We leven nog in dagen van de tachtigjarige herdenking van de Spaanse Burgeroorlog, maar we weten wie die gewonnen heeft.
De laatste wurging onder Franco vond plaats in 1974, Georg Michael Welzel en Salvador Puig Antich. Niet zo in herinnering gehouden is de wurging van Francisco Granado en Joaquín Delgado, beiden lid van een anarchistische jongerenbeweging. Als zodanig opgepakt voor een aanslag op een paspoortenkantoor, gemarteld en ter dood gebracht binnen achttien dagen. 17 augustus 1963.
Alleen hadden zij het niet gedaan en wisten zij van niets. Voor fascisten zijn dat niet ter zake zijnde details.
Antonio Martín en Sergio Hernández lieten in 1996 weten dat zij achter de bomaanslag gezeten hadden. Hun daad was een daad van verzet, die in een geheugen- en gewetenloos heden snel als “terreur” zal worden aangemerkt. Zij betreuren dat er gewonden zijn gevallen en bovenal dat hun geestverwanten onschuldig zijn gewurgd. Ze leefden in de tijd van de berichtgeving in ballingschap in Frankrijk en zouden dat blijven doen.
Aanvankelijk weigerde de Spaanse postfranquistische overheid Granado en Delgado te rehabliteren. In 2004 oordeelde het constitutioneel hof dat de nabestaanden hier wel recht op hadden.
Een documentaire ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van de moord op de Spaanse Sacco & Vanzetti: