Weg met antisemitisme

Emmanuel Macron, president van Frankrijk, heeft antizionisme als antisemitisme gekarakteriseerd. Zionisme is een ideologie die een Joodse staat rechtvaardigt in het gebied waar in Bijbelse tijden de Joodse koninkrijken Israël en Juda hebben gelegen. Wat Macron doet is bizar – Abu Pessoptimist bekritiseerde de stap al – maar vloeit wellicht voort uit de definitie van de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA) van antisemitisme. Kort door de bocht gezegd verklaart de IHRA-definitie dat ook kritiek op de staat Israël een vorm van antisemitisme is.

Antisemitisme opgevat als Jodenhaat is heel wat anders dan kritiek op het politieke concept van een Joodse staat. Voor politieke kosmopolieten, die een wereldregering nastreven, betekent de IHRA-definitie meteen dat ze antisemieten zijn, want iedere natiestaat dient volgens hun opvatting te verdwijnen. Dit terwijl een grondbeginsel van politiek kosmopolitisme juist is dat alle mensen gelijk zijn en dat iedereen zich samen achter een mondiaal democratisch bestuur schaart.

Maar de gangbare opvatting van antisemitisme – niet de IHRA-definitie – zoals bijvoorbeeld op Wikipedia is beschreven, is ook problematisch. In het Nederlandse Wikipedia-lemma erover staat dat antisemitisme de discriminatie en racistische behandeling van Joden op basis van hun etniciteit of religie is. Etniciteit vanzelfsprekend, maar religie? Discriminatie op grond van religie is duidelijk foute boel. Maar als een islamitische Jood wordt gediscrimineerd op grond van zijn religieuze overtuiging, is dat dan antisemitisme? Of wordt stilzwijgend geïmpliceerd dat alle Joden de joodse geloofsovertuiging zijn toegedaan?

Het heeft er alle schijn van dat de vermenging van Joods-zijn en jodendom, dat wil zeggen tot de Joodse bevolkingsgroep behorend en belijder zijn van de joodse godsdienst, de raison d’être is van het concept antisemitisme. Zonder die verwarrende vermenging kan tegen discriminatie van Joden of joden worden volstaan met de algemene concepten van racisme en religieuze vrijheid. Wat is er tenslotte anders aan de discriminatie van een zwarte Papoea aan die van een Jood?

Ofschoon antisemitisme op zich al een verwarrend concept is, maakt een IHRA-definitie de zaken alleen nog maar erger. Joden of joden achter de IHRA claimen zelf met antisemitisme een uitzonderingspositie ten opzichte van alle andere bevolkingsgroepen of religieuze overtuigingen en daarbij komt nu nog de aparte status van de staat Israël. Bij een deel van de mensheid valt die claim zeker niet in goede aarde. De geclaimde uitzonderingspositie geeft hen weer een motief om de Joden (joden) te betichten het schuim van de wereld te zijn. Al bij al zou het beter zijn de term antisemitisme maar te begraven.