Bij protesten tegen het sociaal-economische beleid van president Bashir zijn donderdag in Soedan tenminste acht mensen om het leven gekomen. In de hoofdstad Khartoem vuurde de politie traangas af op een groep van 500 betogers. In andere steden werd zelfs geweervuur gehoord.
https://www.youtube.com/watch?v=5kW97gtBwT4
In Dongola, in het noorden van het land, ging het kantoor van Bashir’s Nationale Congres Partij in vlammen op. Ook in Atbara en al-Qadarif braken flinke rellen uit. Betogers wierpen barricades op en staken autobanden in brand. In beide steden is inmiddels de staat van beleg uitgeroepen.
Voornaamste steen des aanstoots is de verdubbeling van de broodprijs. Ook de zoveelste verhoging van de brandstofprijzen – een catastrofe in een land zonder fatsoenlijk openbaar vervoer – zorgt voor veel woede.
Tijdens de betogingen werd geroepen om het aftreden van president Omar al-Bashir. Bashir kwam in 1989 via een coup aan de macht, waarbij hij werd gesteund door zowel het leger als Soedanese islamisten. Bashir is bepaald geen heilige: het Internationaal Strafhof in Den Haag wil hem berechten op vermoeden van het plegen van genocide tijdens de burgeroorlog in Darfur. Daarbij zijn tenminste 300.000 mensen om het leven gekomen.
In 2011 raakte het toch al straatarme Soedan in economisch (nog) zwaar(der) weer toen het zuiden van het land zich afscheidde van het noorden. Soedan raakte daarbij in één klap driekwart van haar olie-inkomsten kwijt. De inflatie bedraagt inmiddels 69% en brandstof is amper nog te krijgen. Voor brood moeten mensen urenlang in de rij staan.