ZeroCovid van onderop

Dit is een wat ouder artikel van me, volgens mijn PC op 7 april 2021 voor het laatst bewerkt. het is geschreven voor en verschenen in anarchistisch magazine In Beweging. Ik ben blij dat dit blad er trouwens weer is! Wil je helpen, bij verspreiding ervan of anderszins? Het blad zijn te bereiken via agn@risup.net

Het artikel zelf maakt punten die helaas nog helemaal niet door de tijd zijn achterhaald, al is de specifieke situatie wel veranderd.

#ZeroCovid van onderop

Corona geselt en kwelt iedereen. Maar corona geselt en kwelt niet iedereen in dezelfde mate. Het virus kan iedereen besmetten, ziek maken en de dood in jagen. Maar de kansen op besmetting, ziekte en een dodelijke afloop verschillen, net als de mogelijkheden om elkaar en jezelf tegen besmetting te beschermen. De COVID-pandemie treft armere mensen zwaarder dan grote eigenaars en mensen met de hoge inkomens. ‘De kans om te overlijden aan covid-19 was voor de armste 20 procent van de Nederlanders, die geen (thuis- of langdurige) zorg ontvingen, twee keer zo hoog als voor de rijkste 20 procent’, zo citeerde de NOS het Centraal Bureau van de Statistiek CBS op 23 maart. Niet vreemd.

Corona krijg je door contact met een besmet persoon. Dat kun je voorkomen door afstand te houden van mensen die mogelijk besmet zijn. In een toestand waarin er heel veel besmette mensen zijn, en veel mensen dat van zichzelf niet weten, is afstand houden van iedereen het veiligste. Dat is de basis van het idee dat met dat rotwoord ‘social distancing’ wordt genoemd. Fout woord, het gaat niet op de sociale afstand; het gaat om fysieke afstand, niet meer dan dat. Physical distancing is een veel beter woord. Dat al het fysieke afstand houden sociale impact heeft, is waar. Maar dat is een nadelige bijwerking, niet de kern van het concept.

Physical distancing dus. Minstens anderhalve meter afstand houden bij ontmoetingen, twee meter is veiliger. Groepen mijden. Het aantal mensen die je ontmoet drastisch terugbrengen tot een vast en zeer gering aantal, dus niet elke dag bij iemand anders op bezoek. De logica is helder. Waar mensen elkaar niet meer ontmoeten, kan het virus niet meer worden overgedragen en is de pandemie in no time opgedroogd. Nul ontmoetingen is onmogelijk, maar hoe lager – en hoe meer er afstand wordt gehouden – hoe beter. Doe er een mondkapje bij, en de kans op overdracht is nog kleiner. Eenvoudig, en tegelijk helemaal niet.

Eenvoudig is het principe zeker. Maar de uitvoerbaarheid varieert enorm, afhankelijk van je sociale positie. Veel ontmoetingen vinden plaats op de werkplek. Pandemiebestrijding betekent: thuisblijven! Maar dat gaat zomaar niet. Thuiswerken is in allerlei bedrijfstakken onmogelijk. Het lukt op universiteiten, IT-bedrijven, bij kantoorarbeid. Het is niet prettig. Het heeft onwenselijke aspecten, sociaal contact tussen collega’s valt weg. Het is extra stressen. Een haastklus digitaal op kantoor is al niet leuk. Dezelfde haastklus thuis, kinderen om je heen, allerlei andere afleiding, is vaak erger. Maar het kan.

In veel bedrijfstakken bestaat die optie niet. Bouwvakkers kunnen niet thuiswerken, vuilnisophalers, winkelpersoneel, schoonmakers evenmin. Juist als winkels goeddeels dicht zijn, en kroegen en restaurants gesloten, draaien bezorgdiensten extra diensten en maken pakjes- en maaltijdbezorgers nog veel meer uren dan anders. Arbeiders in slachthuizen moeten naar hun werk, pandemie of niet. Het OV moet voor een flink deel blijven draaien, machinisten en conducteurs hebben thuiswerk dus ook niet als optie. Voor zorgpersoneel geldt dat helemaal. Die gaan naar hun werkplek, levensgevaarlijk, juist zij werken met zieke mensen.

