Onderstaand plaatje kom je overal tegen op het internet. Het probeert de politieke verrechtsing in beeld te brengen die in de laatste 48 jaar in de Verenigde Staten heeft plaatsgevonden.
De titel luidt: De langetermijneffecten van stemmen op “het mindere kwaad”. Wie het plaatje heeft gemaakt en of het serieus genomen kan worden is niet bekend, maar het feit dat dit onnozele plaatje viraal is gegaan geeft aan dat het een breed gedragen gevoel weerspiegelt.
Ter verduidelijking: Het geheel bestaat uit vier balkjes met verticale streepjes die het krachtenveld tussen politiek links, midden en rechts aangeven. Op het balkje bovenaan (1970) zien we een krachtenveld dat in balans is. In 1980 verschuift het hele politieke spectrum naar rechts. Waar voorheen het midden zich bevond zit nu links. In 1992 gebeurt dat nogmaals en wordt het dringen aan de rechterkant.
Dat is interessant, want in dat jaar kwam de ‘linkse’ Bill Clinton aan de macht. Tussen twee haakjes staat erbij: DLC. The Democratic Leadership Council’ was een organisatie die in 1985 werd opgericht om de Democratische Partij weg te halen van de linkse koers die, volgens hen, in de jaren zestig, zeventig en tachtig overheerste. Een van de belangrijkste doelen was om blanke middenklassers terug te winnen met ideeën die aan hun zorgen tegemoet kwamen. De DLC was verrukt van president Bill Clinton als bewijs van de levensvatbaarheid van Derde Weg-politici (waarin onze Wim Kok ook nog een rolletje speelde) en als een DLC-succesverhaal. Hij sloot de handelsverdragen NAFTA en CAFTA, die catastrofale gevolgen hadden voor de banen in de VS, ‘polderde’ met de republikeinen ter bevordering van de economische agenda van de vrije markt en privatiseerde openbare diensten. De DLC was ook een warm voorstander van de invasie van Irak in 2003 en werd gefinancierd door de rechtse Bradley Foundation, oliemaatschappijen, militaire aannemers, en diverse Fortune 500-bedrijven. In 2011 werd de DLC opgeheven en het archief overgedragen aan The Clinton Foundation.
In 2009 (onder Obama) gaat men nog verder naar rechts, maar omdat de ruimte wel erg krap wordt, schuift de tekenaar de balk maar uit en zetelt rechts zich aan de extreemrechtse kant en links wordt wat in 1970 rechts was.
Berust deze voorstelling van zaken op concrete aanwijzingen of is hij uit een duim gezogen? Mijn eigen gevoel volgend en de recente politieke geschiedenis bekijkend, ook in Nederland, ben ik geneigd om het voor waar aan te nemen.
Politieke Oriëntatie
Er is de laatste tijd een neiging om politieke verschillen niet meer als links-rechts tegenstellingen te willen zien omdat deze de werkelijkheid onvoldoende zouden benaderen. We zouden onszelf niet moeten opsluiten in een linkse of rechtse ‘bubbel’ en open moeten staan voor andere meningen. Dan komen we vanzelf uit bij het ‘verstandige’ midden. Maar hoe verstandig is dat ‘Midden’?
Politiek hoort niets te maken te hebben met eensgezindheid, met streven naar het compromis. Dat is alleen in het belang van de machtigen. Politiek hoort strijd te zijn tussen tegengestelde belangen. Ik zie die zogenaamde redelijkheid die van ons verwacht wordt enkel als een bewuste poging tot politieke desoriëntatie, die slechts de verregaande verrechtsing kan opleveren zoals die op bovenstaand plaatje perfect is weergegeven.
Het Links-Recht krachtenveld zoals we dat kennen is ontstaan in een tijd waarin de klassenstrijd losbarstte. Het was (en is) de strijd om een rechtvaardige verdeling van de rijkdom en voor gelijke kansen. In die tijd bereikte iedereen die “voor een dubbeltje geboren was” zelden een kwartje. Die strijd tussen de klassen lijkt nu te zijn opgeheven, maar dat is slechts schijn. Hij heeft andere vormen aangenomen. In het neoliberale tijdperk dat in de jaren 80 van de vorige eeuw begon, ontwikkelde zich een meritocratische samenleving, met daarin een machtige bovenklasse van mensen die zich laten voorstaan op hun speciale kwaliteiten of verdiensten – de professionals – en superrijken, leiders van corporate ondernemingen en financiële instellingen. Zij beheersen de politieke besluitvorming, de economie en de media en het geluid van de (voormalige) arbeidersklasse komt steeds verder in het defensief. De middenklasse wordt kleiner, het precariaat groeit en de financiële ongelijkheid neemt toe.
Orde en Vrijheid
Links en Rechts zijn dus de tegenpolen in de politieke strijd om materiële gelijkheid en het is voor het bepalen van zijn identiteit voor een individu zeer waardevol om te weten waar hij zich bevindt in het krachtenveld tussen die polen.
Maar naast materiële waarden zijn er ook andere waarden waar de politieke strijd om moet worden gevoerd. Zo is er het spanningsveld tussen orde en vrijheid. Het verlangen naar vrijheid hoeft niet per se samen te gaan met linkse opvattingen, integendeel, de libertaire stroming in de VS, die totale individuele vrijheid wil en de staat veracht, (niet te verwarren met anarchisme wat in de VS ook wel ‘libertarian socialism’ wordt genoemd) wordt vooral aangehangen door rijken.
Het spanningsveld Orde-Vrijheid beslaat vele politieke onderwerpen: belastingvrijheid, ondernemingsvrijheid, wapenbezit, racisme, seksualiteit, religie, vrije meningsuiting, abortus, euthanasie, legalisering van drugs, justitie enz. Om te weten waar men staat in het politieke krachtenveld wordt nu dus wel een stuk ingewikkelder dan de plek op een balkje tussen Links en Rechts.
The Political Compass
Op internet is al sinds 2001 de Amerikaanse site ‘The Political Compass‘ te vinden. Deze probeert dit probleem op te lossen door in plaats van een balkje, een horizontale en een verticale balk te gebruiken. Horizontaal voor het Links-Recht krachtenveld en verticaal voor vrijheidslievend en autoritair.
Men kan daar individueel en anoniem in negen talen (niet in het Nederlands, natuurlijk) een test doen om erachter te komen waar men zich bevindt in dit politieke spectrum. Dit gebeurt zeer gedegen aan de hand van tientallen stellingen waarmee men het erg eens/eens/oneens/erg oneens/ kan zijn. Uiteindelijk rolt er een certificaat uit waarop een punt in het veld vertelt waar je staat en met welke bekende Amerikaan je dat standpunt deelt.
Naast deze zelftest zijn er op basis van deze test recente verkiezingen geanalyseerd in enkele grote westerse landen en kijk je naar het plaatje van de VS presidentsverkiezingen van 2016, dan zie je opeens hoezeer de anonieme tekenaar van het plaatje bovenaan gelijk krijgt. Hillary Clinton komt zelfs rechtser uit de test dan Trump, die daarentegen een stuk autoritairder is. Jill Stein, kandidaat van The Green Party, die altijd extreemlinks wordt genoemd zit dichter bij het midden dan men zou verwachten en Gary Johnson van de Libertarian Party kan nauwelijks rechtser meer.
Helaas is Nederland niet vertegenwoordigd in de analyses van verkiezingen, maar we komen wel voor in een plaatje van de Europese verkiezingen van 2012 waar alle EU landen ruim binnen het vierkant rechtsboven blijven. Ook hier dus een bevestiging van de anonieme tekenaar. Als ik bevoegd ben om een oordeel uit te spreken en wie zou me dat kunnen weigeren?, zou ik zeggen dat de hersenspoeling die we de laatste decennia voor de kiezen hebben gekregen behoorlijk heeft doorgewerkt en dat links niet zo links meer is als het zichzelf voorhoudt.
Ik heb zelf ook de test gedaan en kwam onder/links in het groene vak terecht, precies op de plek waar Noam Chomsky zich bevond, de denker die deze uitspraak deed:
“De slimste manier om mensen passief en gehoorzaam te houden, is om het spectrum van aanvaardbare meningen strikt te beperken, maar toestaan dat binnen dat spectrum levendig kan worden gedebatteerd”.
Een beter gezelschap kan ik me nauwelijks bedenken en voor mijzelf ook een bewijs dat de test geen willekeurige resultaten oplevert.
(PS: Ik heb de plaatjes zelf getekend vanwege eventuele copyright aanspraken. Als je de links volgt kun je op de site zien of ik het goed heb gedaan.)