Wij zijn geen engelen en wij rellen

Oktober 2005 gaan twee jongens van Afrikaanse achtergrond op de vlucht voor de politie in Clichy-sous-Bois, voorstad van Parijs, zij weten dat ze niets goeds van smerissen te verwachten hebben. Zij verstoppen zich in een transformatorhuisje waar zij geëlektrocuteerd worden. Zij werden zogenaamd verdacht van inbraak. Wat ook de reden voor hun vlucht voor de politie is geweest, zij hebben het met hun leven bekocht. Voor de tweede ronde dat jaar staan de Franse voorsteden in brand.

Eerder dat jaar, 22 juli 2005, werd Jean Charles de Menezes in koelen bloede in een metrorijtuig in Londen tegen de grond gedrukt en doodgeschoten. Er is geen enkel excuus te bedenken voor deze buitengerechtelijke moord door zogenaamde dienaren van de wet en er is ook geen excuus gegeven. De Londenaar van Braziliaanse achtergrond werd vanaf de flat waar hij woonde gevolgd – uiterlijk zal hij niet per se te onderscheiden zijn geweest van iemand van Arabische achtergrond en het neerknallen van Arabieren behoort zoals u weet tot de standaard-verdedigingsmiddelen van de joods-christelijke beschaving. Ter rechtvaardiging van het neerpaffen van een op de grond geduwde man werd geïnsinueerd dat hij niet was ingecheckt voor de metro. Zelfs dit klopte niet, alsof het al een reden voor standrechtelijke executie was geweest. Het “he ain’t no angel” hing in de lucht maar het kon er niet uitkomen. Niet dat er iemand vervolgd is voor deze moord verder.

Dit zinnetje over die engel is de standaardformule waarmee moordpartijen door de politie tegen “getinte” mensen worden weggewoven in de VS. Hij gebruikte drugs, hij had al eens gezeten voor diefstal, zij had drie buitenechtelijke kinderen… De massamoordenaar van Charleston werd met alle égards behandeld, zoals het past bij iemand van zijn huidskleur in de heersende orde. Hij was wel bijna een engel.

Op 4 augustus 2011 werd de zwarte taxichauffeur Mark Duggan door de Londense politie op straat doodgeschoten op grond van verdenking van wapenbezit. Het was aanleiding tot ruim een week lang rellen in hoofdzakelijk Engelse steden. Naar aanleiding van de rellen schreef de Ierse dichter William Wall:

Het kapitalisme plundert de openbare ruimte. Diensten die burgers honderd jaar of langer als publieke goederen hebben beschouwd en niet als iets wat uitgebaat moet worden voor de winst van enkelen – gezondheidszorg, bejaardenzorg, onderwijs, werkloosheidsvoorzieningen, pensioenen, drinkwater, riolering, vuilnisophaal, wegen en paden, ruimtelijke ordening, posterijen, telefoon, politie enzovoort – zijn voorwerp van systematische en voortdurende druk om de band tussen burger en dienst te verbreken. We moeten deze zaken niet langer als “van ons” beschouwen, tenzij op de manier waarop we kunnen zeggen dat een bank van ons is. Deze zaken worden ons als goederen en diensten geleverd door maatschappijen die hun recht om er winst uit te slaan uitoefenen – uit ons, in werkelijkheid: uit onze pijn, uit de ouderdom van onze ouders, uit de jeugd van onze kinderen, onze geldproblemen, onze omgeving. Burgers moeten gedefinieerd worden als consumenten van diensten. De enige functie van de staat is het regelen van de activiteiten van maatschappijen *) opdat er geen monopolies ontstaan.

De politie fungeert als waarborg van de winst. De politie is van “ons” zoals de belastinginspecteur van ons is. De politie staat dus in toenemende mate (want het was altijd al zo) met haar rug tegen de muur van het bedrijfsleven tegenover een onterfde burgerij voor wie de staat een vijandelijke macht is. Dit maakt de politie politiek want het is een denkfout dat het plunderen van de openbare ruimte door bedrijven en individuen niet politiek is. Natuurlijk wil niemand het aan de kant van de bedrijven zo noemen. Zij willen dat het gezien wordt als vanzelfsprekendheid. De staat is “gebroken” of hij is “mislukt”. Alleen maatschappijen met winstoogmerk kunnen de klus doeltreffend uitvoeren en goede waar voor haar geld geven aan de consument. Wat ze eigenlijk willen zeggen is “We pakken het geld en gaan er mee vandoor.” Als je terneergeslagen, neerslachtig bent **), kijk naar de mogelijkheden die je creditcard biedt.

Het is zomer in Nederland. In het Haagse Zuiderpark wordt een gekleurde festivalbezoeker gewurgd door vijf politiemannen. De rellen die uitbreken in de buurt raken losgezongen van de aanleiding – zo zal het altijd gepresenteerd worden. In feite is er altijd aanleiding tot rellen, de consumptiemaatschappij die gebaseerd is op dagelijkse ontevredenheid en een gevoel van tekort, vaak ook op echt tekort, vraagt er om. De hypocriete machthebbers die hun positie aan “ons” heten te ontlenen zullen dit nooit beamen.

*) In het Engels wordt in het algemeen van corporations gesproken. Men kan dit woord niet zomaar met “corporaties” vertalen, dit is een begrip uit het Italiaans fascisme en eigenlijk uit het katholieke integralisme, de klasseverzoening die in Nederland doorgedrukt werd na 1945 in de vorm van “publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie”. Corporatisme en fascisme horen bij elkaar, het is vertroebelend het woord in algemene zin te gebruiken. Maar de gedachte van “ordening van bovenaf” is nu juist opgegeven. De CPN gebruikte de agitatorische term “grote monopolies”.

**) When you’re down and out, feeling low – een herkenbare verwijzing naar Bridge over troubled water. Ik had het ook helemaal kunnen laten staan maar dat was een nog groter zwaktebod dan wat het geworden is in vertaling.

1 gedachte over “Wij zijn geen engelen en wij rellen”

  1. Pingback: Aanklacht tegen agenten is zeldzaam, straf al helemaal

Reacties zijn gesloten.