Schuldig verklaard , maar van de rechtbank krijgt hij nog geen eens een boete. Dat is de cynisch-gepaste ontknoping van het proces tegen Geert Wilders. Alles, echt vrijwel alles aan dit proces was verkeerd, en bij een bespottelijke rechtszaak hoort dan ook deze bespottelijke uitspraak. Drievoudig winnaar van deze hele miserabele toestand is Geert Wilders, wiens verkiezingscampagne zo ongeveer met rechterlijke ondersteuning een aftrap heeft gekregen. Horror. Aan de slag, mensen, ‘Justitie’ gaat het niet voor ons doen.
Laten we teruggaan naar het begin. Wilders deed in rond de gemeenteraadsverkiezingen in 2014 racistische uitspraken over Marokkanen, waaronder de uitnodiging aan een groep aanhangers om ‘Minder, minder’ te roepen op de vraag of er ‘meer of minder Marokkanen’ moesten komen. En hij zou dat dus wel gaan regelen. Een racistische uitspraak, een oproep tot discriminatie, een duidelijk geval van het zaaien van haat. Geen enkel misverstand lijkt me daarover onder redelijke mensen mogelijk: Wilders was en is schuldig. Niet alleen aan het “aanzetten tot discriminatie” en aan “groepsbelediging”, de juridische termen waar hij schuldig aan is verklaard, maar ook aan dat haat zaaien waarvoor hij is vrijgesproken.
Maar, hoe schuldig ook, het was vanaf de eerste minuut helemaal geen goed idee om dit door een rechtbank te laten vaststellen. De aangiftes die door mensen, ja door mensenmenigten in demonstratieve optocht, zijn gedaan, hadden waarde als antiracistische stellingname. Vanuit mensen die de rechtsstaat hoog hebben zitten en vinden dat ook zij – bijvoorbeeld als Nederlander van Marokkaanse afkomst – van haar mogelijkheden – waaronder het doen van aangifte – gebruik moesten kunnen maken, was de aangifte logisch . Maar precies dat idee dat de rechtsstaat een bruikbaar instrument is tegen racistische uitspraken, is verkeerd. De rechtsstaat is, zoals elke staat, vooral een rechtse staat. (Lees verder bij de bron van dit artikel)
Via:: ravotr