond/staat werd al gauw duidelijk. Al meer dan 4,9 miljoen mensen tekenden een petitie op Change.org tegen onderdelen van de nieuwe internetwetgeving en verschillende EU-lidstaten keurden eerder dit jaar een variant van de betreffende wetgeving af. Frankrijk en Duitsland leken het niet eens te worden over welke sites wel en niet onder de nieuwe regels zouden vallen, maar een flink aantal compromissen, wijzigingen en amendementen later staat er nu een definitieve tekst klaar die de uiteindelijke internetwet moet vormen. De tekst heeft de beknopte titel: ‘Proposal for a DIRECTIVE OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL on copyright in the Digital Single Market.’
Wat staat er dan in die wet?
In het kort: van alles. De belangrijkste en meest besproken onderdelen van deze wet zijn echter artikel 11 en artikel 13. Op het internet zijn deze twee artikelen het beste te vinden onder de noemers (wet omtrent) Linkbelasting en (wet omtrent) uploadfilters. In dit artikel bespreek ik alleen artikel 13, maar ik raad iedereen aan om ook artikel 11 onder de loep te nemen.
YouTube
In een lang en ver verleden was het niet ongebruikelijk om (volledig gratis) afleveringen van series en zelfs hele films tegen te komen op YouTube. Sterker nog, YouTube heeft een groot gedeelte van haar succes te danken aan het grote aanbod van muziek, waarvan een behoorlijk gedeelte door gebruikers werd geüpload zonder de tussenkomst van muziekuitgevers of artiesten. YouTube kreeg rechtszaken aan haar broek, en de hoeveelheid papierwerk en administratie omtrent copyrights werd overweldigend.
De oplossing? Een Uploadfilter. Elke video die wordt geüpload naar YouTube wordt tegenwoordig “bekeken” door dat filter (genaamd Content ID). Met indrukkwekkende snelheid kan dit filter vaststellen of het geüploade materiaal ook maar enigszins overeenkomt met video of audio uit een enorme database die bestaat uit met copyright beschermd materiaal die YouTube samen met copyrighteigenaren heeft opgebouwd. Grote muziekuitgevers en filmproducenten die zich bij dit filter hebben aangesloten kunnen vervolgens bepalen wat er moet gebeuren als gebruikers hun muziek of film op YouTube zetten. De gemiddelde Indie-artiest zal niet veel aan dit filter hebben omdat deelname aan dit filter bedoeld is voor grote muziekuitgeverijen en filmbedrijven. Die maken dankbaar gebruik van dit systeem, en het probleem voor die bedrijven is dan ook niet YouTube, maar de rest van het internet.
Na YouTube kwam een aantal grote internetbedrijven (waaronder Facebook) met hun eigen uploadfilters, maar kleinere internetbedrijven bleven achter. Uploadfilters zoals dat van YouTube zijn in feite moderne wondertjes: in een paar seconden heeft een algoritme jouw filmpje vergeleken met onder andere alle Twilight films en Ed Sheeran hitjes, en heeft het tot haar opluchting geconcludeerd dat het gelukkig met geen van die dingen overeenkomt. Ik stel mij dan enorme hallen met servers voor, en kantoren vol IT-personeel en lui die in contact staan met al die muziekuitgeverijen en filmproducenten. Geen wonder dat kleine websites zich daar niet aan wagen. En daar zit ‘m nu juist de crux.
Artikel 13 (de uploadfilter wet).
Hoewel in de bovengenoemde overkoepelende wet met die ‘beknopte’ titel het hele woord uploadfilter nergens voorkomt wordt in de media voortdurend gepraat over uploadfilters, maar waarom?
Artikel 13 bevat onder andere het volgende stukje tekst:
“If no authorisation is granted, online content sharing service providers shall be liable for unauthorised acts of communication to the public of copyright protected works and other subject matter…”
Kortom: een internetservice kan direct aansprakelijk worden gehouden voor het door gebruikers geüploade materiaal dat copyrights bevat. Bovendien staat in de wet dat de betreffende contentaanbieder schuldig wordt bevonden aan copyrightbreuk als deze onvoldoende heeft geprobeerd rechten voor het publiceren van de met copyright beschermde media te vergaren, of als deze onvoldoende heeft geprobeerd te voorkomen dat die media publiekelijk beschikbaar zou worden. Met name dat laatste is zorgwekkend.
Ulrich Kelber, hoofd van de Duitse privacywaakhond ‘Bundesbeauftragte für den Datenschutz und Informationsfreiheit’, waarschuwde eerder dit jaar dat de hierboven beschreven alinea van artikel 13 kan leiden tot verdere mono-/duo-/triopolisering van data. Het effect waar mijnheer Kelber voor vreest is simpel: kleine internetbedrijven hebben niet het geld, de knowhow en de infrastructuur om zelf een uploadfilter te bouwen en contact te onderhouden met alle mogelijke copyrighteigenaren en zullen, om buiten schot te blijven van copyrighteigenaren, moeten zoeken naar alternatieven. De vrees is dat de alternatieven zullen worden aangeboden door de dikke vissen in de IT-wereld: Google, Amazon en Facebook.
Ook nu maken kleine internetbedrijven gebruik van infrastructuur van deze internetgiganten. Denk bijvoorbeeld aan Google analytics, of die schuifpuzzelachtige captchas waarbij je auto’s van zebrapaden moet onderscheiden. Die oplossingen zijn gratis en schelen de kleine bedrijfjes tijd en geld. Als iets gratis is ben je zelf het product, is de uitspraak. In dit geval zijn de klanten van de bedrijven die gebruik maken van die softwareoplossingen de producten. Kelber vreest een toekomst waarin kleine internetbedrijven gebruik moeten maken van de uploadfilters van internetgiganten. Vanzelfsprekend op voorwaarde van die internetgiganten. Als uploads naar kleine websites ook via Google, Amazon of Facebook lopen, is het uiteraard het recht van die drie grote bedrijven om wat voor analyse dan ook los te laten op die informatie; om die informatie te koppelen aan elders vergaarde data en/of om de boer op te gaan met die gecombineerde data. Het bestaansrecht van kleine internetplatformen zou door deze toestand afhankelijk zijn van de gratie van de grote drie.
Kelber pleit voor verdere decentralisatie van het internet, en zijn stem wordt niet in Brussel gehoord. Julia Reda, Europarlementariër en lid van de Duitse variant van de Piratenpartij, lijkt de enige uitzondering. Zij roept inwoners van EU-lidstaten op om op 23 maart de straat op te gaan en tegen de nieuwe wet te demonstreren.
Links:
https://tweakers.net/nieuws/148148/nederland-en-belgie-blokkeren-eu-wettekst-over-linkbelasting-en-uploadfilter.html
https://www.change.org/p/european-parliament-stop-the-censorship-machinery-save-the-internet
https://tweakers.net/nieuws/148788/duitsland-en-frankrijk-bereiken-compromis-over-eu-wettekst-inzake-uploadfilter.html https://www.bfdi.bund.de/DE/Infothek/Pressemitteilungen/2019/10_Uploadfilter.html
https://tweakers.net/nieuws/149118/eu-wettekst-over-omstreden-uploadfilter-en-linktaks-is-definitief.html
https://tweakers.net/nieuws/149698/duitse-privacywaakhond-uploadfilters-leiden-tot-aanzienlijke-privacyproblemen.html