Een groot deel van de arbeidersbevolking kan dus niet thuiswerken. Het betreft vaak relatief laagbetaalde mensen. Die krijgen de hele dag te horen dat ze afstand moeten houden en niet bij elkaar op bezoek mogen en zo meer. Tegelijk dwingt hun sociale positie ze dag in dag uit naar het gevaar, naar de werkplek, waar afstand houden vaak een aanfluiting is, via treinen en bussen waar mensen ook te dicht opeen zitten of staan. Juist armere mensen lopen onevenredig meer coronagevaar vanwege werk.

Daarbij blijft het niet. Thuisblijven en fysiek afstand houden is mogelijk in een ruime woning, waar het een beetje uit te houden is met computer, TV en voldoende ruimte om je terug te trekken. In piepkleine woningen waar veel mensen opeen gepropt zitten, gaat dat nauwelijks. Waar opgroeiende kinderen anders kunnen uitwijken naar school, moeten ze nu thuis huiswerk proberen te doen terwijl iedereen op elkaars lip zit. Juist bij armere mensen leidt de noodzaak tot afstand houden en thuisblijven tot serieuze ellende, van stress tot erger.

Werk en huisvesting zorgen ervoor dat de risico’s op corona helemaal niet gelijk over de bevolking zijn verdeeld. Juist zogeheten ‘essentiële’ werkplekken brengen degenen die er werken in gevaar. Die werkplekken zijn coronabrandhaarden die als doorgeefluik fungeren voor de pandemie. Dat gaat het dus om sectoren als schoonmaak, gezondheidszorg, bouw, voedselproductie en distributie.

Het gaat, waar het onderwijs weer open is, vooral ook om scholen. Dat zijn plekken waar grotere groepen mensen dicht opeen zitten, elkaar makkelijk besmetten, en van daaruit ook hun ouders en docenten onbedoeld de ziekte doorgeven. Zelf worden veel kinderen amper ziek. Ouders en docenten vaak wel. Scholen openen is onzalig als je het virus de weg wil versperren. Waarom moeten ze perse open? Enerzijds omdat ze kinderopvangplekken zijn. Scholen dicht betekent dat ouders thuis moeten blijven om op te passen. Thuisblijvende ouders is productieverlies. Zo eenvoudig is het. Anderzijds zijn scholen personeelsfabrieken. Kinderen thuis is achterblijvende productie van toekomstig personeel, en op termijn minder arbeidsproductiviteit. Zo eenvoudig is het. Ze zeggen het openlijk. Daarom – niet omdat kinderen school zo missen – worden scholen zo laat mogelijk gesloten en zo snel mogelijk weer geopend. Daarom – niet omdat jij en ik wel eens bij elkaar op bezoek gaan – woedt de pandemie vrijwel onbelemmerd verder.

Dezelfde armere mensen die extra gevaar lopen, hebben echter samen ook de mogelijkheid om het gevaar te keren. Al die riskante bedrijfstakken blijven draaien omdat en zolang het personeel er gehoorzaam aan het werk gaat. Al die levensgevaarlijke scholen draaien omdat en zolang docenten er les blijven geven, ouders hun kinderen er heen sturen, en kinderen de lessen blijven volgen. Niets hiervan is onvermijdelijk. In maart 2020 gingen de scholen mede dicht onder druk van bezorgde ouders en docenten. Stakingen om tenminste meer veiligheid op de werkplek af te dwingen vonden vorig jaar op forse schaal plaats in Italië en de VS.

Het heeft weinig zin om de regering te verzoeken om nu eindelijk die pandemie eens aan te pakken. Er is alle reden om het physical distancing, en het stilleggen van zoveel mogelijk van de economie en het openbare leven, zelf ter hand te nemen. En wie zitten er nu in een betere positie dan uitgerekend degenen die het meest gevaar lopen om door het virus te worden geveld? Het is de hoogste tijd om naar #ZeroCovid te streven via een shutdown van onderop. Staken: een prima wapen om economie en dus virusverspreiding stil te leggen en tegelijk volledige doorbetaling van loon af te dwingen. Tegen virusverspreiding, tegen een ondernemersklasse die ons aan gevaar blootstelt om hun winsten maar te kunnen blijven binnenharken.