In nood leer je je vijanden kennen. Afgelopen maandag nam ik zoals gebruikelijk kennis van de column van Chris Hedges op Truthdig.com. Kennisnemen is niet helemaal het juiste woord.
Hij insinueerde dat “antifa” net zo erg is als degenen die “antifa” bestrijden. Nou deugt dat hele woord al niet, het is op zich al erg genoeg dat we in termen van antifascisme moeten spreken. De naam van deze site drukt het anders uit: lui als Wilders, Baudet en hun aanhang en hun tegenhangers in andere landen zijn krapuul, dat als zodanig aangemerkt dient te worden.
Maar na “Charlottesville” zijn we toch echt in een andere fase beland. Hedges is van huis uit theoloog en noemt zich Christian anarchist. Ik vermoed dat dit vertaald dient te worden als “christelijk anarchist” en niet als christen-anarchist, wat een aparte synthese is. Hoewel hij met hen dan wel een geweldloosheids – hm, ik wilde “fetisjisme” schrijven, zal ik het bij “ideaal” houden? – deelt. Maar de christen-anarchisten die ik ken (als iemand die hen bestudeert) hebben het niet over de overeenkomst tussen antifascisten en fascisten. Fascisme, waarde Hedges, is een uiting van Kwaad.
Geweldloos optreden tegen mensen die in termen van “dobbernegers” redeneren, die rondbazuinen dat de nazi’s links waren, dat Europa op last van “de elite” wordt “omgevolkt”, die achter alles wat zij vies en voos vinden de lange arm van een of meer joodse rijkaards zeggen te zien – met dezulken is niet te praten. Een gesprek veronderstelt goede trouw bij de ander, en die goede trouw is a priori afwezig in de enkele voorbeelden die ik hier noemde. Geen discussie, geen Kumbayagezang. Liefst van de straat vegen die lui, wie tegen hen demonstreert loopt het risico beschoten te worden of overreden, zoals in Charlottesville dus.
En waar fascisten de dienst uitmaken of dreigen uit te maken past tegengeweld. Zo was het in de jaren twintg tot en met veertig, het is nu niet anders.
Daarnaast is het schandalige onzin om een denkbeeldige groep mensen “antifa” te noemen en gelijk te stellen aan een al even denkbeeldig “black bloc”.
In nood leert men de vijand kennen. Op anarchisten die al net zo redeneren als liberals zitten we niet te wachten. Sterker nog: wie antifascisten gelijkstelt aan fascisten bevindt zich in het kamp van de laatsten.
Treurig maar waar.