Op 25 februari jongstleden is het Maagdenhuis bezet. Enkele uren na de bezetting heeft het College van Bestuur (CvB) aangifte gedaan van huisvredebreuk. Hierin is een uitspraak opgenomen over de aanwezigheid van “een tweetal jonge, vermoedelijk Marokkaanse jongens, [die] zich tussen de bezetters bevonden, welke duidelijk te jong waren om studenten van de Universiteit van Amsterdam te zijn.” Waarom vond het CvB het relevant om deze alinea op te nemen in zijn aangifte tegen de bezetting van het Maagdenhuis? Op het moment van aangifte waren er tientallen mensen aanwezig in het Maagdenhuis – een heterogene groep van ouderen en jongeren: docenten, studenten, scholieren en anderen die zich betrokken voelden. Wij vinden het zeer verontrustend dat het CvB de aanwezigheid van twee ‘vermoedelijk Marokkaanse’ jongeren als zorgwekkend ervaart, terwijl niet wordt verwezen naar andere aanwezigen die te jong zouden zijn om te studeren. Blijkbaar is de combinatie van de mogelijke etnische achtergrond én de ogenschijnlijk jonge leeftijd van de twee aanwezigen (en wellicht ook het feit dat het hier om twee jongens gaat) voldoende om aan te nemen dat zij onmogelijk studenten van de Universiteit van Amsterdam kunnen zijn. (Lees verder bij de bron van dit artikel)
Via:: Doorbraak