Hoewel genealogie volgens historicus Piet de Rooy een gruwelijke geslachtsziekte is valt er bij historisch onderzoek niet aan te ontkomen. (Trouwens, wat een programma als Who do you think you are? op BBC1 van bovenpersoonlijk belang maakt is de confrontatie met vaak onvermoed verleden waarin de ander zich kan verplaatsen – zie ook Suzanna Jansens speurtocht die in het Pauperparadijs eindigde). Zo heb ik de voorouderlijke lijn gevolgd van iemand met wie ik mij ongeveer beroepshalve bezighoud. Familie afkomstig uit Frankfort aan de Main, uitgeweken naar Haesbroeck in de Zuidelijke Nederlanden – blijkbaar vanwege de keuze voor het calvinisme, waarvan je je kunt afvragen of het toen al zo heette. Wat in Nederland de Tachtigjarige Oorlog wordt genoemd, gemarkeerd door allerlei veldslagen waarvan het belang niet altijd duidelijk is, kwam – gunst, waar doet het aan denken anno 2015? – vooral neer op verdreven worden omwille van een keuze voor geloof. Haesbroeck viel in handen van de Spaansgezinden, de katholieken dus, en dat betekende voor de calvinisten opnieuw: vluchten. De familie wier sporen ik volg kwam in Antwerpen terecht. De val van Antwerpen in 1585 betekende een nieuwe vlucht naar het bevrijde deel van de Noordelijke Nederlanden waar men tenslotte kon blijven. Deze vluchtverhuizingen vonden plaats binnen dertig jaar. Men heeft het over de godsdienstoorlogen/-vervolgingen van die tijd nou nooit over een vluchtelingencrisis of volksverhuizing. Maar daar kwam het wel op neer.
Denk nu niet dat alleen protestante zuiderlingen, de latere Belgen, op de vlucht gingen. Uit wat nu Nederland heet moesten mensen vluchten voor het oorlogsgeweld, al dan niet “binnenlands” – en men dient te bedenken dat “Nederland” nu juist door dit oorlogsgeweld in de maak was, dus wat betekende binnenland?
Onlangs kwam het anders zo rustige Kollum op een vervelende manier in het nieuws. De gemoederen rond het daar gevestigde asielzoekerscentrum waren zo hoog opgelopen dat de burgemeester van Kollumerland op een voorlichtingsbijeenkomst met eieren bekogeld werd. Gelukkig begreep de bestruifde burgervader dat gemakkelijke beschuldigingen van vreemdelingenhaat niet op hun plaats waren. Heel wijs riep hij daarom op tot een periode van bezinning, een ‘time-out’ in zijn woorden. Misschien kan ook een sprongetje ‘back in time’ aan deze bezinning bijdragen. Het is namelijk niet voor het eerst dat Kollum met de asielproblematiek geconfronteerd wordt. Zo’n vierhonderd jaar geleden waren het de Kollumers zelf die op de vlucht sloegen.
Plus ça change… Dit is de inleiding op een verhaal over Kollumers die op de vlucht gejaagd werden in 1580, en het verhaal over de bekogelde burgemeester is zelf dan weer uit 2000. Hoe dichtbij nog, dat 2000, nietwaar… De geachte afgevaardigde Wilders was gewoon nog een onopvallend Kamerlid voor de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie. Het kan verkeren en dan toch ook weer niet. En ik gebruikte wel de term “bevrijd” over de Noordelijke Nederlanden, maar alles is meer dan betrekkelijk – lees als u het aankunt online de dissertatie van mijn te vroeg ontslapen makker uit oudere tijden Leo Adriaenssen, Staatsvormend geweld, over wat niet anders dan als genocide beschreven kan worden in het Noord-Brabant van de zestiende eeuw. Van de kant van de Opstand dan ook.
(Over de xenofobie en genocide “overzee” – de veelgeroemde VOC-mentaliteit – maar weer een andere keer).
Nederland zal graag goede sier maken met (nazaten van) vluchtelingen als Comenius, Spinoza, Descartes en godbetert Anne Frank, om de niet-meer-gelezen prins der dichters Vondel niet en dan toch ook weer wel te noemen, maar die sier is achteraf.
Pingback: Nederlandstalig lied du jour: Warme garnars, smory! | Krapuul