Gistermiddag moest Gilly Emanuels in Utrecht voor de rechter verschijnen wegens mishandeling. De zwarte vrouw kreeg in Hilversum tijdenlang racistische terreur over zich heen van een groep jongeren en reageerde daar in augustus 2017 uiteindelijk op door de confrontatie aan te gaan in de hoop haar belagers te verjagen. Ze kreeg vooraf, tijdens en na afloop van de zitting steun van zo’n honderd voornamelijk Surinaams-Nederlandse sympathisanten. Op de zitting bleek hoezeer Emanuels het echte slachtoffer was, en dan niet alleen van die groep racistische jongeren, maar ook van het institutioneel racisme dat hen beschermt.
In het kort waar de zaak over gaat. Een groep buurtjongeren in Hilversum terroriseert Emanuels al tijdenlang. Ze maken vrijwel dagelijks een bende van de straat en de bankjes voor haar ijssalon. Een Surinaamse vlag – kennelijk speciaal door hen aangeschaft – wordt met poep besmeurd en voor de deur van haar zaak achtergelaten. Ze wordt regelmatig racistisch uitgescholden. De ruit van haar ijssalon wordt ingegooid en ’s nachts worden er brandende peuken door de brievenbus haar zaak binnengegooid. Emanuels en sommige buren proberen regelmatig de politie er bij te halen, maar die doet niets. Ook bij de supermarkt wordt ze regelmatig lastig gevallen.