Voor het tweede achtereenvolgende jaar deed ik mee aan een Mars voor de Sluiting van Slachthuizen. Net als vorig jaar had de groepering Bite Back! die op poten gezet. Net als vorig jaar vond deze plaats in Amsterdam. Het was een gezellige, levendige en strijdlustige toestand.
De actie begon en eindigde op de Dam. Aan het begin leek het een vrij kleine verzameling mensen te worden, kleiner dan vorig jaar. Maar gaandeweg groeide het aan, en enkele honderden mensen namen zeker wel deel. Veel met een rood t-shirt aan, daar had de organisatie om gevraagd. Gemengd publiek, veel jonge, soms zeer jonge mensen, maar ik was bepaald niet de enige oudere demonstrant. Overwegend, maar niet uitsluitend witte mensen. Qua vrouwen en mannen – voor zover dat van buiten af zichtbaar is – redelijk evenwichtig, misschien juist wat meer vrouwen dan mannen.
Ik was in mijn eentje uit Tilburg gekomen, maar voornemens om me aan te sluiten bij geestverwanten, radicalere, anarchistisch georiënteerde mensen onder de demonstranten waarvan ik wist dat ze er zouden zijn. Er was iemand met een Vrije Bond-spandoek en meerdere anarchistische vlaggen gekomen, ik voorzag me daar van een zwart-groen vaandel waar ik mee heb rondgelopen. Ik kwam mensen tegen die ik vaker tref op dit soort acties, en toen we gingen lopen, vormden we in de demonstratie, tamelijk achteraan de stoet, een soort antikapitalistisch/anarchistisch blokje in de demo. Mensen met vlaggen van het Animal Liberation Front, mensen met anarchistische vlaggen, zwart-groen vooral, enkele spandoeken waaronder dat van de Vrije Bond. En een megafoon en leuzen!
De boel ging dus lopen. Op het Rembrandtplein gingen de meeste demonstranten liggen, met op zich een foto van een dier: een die-in om de systematische moord op dieren ten behoeve van dat stukje vlees, dat ei en die melk te symboliseren. Op de Dam herhaalde zich dit aan het einde van de actie. Dit was een door Bite Back gepland onderdeel van de actie. Ik vind zoiets best, maar voel me niet helemaal geroepen om aan dat onderdeel liggend mee te doen en deed er niet aan mee, net als meer mensen van ons radicale groepje trouwens.
Het aardigste vond ik zelf de optocht, en vooral het roepen, variëren en bedenken van leuzen. Het begon met bekend werk op dit soort demo’s:
There is No Excuse For Animal Abuse!
What do we want? Animal Liberation! When do we want it? Now! Are we gonna fight for it? Yes! Are we gonna live for it? Yes! Are we gonna get it? Yes! De hele chant meerdere keren herhaald en dan afgesloten met: Make Some Noise! Hetgeen dan gebeurde.
Their lives! Not ours! Their skins! Not ours! Their eggs! Not ours! Etcetera.
Animals have feelings! Just like us! Animals want freedom! Just like us! Animals want to live! Just like us! Enzovoorts.
Animal Liberation, Human Rights, One Struggle, One Fight!
Die laatste kwam volgens mij vooral uit het radicale groepje waar ik aan deelnam. In dat groepje begonnen we ook lekker te variëren en te improviseren en te verzinnen. Er klonk alweer: One Solution: Revolution! Dat was misschien een flinke stap in eens, dus bouwden we een bruggetje: One Solution: Vegan Revolution! One Direction, Insurrection moest er ook aan geloven, dat werd One Direction, Animal Insurrection! Dat was een tongbreker, en al snel werd ook dat Vegan Insurrection.
We riepen ook het aloude A-Anti-Anticapitalista, en daar vonden we ook een passende variatie op: A-Anti-Antispeciesista! Dat was even oefenen, want de Antispeciesista moet één tel later beginnen dan Anticapitalista om ritmisch goed uit te komen. Zo leren we er improviserend van alles bij. Even later deden we ook Alerta Alerta Antispeciesista, een variant van de leus Alerta Alerta Antifascista die op demonstratie van Antifascistische Actie AFA nogal eens klinkt. Speciësisme is het idee dat de ene diersoort – meer in het bijzonder de menselijke diersoort – superieur is, meer waard is dan de ander. Antispeciësisme is de afwijzing van dat idee, de erkenning dat de levens van andere dieren niets minder waard zijn dan de levens van menselijke dieren.
Het ging vandaag dus vooral om slachthuizen en vleesproductie. Toen we door een straat met vleesrestaurants liepen, zette ik Geen gezeik! Eet geen lijk! in. Dat werd nog overgenomen ook. En, als het ware om uit te drukken dat we niet in zijn voor geleidelijke stapjes naar hooguit een beetje minder dierenleed: Wij zijn het zat! Slachthuizen plat! Heel even deden mensen ook: Vuur en vlammen voor de vleesindustrie! Hoognodig, ja zeker. Wel even de hokken open doen en de dieren in veiligheid brengen voor deze leus in de praktijk wordt gebracht, uiteraard.
Ik denk dat het redelijk goed werkte om met radicale activisten die niet enkel slachthuizen willen sluiten maar het hele systeem omver willen, samen op te trekken. We slaagden er in om via leuzen en vlaggen een merkbare anarchistische inbreng in de demonstratie zicht- en hoorbaar te maken. Die inbreng is nodig want ook dierenleed en dierenvernietiging is onderdeel van een moordddadig, autoritair en op winst belust systeem. Dat leed en die vernietiging bestrijden betekent dus al gauw dat systeem aanvallen.
Heel veel actievoerders voor dierenrechten, dierenwelzijn en dierenvrijheid zullen het daar niet zomaar mee eens zijn. Reden temeer om dat punt juist ook binnen bredere, gemiddeld veel gematigder demonstraties als die van vandaag, duidelijk te maken. We staan op dit punt allemaal, alle demonstranten, samen tegen die slachthuizen. Maar daarmee zijn verschillen van aanpak, strategie en achterliggende analyse niet weg en ook niet irrelevant. Vandaar de zin van het samen zichtbaar optrekken van anarchisten met een eigen inbreng op een demonstratie als deze.
Gaan de slachthuizen dicht vanwege dit soort demonstraties? Nee, op zichzelf niet. Maar ze dragen bij aan het verspreiden van het idéé dat die slachthuizen dicht moeten. Ze dragen bij aan druk op de vleesindustrie. En ze zijn plekken waarin we elkaar kunnen treffen, voor het geval dat we meer willen. En dat willen we. Toch?
– Ook verschenen bij: Ravotr